Marcus Miller begon woensdagavond in Doornroosje ruim een kwartier te laat. Dat is wel vaker bij grote Amerikaanse artiesten, maar bij Miller kwam het door de lange rijen die buiten stonden om het concert van de multi-instrumentalist te bezoeken. Bassist vooral, want dat is toch het instrument waarmee de Amerikaan al vanaf eind jaren ’70 furore maakt.

Er bestaan in feite twee soorten bassisten: zij die de basgitaar ter hande nemen en contrabassisten. Miller is voornamelijk van dat eerste slag. Daarvan bestaan er twee soorten basgitaristen: de bassist die zich op de achtergrond als ritmesectie van een band posteert en de bassisten die op de voorgrond een show kunnen neerzetten. Met ‘The blues’ liet Miller direct zien wat we al jaren wisten. Miller kwam naar Nijmegen om een show neer te zetten.

Bij ‘Hylife’, van zijn succesvolle album ‘Afrodeezia’ gaf Miller trompettist Mark Keats en saxofonist Alex Han ruimschoots de ruimte, waarvan ook vol gebruik werd gemaakt.

Van dat zelfde album kwam ‘B’s river’. In schril contrast met ‘Hylife’, gezien het nummer een stuk rustiger van opbouw was. Miller liet zijn bas spreken en trok met Keats in duet, waarbij de heren elkaar in groot respect lieten. Toch was het Marcus zelf die het nummer afsloot met het zo van hem gewende duimvlugge basspel, ondersteund door zijn even vingervlugge toetsenist.

De inmiddels bijna 60-jarige Miller bracht ook nieuwer werk mee naar Nijmegen, zoals ‘Trip trap’ van zijn nieuwe album dat begin 2018 zal uitkomen. Met een diep groovend basspel waarbij de dikste snaren van Millers bass overuren draaiden, gaf de bassist een goede indruk van dat album.

Dat Miller alleen eigen composities aandurft is een fabel. Vol enthousiasme en overgave vertelt de bassist over zijn Motown-favorieten. Nee, wij zijn te jong voor namen als The Temptations en Marvin Gaye, probeert hij het publiek te complimenteren. ‘Papa was a rolling stone’ werd echter door het hele publiek herkend en ontvangen. De bijna 20 minuten lange versie van Miller overtrof het origineel echter. Door het onovertroffen basspel van de meester, maar zeker ook door de minuten lange offbeat drumsolo van Alex Bailey.

‘Amandla’ van Miles Davis liet horen dat Miller zijn oude broodheer niet vergeten was. Het gaf duidelijk weer dat Miller laat weten dat de oude meester van grote invloed was op het spel van de bassist. Toch kwam hij snel weer met nieuwer werk op de planken, en ook ‘Three deuces’ werd door het publiek vol enthousiasme ontvangen.

‘Preacher kid’ schreef Marcus voor zijn vader. 92 jaar, alzheimer en opgegroeid als pianist in de kerk. Een ontroerend verhaal over zijn vader en oom startte het nummer in. Zijn vader moest de keuze maken tussen een professionele carrière in de muziek, of een baan als buschauffeur. Marcus maakte een andere keus als zijn vader en volgde zijn oom op en de band van Miles Davis. Gelukkig maar, voor Marcus, maar zeker ook voor ons. Hij speelde het nummer voor zijn vader, en voor ons, op basklarinet, wat een diepe indruk achterliet bij de tijdens het nummer gelukkig eindelijk stille zaal.

Miles Davis’ ‘Tutu’ mag natuurlijk niet ontbreken op de setlist. Miller brengt vrijwel structureel een eerbetoon aan zijn oude werkgever en meester op de trompet. Ook deze keer werd Doornroosje in extase gebracht met een versie waar geen einde aan leek te komen. Terecht, want wederom bewees de meesterbassist dat ‘Tutu’ een nummer is dat de muzikale wereld heeft doen veranderen.

Voor de toegift kwam Miller alleen terug on stage, om solo een gevoelige ‘I will be there’ van wijlen Michael Jackson ten tonele te brengen. Wellicht het hoogtepunt van de toch al magistrale woensdagavond. ‘Blast’, het succesnummer van zijn album ‘Free’ sloot de avond definitief af en liet Nijmegen achter met de wetenschap die wij vooraf ook al konden vertellen: Miller is de onovertroffen grootmeester op de basgitaar en heeft inmiddels de godenstatus bereikt. Punt.

Foto’s (c) Bart Teunis / Maxazine

Deel: