Als ik ongeveer kwart voor 3 het Nirwana terrein op wandel voor dag 2 van het tuinfeest hangt op de dagkassa al een blaadje met “UITVERKOCHT”, wat wil zeggen dat we op zaterdag met 2500 muziekliefhebbers op het sfeervolle festivalterrein aanwezig zijn. Op de zaterdag is ook het tweede podium in de tent als zodanig in gebruik. Dit is de zogenaamde “Muziekagenda stage” waar jong talent korte optredens zullen geven tussen de shows van het hoofdpodium door.

Het eerste optreden wat ik zaterdag zie is dat van Poor John in de Muziekagenda tent. Poor John is een tweemansband die zichzelf omschrijven als “Een armzalig goed bandje”. Twee broers, de ene bespeelt het drumstel en de bas, de ander gitaar, mondharmonica en hi-hat. Het klinkt als een klok en de mannen hebben er zin in! Country, Rockabillie en blues, de heren draaien hun er hun hand niet voor om, een cover van Creedence Clearwater Revival wordt moeiteloos afgewisseld met country traditionals als “Rawhide” en een ‘Cowboyliedje’ als “Buz Buz A Diddle It”. Het enthousiasme van de broers op het podium slaat over naar het publiek en er vormt zich een voorzichtige linedance voor het podium.

Daarna snel oversteken naar het hoofdpodium waar Mozes and the Firstborn hun opwachting maken. De band heeft sinds haar oprichting in 2012 al veel kilometers in de benen; clubtours in Nederland, Lowlands en support van the Unknown Mortal Orchestra tijdens hun Europese tour en 50+ optredens in de USA. Deze podiumervaring is te zien tijdens de Nirwana show. De band weet haar show op te bouwen. Na een snoeihard intro begroet zanger Melle het Nirwana publiek bijna timide. Waarna “Bloodsucker” in een stevige versie wordt gespeeld. Mozes and the Firstborn speelt stevige korte garagerock nummers die voortgejaagd worden door de drums van Raven en de gitaarrifs van Ernst-Jan. Tijdens “Burn Burn Burn” wisselen Raven en Ernst-Jan van plaats en opent de band bijna akoestisch met driestemmige zang van Melle, Raven en bassist Corto. In “Time’s a Headache” klinkt de band bijna als Nirvana zonder gelijk deze band te kopiëren. Natuurlijk speelt Mozes and the Firstborn haar grootste hit “I got Skills”, wat een groot deel van het Nirwana publiek tot meezingen aanzet. De band kent haar moderne klassiekers, want ze eindigen met “Too Drunk to Come”, een cover van Together Pangea.

White Cowbell Oklahoma wordt door de festivalspeaker aangekondigd als “Misschien wel dé sensatie van Nirwana dit jaar”. Wat had de man gelijk! White Cowbell Oklahoma kwam, zag en overwon! Het zestal uit Canada weet hoe een feestje te bouwen, met drie gitaren, bas, drum en cowbell is de band klaar voor een heerlijk smerig potje Southern Sludge rock. Allen getooid met een fijne stetson maken de heren er een geweldige show van. De leadzanger vertelt wel 3 keer dat: “We ́re White Cowbell Oklahoma, paradoxically from Canada”, maar wie ze zijn en waar ze vandaan komen doet er niet toe, hier staat een band die een geweldige rock ́n roll show speelt. Van het rustig beginnende “Do me so wrong” tot het razende “Faster than Sin”, de Canadezen pakken het Nirwana veld volledig in. Ook het door de gitarist gezongen “Hocus Pocus” van het Nederlandse Focus wordt door de Canadezen volledig eigen gemaakt. Als de Cowbell man tijdens het laatste nummer cowbells vol bier het publiek in smijt begint het grote biergooien, de zanger gaat met tuinstoel gewapend het publiek in om halverwege het veld op de stoel te gaan staan om verder te zingen. Zonder een spier te vertrekken speelt de band verder en de show eindigt in een groot feest. White Cowbell Oklahoma was voor mij en ongetwijfeld voor veel anderen inderdaad dé verrassing van Nirwana 2014.

Tijd voor Chef ́Special, met hun zonnige mix van reggae, funk, hiphop en gitaren zorgen zij er persoonlijk voor dat de zon doorbreekt op Nirwana. Gewapend met hun nieuwe plaat “Passing Through” is de band een graag geziene gast in festivalland met optredens dit jaar op onder meer Dauwpop, Pinkpop en natuurlijk Nirwana. De band trekt duidelijk een jonger publiek, dat enthousiast meedoet op hits als “Julie”, “Peculiar” Airplaying” en “Birds”. De cover “Can ́t Hold us” van Macklemore & Ryan Lewis zet Nirwana op z ́n kop en “In your Arms” wordt uit volle borst meegezongen.

De Staat is een oude bekende voor Nirwana, zanger Torre memoreert tijdens de show dat ze 5 jaar geleden ook al op het podium in Lierop stonden. Inmiddels is de band 2 platen verder en heeft de Staat ook geweldig veel live ervaring opgedaan in Nederland en verder in Europa. Met “I Con”, het nieuwe album dat eind 2013 uit werd gebracht is De Staat een nieuwe weg ingeslagen, naast hoekige ritmes en gitaren zijn toetsen aan het bandrepertoire toegevoegd. Nog steeds typisch de Staat, maar toch toegankelijker dan de eerdere platen. Torre begroet het publiek op zijn eigen wijze met: “Wij zijn de Staat!” waarna de band aftrapt met “Ah, I see” van “Machinery” met een prominente rol voor de autoclaxon van Rocco, waarmee de toon gezet is; de Staat is gekomen om Nirwana te laten dansen, of dat nu met “Sweatshop”, “Wait for Evolution”, “Devil’s Blood” of “Make Way for the Passenger” is maakt niet uit, dansen zullen we! Na het geweldige “Witch Doctor” neemt Torre afscheid met “Ik heb het naar mijn zin gehad, hopelijk tot over 5 jaar”.

Inmiddels is de schemering ingevallen. Dit vormt een passend decor voor Band of Skulls, een trio uit Southampton UK dat dit jaar met een nieuw album “Himalayan” kwam waarop hun duistere mix van garagerock en blues nog verder wordt uitgewerkt. Het podium is omgebouwd met een backdrop als een gigantisch gordijn en drie schijnwerpers die regelmatig de enige verlichting van de band vormen. Als Band of Skulls opent met “Asleep at the Wheel” staan de gitaar en bas zo hard in de geluidsmix dat de stemmen van Matthew en Emma nauwelijks te horen zijn, gelukkig wordt dit later beter en is Nirwana getuige van een geweldige rockshow. Niet zozeer door het showelement of de interactie met het publiek, maar Band of Skulls heeft een enorme bak geweldige nummers die ze ons willen laten horen. Daarin lijkt de band voor mij qua uitstraling en houding op Black Rebel Motorcycle Club. Hoogtepunten van de show zijn opener “Asleep at the Wheel”, “I know what I am”, “The Devil Takes Care of His Own” en het briljante “Death by Diamonds and Pearls”.

Pretpunktrio The Toy Dolls tapt uit een heel ander vaatje; originaliteit en vernieuwing zijn scheldwoorden in hun universum. Gefeest zal er worden! Toy Dolls bestaat al sinds 1979 met als enige constante factor zanger/gitarist Michael Algar, beter bekend als Olga, de lijst van ex-bassisten en drummers is behoorlijk lang. Op dit moment is Tommy Goober de bassist van dienst terwijl “the amazing Mr. Duncan” de drumsticks beroert. De band komt op in identieke outfits: grijs pak, rode stropdas, dr. Martin boots, gekleurde zonnebril en geverfde stekels. Naast de korte snelle catchy punk liedjes zijn tomeloze energie, humor en zelfspot de belangrijkste factoren van een Toy Dolls show. Olga en Tommy beginnen met over het podium stuiteren tijdens de opener “Fiery Jack” en houden daar pas mee op na “Harry Cross” voor de toegiften, ondertussen is het Nirwana terrein omgetoverd in een ouderwets pogoënde massa en hebben we Bach on Steroids gehoord en de grootste hit, het kinderliedje “Nellie the Elephant”. In de toegift worden we vergast op “The Saints Come Marching In” gespeeld met de gitaar op het hoofd en pretpunkjuweeltjes als “Glenda and the Test Tube Baby” en “Dig that Groove”. The Toy Dolls maakten er een geweldig feestje van, een perfecte afsluiter van een geweldige tweede dag van Nirwana Tuinfeest.

Foto’s (c) Ariane van Ginneke/Maxazine

Deel: