Mijn naam is Berthold Sleuth en ik ben, naast houder van een rijbewijs, zwemdiploma A, B en C (C bijna, maar dat kwam omdat de pop die ik uit het water moest vissen lek was, gelijk een mandje waar oude pruimen in hebben gezeten), en een High School diploma een fervent liefhebber van muziek. Muziek waar ik enorm van houd, is misschien niet de muziek waar u graag naar luistert, op weg naar uw werk, in de auto of openbaar vervoer (of op de fiets, want laat ik die mogelijkheid niet uit het oog verliezen). Wellicht omdat u de muziek niet kent, of omdat u simpelweg genoeg heeft aan niet eerder verschenen opnames en remixen van oud broddelwerk van Michael Jackson of andere aanstootgevende producten van de hedendaagse muziekwereld. Pas op! Ik neem u niets kwalijk, noch zet ik mijzelf een trede hoger op welke ladder dan ook (want dat ik onderaan een ladder het best mijn zegje kan doen, is een zekerheid die grenst aan het absolute).

Wat doe ik hier? Maar vooral, wat wíl ik dan? Willen, mijn beste? Willen? Ik wil helemaal niets! Nou ja, met rust gelaten worden. Dat wil ik eigenlijk het liefst van al. Met rust gelaten worden, met naast mij een discrete asbak en voor mij een glaasje Muscadet, dat met enige regelmaat en zonder dat ik daarvoor mijn stem hoef te gebruiken, door de barman bijgevuld wordt. Een avond gevuld met de muziek die door de luidsprekers (wat een prachtig woord is dat toch: luidspreker, maar dat terzijde) schalt. Want naast het schenken van een uitmuntende Muscadet, weet Charles (spreek uit: Sjarrel) de meest geniale composities uit zijn muziekinstallatie te toveren. Hier zit ik dan ook meestal. Nou meestal, bijna altijd. High Rolls gaat open om 21.00 en dicht om, nou, meestal als het licht wordt, maar in de zomer iets later. En elke dag, want aan feestdagen, daar doet Charles niet aan. En anders ik wel. Niet.

Maxazine.nl heeft mij gevraagd om eens per week verslag te doen. Daar had ik, zoals u zich misschien kunt voorstellen, helemaal geen zin in. Maar omdat er nu eenmaal geld op mijn boterham moet komen, heb ik ja gezegd.

Ik ben geen sociaal mens. Ik zeg de dingen zoals ze in mij opkomen. Ik doe dat nooit om bewust mensen te kwetsen, maar, ach, vaak doe ik dat dan wel. Maar niet bewust, dus. Mijzelf verontschuldigen, ook dat doe ik niet vaak. Alleen deze ene keer. In het vooruit. Vooruit! Daar gaat ‘ie dan.

High Rolls

In Esneux, in de provincie Luik, ben ik geboren. Als zoon van een fabrieksarbeider en mijn moeder. Mijn jeugd is Esneux was geen lang leven beschoren. Voordat mijn ouders geld genoeg hadden om voor mij een fatsoenlijke opleiding te kunnen betalen, waren we al vier keer verhuisd en woonden we uiteindelijk in het grijze Luik. Wat een smerige stad is dat, zeg. Toch heb ik er een aantal mooie jaren doorgebracht. Ik zat in een bandje (The Forlorn) en we speelden free jazz. Zó free, dat het vinden van optredens niet eenvoudig was. We waren met ons vieren. Met mij op piano, Jules op bas, Ferdinand op drums en Juan Carlos op sax. We waren goed. Het uitblijven van succes en optredens deed niets af aan onze ambitie. Al leidde het wel tot het uiteenvallen van ons combo, toen Jules verhuisde naar Maastricht, omdat hij met zijn zotte kop verliefd was geworden op een hoertje. Een hoertje dat beloofd had te stoppen met het verkopen van haar lichaam, als hij voor hen een huisje zou kopen. En zo deed Jules. Zonder fatsoenlijke bassist waren we nergens en aldus verliet op dat moment The Forlorn het moeilijke wereldje van de free jazz in Luik. Ik was toen twintig.

Daarna ben ik gaan reizen en daarmee heb ik elke kroeg in San Vicente, El Salvador, gezien. Ja, verliefd geworden, twee kinderen gemaakt en jaren later terug gekeerd naar Luik. Zonder mijn kinderen, omdat die een nieuwe vader hadden gevonden in de bijslaap van mijn vriendin. Dit verlies en gemis ben ik nooit te boven gekomen, en dat zal me ook nooit lukken. Ik heb een hekel gekregen aan alle mensen, omdat ik zo vreselijk veel van mijn kinderen hield. En houd. Ik verbitterde en sloeg met een stoeptegel zó vaak tegen mijn knie, dat die niet meer te redden was. Met een sleepbeen ga ik sindsdien door het leven. Ik eet en drink van de dop en van diezelfde dop kan ik mijn kamer betalen. Een vetpot is het niet, maar voor iemand zonder wensen of doel, is het prima te doen. Mijn buren ken ik niet, en wil ze ook niet kennen. Al hoor ik ze elke dag en kom ik ze soms tegen in de avondwinkel. En nee, ik groet ze niet.

High Rolls is mijn tweede thuis. Ik kwam er voor het eerst toen ik mijn verjaardag vierde. Ik had thuis een goede fles ambrozijn weggewerkt en besloot de straat op te gaan. Het nachtleven bevalt me. Het is rustig op straat, de winkels zijn dicht en buiten een enkele snackbar is er niets te doen. En deze avond, zoals ik wel vaker deed, liep ik een rondje. In de overtuiging dat het bij een rondje zou blijven. Ik schoot een straatje in, waar ik al tientallen keren ongezien voorbij was gelopen, maar – omdat ik jarig was – ditmaal eens insloeg. Papier waaide om mijn voeten en het rook er naar afval van een week oud. Ook werd het er steeds donkerder. Het bord, met daarop geschreven: Zorn (en verder niets), lokte me naar binnen. Een afzakkertje, dat kon vast geen kwaad. Het was tenslotte mijn verjaardag.

Aan de toog stonden vier krukken, die allemaal bezet waren. In een hoek, stond een scheve tafel (zo zou ik over niet al te lange tijd merken), was nog plek. Het zou mijn plek worden, voor al mijn komende verjaardagen. Op tap hadden ze Lindemans Kriek (een redelijk unicum) en Stella. Bier drink ik niet, dus ze konden me wat. Qua wijn was er rode uit Spanje en uit Italië en muscadet uit Frankrijk. “Muscadet.” bestelde ik mijn eerste.

Het bord had niet gelogen. John Zorn. De hele nacht. Zijn interpretaties van de muziek van Ennio Morricone, Spillane en zelfs Painkiller kwam voorbij. De mooiste dag van mijn leven, dacht ik nog. Ik proostte luid en hief mijn glas omhoog. “Uw gebeente als nagels aan mijn doodskist!!” Niemand keek op. Ik keek neer en Charles schonk mijn glas weer vol. Toen ik naar huis ging, was de zon al wakker. Mijn bed was nog nooit zo zacht geweest. Zonder glaasje water, maar met een voldane glimlach, viel ik in slaap. Om wakker te worden met een meer dan heftige toogdrang. High Rolls. Zolang mijn tafeltje daar staat, knijp ik mezelf niet langer in de vingers.

Berthold Sleuth, met kennis van muziek.

Deel: