De man die deze avond de Paradijskerk akoestisch zou vervullen kent een enkeling misschien wel van de Noorse rockband Madrugada. Deze band kwam na 15 jaar in 2007 ten einde met het overlijden van de gitarist. Hierna ging deze man vooral als singer-songwriter door, maar ook genres als krautrock en industrial noise heeft hij in zijn muziek verwerkt.

Na de tour van zijn recentste full-length besloot Sivert eens iets anders te doen en zijn supportband even achterwege te laten. Het resultaat is de ‘Autumn In Arcadia’ tour, waarin kleine venues worden bezocht om een andere zijde van zijn muziek te kunnen laten zien. Dat was ook deze avond het geval, de gekozen locatie was de vroeg 20e eeuwse Paradijskerk in Rotterdam. Verhuld in het welbekende stadscentrum, staat het decor daar in schel contrast mee. Met een capaciteit van slechts een paar honderd man had het niet beter gekozen kunnen worden.

Bij binnenkomst bleek dat de kerkbanken nog op hun plaats stonden, wat het geheel een nog intiemer gevoel gaf. Samen met de vele geplaatste lichten gaf de kerk een ietwat spookachtige sfeer. Vrij ingetogen en statig kwam Sivert het podium op, om vervolgens direct aan het spelen te gaan. Het zwaar geladen Prisoner of the Road werd gekozen om mee te openen, een nummer dat speciaal was geschreven voor het Norwegian Refugee Council. Wat direct opviel is de krachtige stem van deze man, die live niets inleverde ten opzichte van zijn 4 solo platen. Deze is met zijn gitaar voldoende om de (niet akoestisch geschreven) nummers te vertolken zonder ze simpel te doen klinken.

De avond werd gevuld met allerlei nummers uit zijn repertoire: ‘Where Is My Moon’ van de gelijknamige EP, klassieke nummers van Madrugada als het elektrisch gespeelde ‘Strange Colour Blue’ maar ook covers mochten niet ontbreken. ‘Holocaust’ van Big Star werd zonder de reguliere piano opgevoerd, zo mogelijk nog duisterder dan het origineel.
Waar de Noor in het begin van de avond niet meer dan “Thank you so much” kon zeggen, werkte de intimiteit wel om hem wat losser te maken. Zo vertelde hij over zijn voorliefde voor oorspronkelijk Nederlandse zanger Cornelis Vreeswijk en droeg hij een nummer aan hem op.

‘January 3rd’ werd aangekondigd als het laatste nummer van de show, dat volgens eigen zeggen zonder repeteren werd gespeeld op zowel gitaar als mondharmonica tegelijk. Erg goed kwam het niet uit de verf, maar iedereen kon er gelukkig om lachen. Uiteraard kun je het als artiest niet maken om zonder encore een zaal te verlaten, daarom werden er nog maar liefst vijf extra nummers gespeeld. Uiteindelijk eindigde de show dan met het langverwachte ‘The Kids Are On High Street’, een duik in het voorgane rock karakter van de band Madrugada.

Deel: