De 22-jarige Jamie N Commons is al enige tijd het onderwerp van buzz in de indiescene. Hij wekte de interesse van muziekliefhebbers door middel van zijn rauwe, doorleefde stem in combinatie met folk/rock die de luisteraar mee lijkt te nemen naar ‘vroeger’. Ik schrijf vroeger tussen aanhalingstekens omdat niemand je precies zal kunnen vertellen wanneer dat dan zou zijn. “Gewoon, vroeger. Toen mannen nog mannen waren, jeweetwel.”

Op een regenachtige zaterdag blijkt een simpele treinreis een heel avontuur. Na anderhalf uur gereisd te hebben haast ik me, vijf minuten voordat het concert officieel begint, bij Bitterzoet naar binnen. Tot mijn opluchting merk ik dat het concert nog niet begonnen is maar na een half uur wachten slaat die vreugde wel een beetje om in irritatie. Eindelijk gaat er een deur open en de band betreedt het podium.

Jamie, met zijn onafscheidelijke hoed, kijkt verrukt het krappe zaaltje in en verwelkomt ons met de woorden: “This is the biggest show we ever played under our own name.” Dan wordt zijn versie van de afro-amerikaanse spiritual ‘Wade in the Water’ ingezet en ik sta meteen weer versteld van zijn lage, licht hese zangstem. ‘The Preacher’ volgt, en omdat de clip hiervan al even op youtube te zien is kan ik deze een beetje meezingen. Dan vertelt Jamie ons dat het volgende nummer, ‘Devil in Me’, de nieuwe single is. De duistere insteek van zijn liedjes doen een beetje aan Nick Cave denken net zoals het compleet nieuwe nummer dat volgt genaamd ‘New Orleans’. Commons vertelt erbij dat het gaat over “Mardi Gras and fucking a dead chick, you know, because it’s the day of the dead and all…” Hij grinnikt een beetje als hij zich realiseert dat dat een beetje raar klinkt en begint maar gauw te spelen.

Na het ruige ‘New Orleans’ is het tijd voor een ballad en hier laat Jamie blijken dat hij zijn geroemde heesheid ook uit kan zetten als hij wat hogere noten pakt. Vier nummers verder kondigt hij het laaste nummer aan. Een luid “aaaaah” uit het publiek is het gevolg en met een lach zegt hij: “We don’t even have an album out! How many songs do you think we’ve got?!” Direct roept iemand uit het publiek “Cover!” En dan heeft de band geen keus meer. ‘Tied to the Whipping Post’ van de Allman Brothers Band wordt gespeeld voordat ‘Wash me in the Water’ het einde van het concert inluidt. Deze track heeft een hoog meezing gehalte maar natuurlijk ken ik de tekst niet. Uiteindelijk schreeuw ik dan maar heel hard het refrein mee en klap extra hard als het nummer afgelopen is. Omdat het publiek zo ontzettend enthousiast is komen Jamie N Commons en zijn band nog terug voor het a capella gezongen ‘Hold On’.

Hierna verdwijnt de band definitief backstage en de barman zet de muziekinstallatie weer aan. Samen met het publiek word ik uit ‘vroeger’ teruggezogen naar de tegenwoordige tijd. De tijd waarin ik in de rij moet staan voor de garderobe. De tijd waarin de NS het probleem nog steeds niet heeft opgelost en dus de tijd waarin ik twee uur naar huis moet reizen in plaats van dertig minuten.

Deel: