Die heerlijke vette, ribfluwelen seventies sound van Adrian Quesada, compleet met dwarsfluiten, lopende baslijntjes, fender rhodes met gekke akkoordprogressies, de basdrum die in de sound lekker in het midden van de kamer staat, analoge synths, de beat mag omdraaien, muziek die verhalen vertelt, de je meeneemt op een imaginaire wereldreis.

Een psychologisch avontuur, een trip bijna, zonder dat je een pil hoeft te slikken. Soms kan muziek dat allemaal zijn. Meestal vind je iets van het een daar, een beetje van het ander weer in een andere stoffige doos met oude albums, heel zelden, maar bijna nooit, dan komt alles ineens samen. Dan is het of je een goudklomp ter grootte van een kuipje margarine hebt gevonden, zonder ernaar gezocht te hebben. Je stoot er gewoon je teen tegen. Eerst ben je stomverbaasd, geen idee wat dat nu weer is. En als je dan zo’n album eenmaal op je platenspeler hebt liggen, dan komt hij er niet meer af, dan blijf je hem draaien. Je gaat er later van naar bed, en ‘s ochtends als je gaat douchen dan staat hij al op.

Zo’n album is ‘Jaguar Sound’ van Adrian Quesada, dat op 18 november werd gereleaset.

Adrian Quesada is de gitarist van Black Pumas, de band die de laatste jaren als een komeet omhoog is geschoten. ‘Jaguar Sound’ is alweer zijn tweede soloalbum in dit jaar. De man is nogal lekker op dreef.

Op ‘Jaguar Sound’ trakteert Quesada de luisteraar op 12 instrumentale tracks, waarvan de een niet voor de ander wil onderdoen. Quesada werd tijdens de lockdown geïnspireerd door hip-hop beats aan de ene kant en cinematografische muziek aan de andere kant. Op ‘Jaguar Sounds’ versmelten beide tot een geheel waarbij het ene ingrediënt het andere synergetisch versterkt. ‘Rise of the have nots’ is een mooi voorbeeld. Quesada vermengt de typische Ennio Morricone feel met beats die zo van een mixtape lijken geplukt. Productioneel een droom want die vette, analoge seventies sound is de basis voor een open productie waarin alle details prachtig worden weergegeven. De opbouw van het arrangement klinkt zo logisch dat je zou vergeten hoe knap het gemaakt is. Heerlijk.

‘Spirits’ is een track die wat extra belichting waard is. Quesada werkt hierop samen met de uit Brooklyn New York afkomstige blazers van Ikebe Shakedown. Ikebe Shakedown zit op Colemine Records, het zuster label van Daptone records, en dan weet de liefhebber wel uit welk vaatje bier getapt wordt. Vintage soul van de hoogste plank, de plank waar we tot voor kort helemaal niet meer bij leken te komen sinds Sharon Jones dood is.

‘Alberto’s Loop’ dan, een magistraal meesterwerkje op basis van een percussie loop met een dwingend eenvoudige, doch sick groovende baslijn. De eerste 16 maten mogen zo eindeloos op repeat en ik ben een gelukkig mens. Dan een heerlijke, vies klinkende synthesizer die, in combinatie met de groove, iedereen in beweging zal krijgen.

Neal Francis speelt op drie tracks mee. De mooiste daarvan is ’Fireflies’. Francis legt met zijn toetsen een heerlijk tapijt voor de groovende ritmes track, en dwingt de synths in een gareel waar ze anders nooit in mee zouden willen. Francis geeft de muziek van Quesada een zekere Alain Toussaint-achtige dressing die naar meer smaakt. Neal Francis zit, net als Quesada bij het Ato-label, en het zou geweldig zijn als zij meer samen zouden werken.

De laatste drie tracks zijn de beste Black Puma-tracks die nog niet zijn uitgekomen. Wat een geweldige nummers zijn dit. Als Eric Burton erop zou zijn komen zingen was dit zonder meer het beste dat Black Pumas had gemaakt. ‘DG on the Keys’ schreeuwt om een lekker flowende rap en een prachtig refrein. Maar voor nu is het genieten van een spaghetti-western sound waarin gitaar, rhodes en strijkers om beurten de hoofdrol opeisen. Tot een shootout komt het niet. Op ‘Jaguar Sound’ zijn geen verliezers alleen maar helden.

‘Jaguar Sound’ is meteen een kandidaat voor het allerbeste album van 2022. (9/10) (ATO Records)_

Deel: