Simon Alice René, oftewel Winston, heeft zijn debuutplaat uitgebracht, kortweg ‘WNSTN’ genaamd. Het resultaat van een twintig jarig rijpingsproces. Gegist in het creatieve brein van iemand die zich op de voorgrond uit, maar eigenlijk liever op de achtergrond blijft…. Een worsteling met levensvragen die misschien nog geen antwoorden hebben opgeleverd, maar wel een prachtige plaat. Winston zet je aan het denken met de ‘plaat die hij zijn hele leven al moest maken’.

We zitten in het voormalige ketelhuis van aardewerkfabriek Sphinx in Maastricht. Prachtig verbouwd tot café/restaurant en bioscoop Lumière. Waar naar een mooie balans is gezocht tussen heden, verleden en toekomst. Juist in die omgeving spreken we met Simon Alice René, oftewel Winston. Gezeten op een mooie, vrij opvallende felrode retrofauteuil. “Mag ik daar gaan zitten?” We zetten de zeer sympathieke Belg meteen maar op scherp: “Of ik de Belgische muziek spannender vind dan de Nederlandse? Poeh, Ik vind dat een heel moeilijke. Ik ben heel weinig bezig met moderne, hedendaagse muziek. Ik kijk meer terug.” Al heel vroeg valt het codewoord: “Ik ben een Queen adept… Uiteraard om wat Freddie kon met zijn stem. Maar vooral ook om de diversiteit. Queen is nooit van begin tot einde hetzelfde.” Hoewel Simon niet pretendeert ‘een beetje Queen’ te zijn, voelen we beiden dat de geest van Freddie vandaag nog vaker zal neerdalen op Simon, gezeten op de opvallende felrode retrofauteuil. “Ja, die muziek, maar ook dat theatrale, inderdaad…”

Winston is een creatieve duizendpoot: muzikant, graficus (“nou ja, ik maak zeefdrukken…”), dichter, Hasseltse guerrilladichter zelfs. “Maar ik zou ook graag toneel gaan spelen. Op een podium staan en in de huid van iemand anders kruipen… Maar ook iets als landschapsarchitectuur. Ik heb achter mijn huis een hele grote tuin. En ik probeer die met allerlei hoekjes zo te maken dat je steeds een nieuw soort beleving krijgt. En met beelden en zo… ook dat…”.

Veelzijdig creatief, dus… Maar zelfs als we ons beperken tot de muzikant Simon, dan zijn er nog keuzes en smaken. Zo kunnen we hem zien in Winstons Mosterdpot. Waar hij alleen op het podium staat, afgezien van zijn piano… “Dat is de muzikant wie ik ben, daar op dat podium, alleen. Zo maak ik de nummers thuis ook, alleen op piano. Mijn eigen nummers maar ook bewerkingen van anderen, zoals inderdaad Queen, maar ook David Bowie of wat dan ook. In de Mosterdpot grijp ik echt terug naar mijn roots als muzikant.”

In die Mosterdpot kan Simon al heel veel kwijt, maar… “Waar echt mijn passie ligt, dat is bij Winston. Ook dat theatrale, dat ik dan op het podium kan brengen.” Winston is de band Winston, natuurlijk onder creatieve aanvoering van Simon zelf. “Tsja, er zo zoveel verschillende Simons…”, zegt hij grappend, “Iedereen laat op verschillende momenten en plaatsen iets anders van zichzelf zien. Dat is heel normaal. Maar ik probeer altijd heel authentiek te zijn. En als ik dat niet ben, dan ligt dat er vingerdik op.” De humor als bescherming? “Ja, misschien wel, maar dan niet naar de buitenwereld, maar meer naar mijzelf toe. Om niet te zwartgallig te kijken naar de dingen die op je pad komen.” Zijn teksten op WNSTN schreef hij ook duidelijk naar zichzelf toe. “Ik was daarin op zoek naar bepaalde aspecten van mezelf: Wie ben ik? Waar kom ik vandaan? Waar wil ik naar toe? Die levensvragen zitten zeker in het album. De nummers zijn een soort natuurlijke uitlaatklep van die zoektocht.”

Simon gaat zelf ongevraagd dieper in op ‘Van waar kom ik? “Iets dat ik duidelijk nog steeds niet heb ingevuld. In het nummer ‘Oehoe’ vraag ik me af: ‘Ben ik een koekoeksjong?’ Een koekoek legt zijn ei namelijk altijd in een ander nest. Dus, in welke mate hoor ik thuis in mijn achtergrond?” Simon gaat even verzitten, op de nog steeds vrij opvallende felrode retrofauteuil… “Het is een zoektocht die ik al ruim tien jaar aan het maken ben, vanaf het moment dat ik papa ben geworden… Ik ben dingen een plaatsje gaan geven. Ik ben op zoek ben gegaan waar mijn thuis is… vroeger, nu, maar ook in de toekomst… ‘Waar kan ik mijzelf als Simon het beste ontplooien?’ stelt hij zichzelf de vraag… “Die plaats heb ik nog niet gevonden.”

Het gesprek gaat steeds meer de diepte in, en trapsgewijs komen we steeds dichter bij de aanleiding der aanleidingen voor dit gesprek: het album WNSTN. ‘De plaat die ik al heel mijn leven moest maken’, schrijft hij zelf als eerste regel op het persbericht. “Sommige nummers zijn al twintig jaar oud.” De veertiger heeft het dan over ‘Zonder haar’, “ook het enige liefdesliedje dat er op staat. Ik heb het natuurlijk wel iets bijgeschaafd. Dat is logisch als het twintig jaar in de kast ligt. Maar ik vind dat de hele plaat ook wel twintig jaar heeft gerijpt.”

Die rijping levert een zeer persoonlijk album op, poëtisch en met een scheutje humor. Een album om over na te denken. “Ik wil best een trigger zijn om over iets na te denken, maar ik wil niet het belerende vingertje. Ik hoop gewoon dat jij er voor jezelf een betekenis in kan steken. Want iederéén heeft levensvragen.” Dus ook de ‘Doodgewone Stefan’, een song op de plaat, een begrip in het leven: “We kennen ze allemaal: iemand die eruit als een grijze muis, en dat eigenlijk ook is. Maar tegelijk ook op zijn strepen gaat staan, zich wil profileren… In dat nummer ben ik eerst boos op deze ‘Doodgewone Stefan’, maar uiteindelijk is het de boosheid op mijzelf die ik kwijt moet. En moet ik bekennen dat ik ook een ‘Doodgewone Stefan’ ben… De grijze muis die stil in een hoekje zal kruipen, maar ook diegene die zich extreem zal gaan profileren.” De zoektocht is duidelijk nog niet ten einde… “Als je iets wilt doen met muziek of met gedichten, dan zal je op de voorgrond moeten treden. Je hebt geen keuze. Maar eigenlijk wil ik liever op die achtergrond zijn. Maar dan kan ik niet doen wat ik wil doen…”

En hoewel Simon terecht heel trots is op zijn plaat (“Het is toch mijn kindje”), zit de tevredenheid vooral in het momentum zelf. “Als ik op het podium sta. Of als ik een nummer aan het schrijven ben en het is dan klaar. Dan voel je je God. Daar gaat het nummer ‘Regen In De Drop’ ook over. Maar de momenten ertussen, ‘The moments in between’ zoals Freddie (…) ze ook noemt, zijn moeilijke momenten. Momenten van eindeloze twijfel.”

Dit gesprek is blijkbaar ook een momentum. Simon is zeer openhartig en straalt tevredenheid uit. Hij pakt nog even de platenhoes van WNSTN erbij, een unieke, genummerde zeefdruk. Om te zoeken naar de twee nummers die hem vandaag, in het hier en nu, het meest typeren… “‘Oefening In Loslaten”. De titel zegt het al… En ‘Alles Uit Mijn Tijd’, omdat ik ook echt alles uit mijn tijd wil halen, maar ik het gevoel heb dat ik daar niet in slaag. Dat er dingen in de weg zitten. Maar het blijft een droom…”

Dromen mag, ook op de felrode retrofauteuil, zijn perfecte praatstoel voor vanmiddag. “En ‘Uit Mijn Tijd’ is ook een typisch Freddie nummer hé, dus blijft wel mijn ideaal.” De ziel van de Queen zanger waart nog steeds rond, hier in Lumière, Maastricht… “Wat me doet blijven gaan, mezelf laat heruitvinden en nieuwe dingen laat creëren.” Ondanks alle twijfel die Simon nog heeft. Of misschien juist dóór al die twijfel. Descartes schreef ooit, vast heel vertwijfeld, dat twijfel het begin is van alle wijsheid. Die twijfel zit zeker verweven in ‘WNSTN’. Het zal je dan ook geen antwoorden geven op de grote levensvragen. Maar het maakt je wel wijzer: Winston zet je aan het denken met de ‘plaat die hij zijn hele leven al moest maken’.

Foto’s (c) Nadine Gijzen

Deel: