Donderdag 2 mei jongstleden trad Alan Parsons met zijn ‘Live Project’ op in de Ancienne Belgique in Brussel. De Ancienne Belgique is voor veel Nederlandse lezers misschien niet de eerste en meest logische keuze als het gaat om het plannen van een leuke avond uit, maar voor velen op zo’n anderhalf uur rijden. Gesitueerd in de geweldige stad Brussel is het toch zeker en vast de moeite waard de uitmuntende programmering goed in de gaten te houden.

Alan Parsons behoeft voor de muziekliefhebbers geen introductie. De man is een levende legende die mede vorm heeft gegeven aan de populaire muziek zoals wij die nu kennen. Hij was technicus bij de opnames van de laatste twee Beatle Albums in de fameuze Abbey Road Studios en de mannen van Pink Floyd kunnen niet anders dan Alan Parsons de credits geven voor de zo beroemde sound van hun album ‘Dark Side of the Moon’. John Miles’ ‘Music’… geproduceerd door Parsons. Al Stewart’s ‘Year of the cat’? Juist: Alan Parsons. De lijst is eindeloos. Vanaf 1976, waarin hij met het Alan Parsons Project het legendarische album ‘Tales of mystery and Imgagination‘ uitbracht, heeft hijzelf een enorm stempel op de hedendaagse rockmuziek gedrukt. Het is geen echte prog-rock, misschien prog-rock lite, maar in ieder geval hyper intelligente muziek, die door uitvoering en schoonheid tijdloos is geworden.

Foto (c) Perry Hermans

De van tevoren uitgelekte setlist liet al zien dat het optreden heel speciaal zou zijn. Een aantal tracks van het fantastische nieuwe album ‘The Secret’ ingebed in een lange lijst van klassiekers, waarvan er enkele nog maar zelden live te horen waren geweest.

Na de aftrap met het nieuwe ’One note Symphony‘ ging de fenomenaal spelende band meteen door met ‘Damned if I do‘ van het album ‘Eve’. Wat meteen opviel was dat de band met zeer geraffineerde ingrepen de muziek prachtig eigentijds had gemaakt. Drummer Danny Thompson toverde met zijn zeer energieke en technisch hoogbegaafde drumtechniek nieuwe en zeer efficiënt werkende drumpartijen onder de nummers. In samenwerking met bassist Guy Erez stond de basis solide en snaarstrak.

De band ging maar door met het spelen van hits. Het eerste echte hoogtepunt kwam met de ballad ‘Time’ van het album ‘Turn of a friendly card’. De zang werd naar een absoluut onmogelijk hoog niveau getild en de backings werden op een gegeven moment zes-stemmig tot in perfectie uitgevoerd. Drie lagen kippenvel waren het resultaat. Hier en daar kwamen er zelfs tranen in ogen van het betoverde publiek. De orkestrale partijen die Tom Brooks uit zijn keyboards toverde waren van een nooit eerder gehoorde kwaliteit en schoonheid.

Meteen daarna werd ‘Time’ uitgekleed tot op de baspartij, die geraffineerd overging in het intro van ‘The Raven’. Het publiek reageerde als een man toen deze classic van het eerste album gespeeld werd. De band rockte als een organisch geheel en het spelplezier knalde werkelijk van het podium af. Al die tijd stond Alan Parsons, de vriendelijke reus, als een Zeus die vanaf de berg Olympus naar de nakomelingen van godin Afrodite keek die met hem op het podium stonden en het woord’ schoonheid’ een nieuwe betekenis gaven. Even verderop droeg Alan Parsons het nummer ‘Limelight’ op aan Eric Woolfson; vriend en mede-oprichter van the Alan Parsons Project, die helaas veel te vroeg overleed in 2009.

Wie bij Alan Parsons denkt aan gezapige softrock heeft het toch echt mis. De band verbaasde vanavond vriend en vijand met hevig rockende versies van ‘Standing on Higher Ground’ en ‘Prime Time’, waarin de hoofdrollen werden opgeëist door gitarist Jeff Kollmann die door Guitar magazine wordt omschreven als “Het muzikale equivalent van een autogeen lasapparaat” en Dan Tracey, die naast zijn gitaarkunsten ook over een waanzinnig goede zangstem beschikt.

De gitaar-extravaganza kwam naar een hoogtepunt in een zeer knap gespeeld intermezzo waarin de band alles uit de kast haalde om een orkestraal en ritmisch alibi te geven aan de gitaristen om volledig los te gaan. het woord ‘magistraal’ dekt de lading niet. Onwillekeurig dreven mijn gedachten naar het legendarische moment waarop ik Queen ooit ‘Brighton Rock’ live zag spelen. De nieuwe nummers ‘Miracle’, ‘As lights fall’ en het prachtige ‘I can’t get there from here’ pasten wonderwel in de setlist en werden al goed herkend door het publiek, terwijl het album pas net een kleine week uit is.

Voor de toegiften miste dan nog het tweeluik ‘Sirius/Eye in the Sky’ Dat door de discipelen in de zaal woord voor woord werd meegezongen en overging in een ovationeel en zeer dankbaar, minuten lang aanhoudend applaus als dank voor het unieke concert dat ons was voorgeschoteld. Even later kwam de band terug om de avond naar een nog hoger niveau te tillen, al leek dat nauwelijks nog mogelijk. ‘Old & Wise’ met een bizar mooie saxofoonsolo van Todd Cooper werd opgevolgd door ‘(The System of) Dr. Tarr and Professor Fether’ dat met een ferociteit werd neergezet alsof het gisteren uit was gekomen en naar nummer een gespeeld moest worden. Als grote finale werd met meezinger ‘Games People Play’ het publiek uiteindelijk helemaal zoek gespeeld. Alan Parsons blijft relevant, relevanter wellicht dan velen hadden gedacht. De Ancienne Belgique zag een legendarisch optreden van een kwaliteit die zelden op de podia wordt gezien.

Foto’s (c) Perry Hermans

Deel: