Op 26 februari aanstaande komt het langverwachte nieuwe solo album van Toto zanger Joseph Williams, in een simultaan release met het nieuwe album van Toto gitarist Steve Lukather, wereldwijd uit. Op het album, dat als titel ‘Denizen Tenant’ (dat zoveel betekent als ‘Bewoner, huurder’) meekreeg, horen we elf nummers, waarvan twee bekende covers zijn.

‘Denizen Tenant’ is een meesterwerk geworden; Een prachtplaat, waarbij het Joseph lukt om zijn inmiddels eeuwige en zelfgezochte stigma van steeds terugkerende Toto-zanger van zich afwerpt. Williams zingt beter dan ooit op dit album en vestigt zich definitief als schrijver van erg fraaie contemporaine pop-rockmuziek, die na iedere draaibeurt beter beklijft.

Waarom is het album een meesterwerk? De redenen hiervoor zijn: Een perfecte productie, muzikaal vakmanschap op het allerhoogste niveau, originele nummers die compositorisch verrassen en waarbij met name de vocale arrangementen uitblinken in originaliteit en de uitvoering ervan tot in de perfectie is neergezet.

Productie

Het album klinkt fantastisch. We kennen de Toto sound natuurlijk als de signature West Coast AOR sound, maar in deze productie voegt Williams daar een hint van een verlangen naar die vette, originele seventies sound doorheen. Alsof het een goed gerijpte rode wijn is hoor je her en der een hint naar de sound van bijvoorbeeld Steely Dan. Overall is de sound diep, met mooie vette bassen, maar tegelijkertijd mooi transparant waardoor met name de vocals heel mooi in het geheel liggen. Duidelijk is dat aan de productie heel veel liefde en zorg is besteedt door Williams, samen met Jay Gruska die we vooral kennen als componist voor film en tv series. Niet gek dus dat Joseph , zoon van John Williams die man die ons de filmmuziek van Star Wars, Jaws en Jurassic Parc gaf, samen met Gruska erin slagen een productie te maken die inderdaad klinkt als een cinematografisch pop rock album.

Muzikaal vakmanschap

Een goed album maak je natuurlijk met uitstekende muzikanten en daarvan heeft Williams op “Denizen Tenant’ een dozijn of zo van opgetrommeld. De bezetting leest zich als een een wie is wie van de beste sessiemuzikanten van de laatste 40 jaar. Williams put uit de muzikaliteit en ervaring van oud Toto collega’s zoals Wrecking Crew legende Leland Sklar op bas en Simon Phillips op drums. Op gitaar speelt levende legende Mike Landau en uiteraard spelen ook Toto maatjes Steve Lukather en David Paich mee. Inderdaad, de usual suspects, maar potdorie zet ze maar eens bij elkaar. Om het allemaal nog spannender te maken doet toetsenist Jeff Babko (ja die van de Jimmy Kimmel live band) een behoorlijke duit in het zakje. Dat maakt dat het album een overload kent aan muzikale virtuositeit. Williams als producer laat echter al dit talent en ervaring in dienst van de nummers spelen. Een verademing om te horen dat het om de nummers gaat en niet om de spierballen van de virtuositeit.

De nummers

De nummers het album zijn meest de vrucht van samenwerking van Williams met anderen. In de corona periode heeft hij daar ruim de tijd voor kunnen nemen, hetgeen geleid heeft tot prachtige composities. Daarnaast laat Williams zich ook als tekstschrijver gelden die er niet voor schuwt om ons een openhartige inkijk te geven in zijn leven.

Williams kiest niet voor de makkelijke weg. ‘Denizen Tenant’ is zeker geen pseudo Toto album geworden, maar een totaal eigen productie waarin Williams zich als zelfstandig producent, zanger en componist vestigd.

Enige uitzondering hierop is het nummer ‘Liberty Man’, dat Williams samen schreef met David Paich , en waarin hij instrumentaal ondersteund wordt door Leland Sklar, Simon Philips, David Paich en Steve Lukather. En dan ook nog Landau. Meer Toto dan dit zal het niet snel worden. Dat het mijn minst favoriete nummer op het album is spreekt wat dat betreft boekdelen voor mij.

Twee covers

Williams breng op ‘Denizen Tenant’  onder andere ‘Don’t Give Up’, dat we orgineel van Peter Gabriel en Kate Bush kennen. Op dit album blijft Williams vrij trouw aan het origineel. De Kate Bush partij werd ingezongen door de dochter van Williams, Hannah Ruick. Hannah is een nog vrij onbekende zangeres die haar weg probeert te vinden. Hulp van papa is dan zeer gewaardeerd en deze mooie vertolking gaat haar zeker verder helpen met haar carrière.

De Lennon/McCartney song ‘If I fell’ krijgt van Williams een bijzonder mooi vocaal arrangement mee en wordt naar een hoger niveau getild. Andermaal het bewijs dat Lennon/McCartney nummers eeuwigheidswaarde hebben en ook nu nog steeds het publiek kunnen raken, mits goed uitgevoerd en met respect behandeld.

‘Denizen Tenant’ is een album dat verrast. Het is niet innovatief in de zin dat er muzikaal nieuwe wegen worden ingeslagen, maar wel worden er op albumproductie en in muzikaal oogpunt piketpalen geslagen. In die zin is het album weldegelijk baanbrekend. Het is geen zoveelste Toto album, ook geen slap aftreksel ervan. Williams heeft het heft in eigen hand genomen en zich los weten te maken van de verwachtingen. Respect voor Joseph Williams en dit album is op zijn plaats. (9/10) (The Players Club / Mascot Label Group)

Deel: