Op 22 juni stond in Carré Africa Express presents The Syrian National Orchestra. Een show die tot op de dag van de uitvoering een veel besproken onderwerp was tijdens het Holland Festival. Hoe krijg je een orkest bij elkaar wat door de oorlog in Syrië uit elkaar gerukt is? Dat was geen moeilijke vraag voor projectleider Damon Albarn.

Al eerder werkten ze samen voor Damon’s virtuele band Gorillaz, maar deze avond lag de aandacht voornamelijk bij het orkest en het achtergrondkoor. De hoge verwachtingen die er waren werden vanaf de eerste noot waargemaakt al hadden we wel iets anders voor ogen.

Een doorsnee show van Africa Express onder leiding van Damon Albarn betekent normaal een grote jamsessie en veel bekende covers in een Afrikaans/ Arabisch jasje, dat was vanavond anders. Het orkest, wat de hele show leidde en begeleidde, speelde prachtige Arabische stukken die werden aangevuld door vele gastoptredens. Zo stal Mounir Troudi uit Tunesië de show met zijn prachtige stem en sierlijke dans, maar ook de moderne pop- en rapmuziek werden vertegenwoordigd door o.a. Bu Kolthoum, Malikah en Eslam Jawaad en werd de hit ‘White Flag’ van Gorillaz in een nieuw jasje gestoken.

Carré barstte uit z’n voegen toen Rachid Taha, de Algerijnse George Baker, het podium opliep en een feestje bouwde met het gehele orkest en koor. Taha kreeg het hele publiek aan het dansen en in de coulissen kon men ook niet stil blijven staan.

Maar de meeste ogen waren gericht op de twee Britse namen die de avond sierden. Projectleider Damon Albarn speelde het kleine ingetogen nummer ‘Out of time’ van zijn formatie Blur samen onder begleiding van ngoni speler Bassekou Kouyaté. Ook Paul Weller hield het klein met z’n ‘Wild Wood’, welke onder leiding van het Syrisch orkest een bijzondere uitvoering kreeg. Samen met Albarn speelde Weller nog de cover ‘Blackbird’ van The Beatles. Tijdens dit nummer werd nogmaals bewezen dat deze avond niet om hen draaide, want beiden zaten verscholen achter de violisten.

Helaas kende deze bijzondere show ook wat moeilijkheden in de opbouw ernaartoe. Zo konden uiteindelijk de gasten Baaba Maal en Lofti Bouchnak er wegens omstandigheden niet bij zijn. Maar ook orkestleider en mede-projectleider Issam Rafea konden er vanwege asielprocedure in Amerika niet bij zijn en zo zien we dus gelijk weer hoe moeilijk het geweest moet zijn voor dit orkest om elkaar na 5 jaar te weerzien.

Wat de avond mooi maakte waren de vele genodigde gasten, mensen die in de centra van de gemeente Alkmaar, Amsterdam en Zaandam verblijven. Vanaf het eerste nummer klonk er uit verschillende delen van Koninklijk Carré zacht geneurie, maar al snel werd het koor bijgevallen door meerdere mensen uit het publiek. De mooie muziek maakt goed dat wij het als Westerlingen niet kunnen verstaan, muziek kent geen grenzen en dat werd die avond wederom bewezen.

Deel: