Voor de derde keer besloot Kenneth Branagh een Agatha-Christie verfilming te maken met de held Hercule Poirot in de hoofdrol en voor de derde keer nam hij zelf de taak van het spelen van deze titelheld op zich.

Deze keer besloot Branagh te kiezen voor een minder bekend verhaal van de Britse schrijfster. De vorige twee delen ‘Murder on the Orient Express’ (2017) en ‘Death on the Nile’ (2022) behoorden tot de meest bekende boeken met de Belgische meester-speurder in de hoofdrol en waren ook al eens eerder verfilmd met of Alan Arkin of Peter Ustinov in de hoofdrol.

Christie’s roman ‘Hallowe’en Party’ behoort zoals gezegd tot de minder bekende werken van de schrijfster en een risico van een vergelijk met andere verfilmingen zou Branagh op deze wijze bespaard blijven. Kenneth Branagh gaf Michael Green, net als bij de vorige twee delen de opdracht om de roman om te schijven naar een scenario, verzamelde een cast waar onder andere Tina Fey, Michelle Yeoh en Kelly Reilly toe behoorden en vertrok naar Italie waar het grootste deel van de ‘A Haunting in Venice’ gefilmd zou worden (Het andere deel werd in de Pinewood Studio’s in Groot-Brittannie gedraaid).

Venetie 1947. Hercule Poirot (Kenneth Branagh) heeft het detective-vak afgezworen en is met pensioen. Alhoewel er nog talloze mensen voor zijn deur bivakkeren die hopen dat Poirot hun zaak wenst te onderzoeken, gaat Poirot hier niet op in, tevreden met zijn bezigheid als amateur-tuinman. Daarbij helpt zijn bodyguard Vitale Portfoglio (Riccardo Scamarcio) mee om de meest opdringerige potentiele klanten op een afstand te houden. Maar de situatie verandert als Poirot een bezoek krijgt van de misdaadschrijfster en zijn vriendin Ariadne Oliver (Tina Fey). Zij weet Poirot over te halen om een seance bij te wonen in de palazzo van de operazangeres Rowena Drake (Kelly Reilly).

Ariadne wenst te zien of het medium daar aanwezig Joyce Reynolds (Michelle Yeoh) echt is of een bedriegster. Rowena Drake wenst middels deze seance in contact te komen met haar overleden dochter Alice (Rowan Robinson) die zelfmoord pleegde toen haar verloofde de chefkok Maxime Gerard (Kyle Allen) hun verloving verbrak. Bij het betreden van de Palazzo is er al meteen een unheimisch gevoel. Tijdens de pestepidemie sloot men hier de kinderen op en liet hen vervolgens achter om zo te sterven door honger en dorst. Het is alsof hun geesten nog in de spelonken van dit huis zitten. In de Palazzo zijn naast Poirot, Ariadne en Vitale ook de gastvrouw Alice, de ex-verloofde Maxime, de huishoudster Olga Seminoff (Camille Cottin), de arts Leslie Ferrier (Jamie Dorman) en diens zoontje Leopold (Jude Hill) en het medium Joyce Reynolds en haar assistente Desdemona Holland (Emma Laird) aanwezig. Poirot die zeer sceptisch is over mediums, stemmen van geesten en alles wat feitelijkheden overstijgt, lijkt al meteen gelijk te krijgen als hij uit de schoorsteen de verborgen Nicholas Holland (Ali Kahn) weet te halen. Nicholas is Desdemona’s broer en Joyce’s tweede assistent. Net als duidelijk lijkt dat Joyce inderdaad een bedriegster is, begint deze te spreken met de stem van de overleden Alice en die beweert dat zij door een van de aanwezigen vermoord is. Aangezien een storm Venetie teistert en deze verhindert dat men de Palazzo kan verlaten of de politie gehaald kan worden, start Poirot zijn onderzoek. En dat er iets aan de hand is, wordt al snel duidelijk. Poirot overleeft ternauwernood een aanslag en het medium Joyce wordt opgespiest gevonden op het binnenplein van de Palazzo.

‘A Haunting in Venice’ voelt enerzijds vertrouwd en anderzijds vreemd aan. Enerzijds voelt de who-don-it-structuur met een meesterdetective, een vreemd bijlkaar geraapt gezelschap en natuurlijk de immer duidelijke aanwezigheid van Branagh als Poirot aan als een warm bad, anderzijds is de toon van deze film heel anders dan die van zijn voorgangers. Cameraman Haris Zambarloukos had ook het camerawerk ook gedaan bij de eerder twee films maar waar de cameravoering bij zowel ‘Murder on the Orient Express en ‘Death on the Nile’ bijna opulent en zwierig is was waardoor er ruimte was waardoor men ook oog kon hebben voor de fraaie set-design, is deze bij ‘A Haunting in Venice’ dichter op de huid, hectischer en daarmee ook verontrustender.

Voor het eerst werkte Branagh niet met zijn lijfcomponist Patrick Doyle maar koos hij voor Hildur Guonadottir die een uitermate effectieve maar op momenten een regelrechte onaangename aanvoelende score schreef voor deze film. En wat Branagh ook deed in deze film is dat de vertelling van wat in essentie een crime-story is deze -door zijn occulte context- te laten aanleunen tegen de horror. Dat verontrustende gevoel wenste Branagh ook op de set te hebben. Zo werd de cast tijdens de opnames verrast door geluiden en gebeurtenissen op de set waar zij geen weet van hadden. Dus de schrikreacties die wij in ‘A Haunting in Venice’ zien zijn niet gespeeld maar de primaire reacties van de acteurs.

Alhoewel de recette van ‘A Haunting in Venice’ achterbleef bij de verwachtingen, kreeg de film over het algemeen vrij positieve reacties. Jason Zinoman schreef in The New York Times over de film: “a “whodunit with a splash of horror” en “In straddling genres, Haunting can get stuck in the middle. But there’s fun to be had there. What’s consistent is the elegant visuals — striking cinematography by Haris Zambarloukos — which mark this movie’s real genre as lavish old-fashioned Hollywood a “whodunit with a splash of horror” and wrote: “In straddling genres, Haunting can get stuck in the middle. But there’s fun to be had there. What’s consistent is the elegant visuals — striking cinematography by Haris Zambarloukos — which mark this movie’s real genre as lavish old-fashioned Hollywood entertainment.” ‘. En Justin Chang van de Los Angeles Times kwam met een interesssante observatie toen hij schreef : “What lingers from this movie isn’t the usual assemblage of clues and red herrings [..] but a free-floating air of grief, much of it rooted in the characters’ turbulent memories of the war just a few years earlier””.

‘A Haunting in Venice’is inderdaad doordrenkt door gevoelens van rouw en trauma. Zo is dokter Leslie Ferrier nooit over de beelden heen gekomen toen hij aan het einde van de oorlog bij de troepen hoorde die Bergen-Belsen hebben bevrijd. Het heeft de man zodanig incompetent gemaakt dat nu de zoon voor de vader moet zorgen inplaats van andersom.

Wat ik persoonlijk sterk vind aan Branagh’s Poirot-films is het feit dat hij de positie van de meesterdetective ondermijnt. In ‘Murder on the Orient Express’ en zeker bij ‘Death on the Nile’ wordt Poirot’s grootste kracht zijn brein aangetast doordat het hart dreigt te prevaleren. In ‘A Haunting in Venice’ gaat die aantasting nog een stap verder want hier blijkt Poirot’s grootste houvast, het weten niet meer toereikend te zijn en komt hij terecht op het terrein van het geloven.

Er gebeuren hier een paar dingen die Poirot niet kan verklaren. Sommige mensen zien het slot van ‘A Haunting in Venice’ als een happy-end als Poirot zijn eigen pensioen opheft en weer zaken gaat aannemen maar voor mij voelde dit meer als een wanhoopsdaad. Doordat Poirot geconfronteerd werd met dingen die hij niet verklaren kon, werd het fundament uit onder zijn bestaan geslagen. Door weer zaken aan te nemen krijgt Poirot wellicht weer de kans om het weten boven het geloven te laten staan.

Ik heb met plezier gekeken naar ‘A Haunting in Venice’ maar toch vond ik deze film iets minder dan zijn voorgangers. Zo is het teleurstellend hoe de verhaallijn tussen Ariadne Oliver (alter-ego van Agatha Christie ?) uitgewerkt wordt. Het is namelijk een groter pijnpunt dan dat het nu in de film overkomt. Daarbij mocht ik de look van de twee vorige films meer dan deze in ‘A Haunting in Venice’ En hoe effectief de muziek van Hildur Guonadottir ook was, ik miste de muziek van Patrick Doyle.

Regie: Kenneth Branagh
Acteurs: Kenneth Branagh, Tina Fey, Michelle Yeoh, Kelly Reilly, Kyle Allen, Camille Cottin, Jamie Dornan, Jude Hill, Ali Kahn, Emma Laird, Riccardo Scarmarcio, Rowan Robinson, Amir El-Masary.
Waardering: 6,5.

Deel: