De Linda Lindas, een punkkwartet uit Los Angeles, combineren powerpop met de rauwe garage punk sound, zoals we die van een band als The Ramones kennen met de bedoeling er een soort van retro punkrocksound mee te creëren, die ook nog eens commercieel aanslaat. Terwijl ze nog in hun vroege tienerjaren waren, speelde band al in voorprogramma’s van bands als Bikini Kill en Alice Bag en verschenen ze in de Amy Poehler-film ‘Moxie’. Na het in eigen beheer uitbrengen van een EP in 2020 tekende de band een contract bij Epitaph Records, waar dan nu hun debuutalbum ‘Growing Up’ is uitgekomen.

De band is vernoemd naar de track ‘Linda, Linda’ uit 1987 van de Japanse punk iconen de Blue Hearts, en de band presenteert zich als een meisjes meisjes band, beetje manga achtige presentatie. Nogal door commercie gedreven styling als je het mij vraagt, waar het publiek snel doorheen prikt. Wat betekent dit voor hun debuutalbum?

‘Growing up’ klokt met 10 tracks af op nog geen 26 minuten, dus op dat gebied volgens ze hun grote voorbeelden in ieder geval. Dat deze tieners nu al zo’n hype veroorzaken maakt extra nieuwsgierig naar het album.

Echt punk of punkrock is de muziek niet. Daarvoor is het te radiovriendelijk en commercieel geproduceerd. Als ik de band toch zou willen vergelijken dan zijn ze een radiovriendelijke met Bangles commercie overgoten versie van bands als The Go Go’s, The Runaways of The Donna’s.

Opener ‘Oh’ is een simpel liedje met staccato gitaren en makkelijk meezingbare hook. Ideaal om met een haarborstel als microfoon voor de spiegel mee te zingen. ‘Talking to myself’ is net als de andere tracks een liedje over al die zaken waar je als puber mee te maken krijgt. Onzekerheid, puisten, relaties, peer pressure en wat al niet meer. Ik heb geen idee aan wie je dit als punkrock verkocht zou kunnen krijgen. Het is pop, maar dan met simpele gitaarakkoorden, en in niets maar dan ook helemaal niets bijzonder, of het zou de samenstelling van de band moeten zijn.

Er is eigenlijk niet echt iets bijzonders te vertellen over het album. De nummers zijn allemaal van hetzelfde laken een pak. Beetje eentonige, nasale zang. Saaie muziek.
Het leukst is nog het laatste nummer ‘Racist, Sexist Boy’ waar nog iets van oprechte woede uitspreekt.

In de USA is deze band nogal hot. Ik zie dat aan deze kant van de plas niet gebeuren. Het is gewoon een commercieel project. Dat de bandleden dan allemaal jonge meisjes zijn, is niet genoeg als verkoopargument. Het album is nogal een tegenvaller in ieder geval. Eens zien of de hype ook hierheen komt. (5/10) (Epitaph)

Deel: