Nadat ik The Rolling Stones in 2009 voor het laatst zag in de Arena, zei ik tegen mezelf: “Dit is de laatste keer dat ik in deze godsvergeten galmbak ben geweest.” Ieder concert wat ik daar bijwoonde – onder meer Michael Jackson, Robbie Williams en Lenny Kravitz -, steeds was het weer een geluidsdrama van jewelste. “Nooit meer,” zei ik. Totdat ik zag dat Roger Waters met zijn neverending The Wall-spektakel langskwam. De voormalige Pink Floyd-muzikant toert inmiddels al een kleine drie jaar rond met dit wereldberoemde muziekepos dat ik tot twee keer toe moest missen. Dus vooruit, tanden op elkaar: na vier jaar toch maar weer een keer naar de Arena. En wat schetst mijn verbazing: een meer dan acceptabel geluid! En dat komt goed uit, want het spetterende en oogstrelende symfonische rockwerkstuk verdient het om goed geluid te hebben. Nu is Roger Waters daar toch al streng in, aangezien hij doorgaans ook voor quadrafonische geluidstechniek gaat.

Maar al-le-mach-tig! Wat een visueel hoogstandje! De rockopera over verlies, misbruik, opvoeding, scheiding en neonazisme wordt meesterlijk uitgebeeld in een groots visueel theaterstuk, waarbij niks aan de verbeelding wordt overgelaten. Ik zag Waters één keer eerder met The Dark Side Of The Moon Tour, waar ik ook enorm van onder indruk was, maar wat ik vanavond zag en hoorde in de Arena ging nog een stuk verder.

De verkoopteller van Pink Floyd’s dubbelalbum The Wall staat op ruim 30 miljoen en is daarmee een van de best verkochte albums uit de muziekgeschiedenis en zijn concerttournee een van de best bezochte tournees.

The Wall
Foto’s (c) Serge Julien

Deel: