U bent gewaarschuwd: dit album gaat pijn doen. Het is de pijn die je voelt bij een ongemakkelijke waarheid, zo eentje die onder je huid kruipt en daar blijft zitten. Met messcherpe uithalen verwijdert Vernon Reid deze pijn, maar door de met zorg geplaatste incisies plaatst hij nieuwe kwellingen die zich een baan knagen naar ons onderbewustzijn. Nergens gunt Reid zijn luisteraar even rust: het is een totale confrontatie met een gitarist die zijn ziel blootlegt met een ongeremd, ongefilterd temperament. ‘Hoodoo Telemetry’ is ‘in your face’. Vol op de bakkes.
Al decennialang is Reid een van de meest dynamische en hybride figuren in de Amerikaanse muziek. Geboren in Londen in 1958, opgegroeid in Brooklyn, leerde hij niet alleen de harde riffs en donderende grooves van rock, metal en funk kennen, maar vormden ook jazz, avant-garde experiment, hiphop en elektronica hem. Reid is daarmee een van de meest kleurrijke en tevens eigenzinnige gitaristen van zijn tijd, net als zijn signature gitaar van Reverend met de voor hem speciaal ontworpen railhammer humbucker-elementen waarvan er drie op de body zijn geschroefd. Reid is daarmee niet alleen eigenzinnig, maar ook knetterluid.
De eerste beschietingen plaatst hij met Ronald Shannon Jackson’s Decoding Society en projecten als Black Rock Coalition (mede-opgericht door Reid) waarin Reid streeft naar meer ruimte en erkenning voor zwarte artiesten buiten de blues en soul, zeg de traditionele genres voor zwarte muzikanten. Het grote publiek zal Reid echter vooral kennen van Living Colour dat een combinatie brengt van politiek geladen teksten, virtuoos gitaarwerk en kruisbestuivingen tussen rock, metal en funk. Reid blijft naast Living Colour solo-albums maken: in 1996 verschijnt ‘Mistaken Identity’ en in 2004 ‘Known Unknown’.
In ‘Hoodoo Telemetry’ komt alles samen. Reid zelf noemt het ‘a piece of my all-over-the-place mind’: sommige songs zijn splinternieuw, andere ideeën zijn teruggevonden in oude archieven, alsof hij een kluwen van herinneringen, invloeden en frustraties ontwart. Wij worden in die kluwen meegezogen. Er is geen weg terug, we gaan letterlijk door de ‘Door of No Return’, feitelijk een lange solo met het typische, bijtende geluid dat Reid uit zijn gitaar haalt. Het is eigenlijk het zwakste nummer op de plaat, want vanaf ‘Freedom Jazz Dance’ wordt het pas interessant en slaagt Reid erin een mix aan stijlen neer te zetten. De funk- en hiphopinvloeden die hem al sinds de jaren ’80 begeleiden, worden verrijkt met electronica, jazzharmonieën en gierende metalriffs. Je hoort ook aan wie Reid schatplichtig is: in ‘Freedom Jazz Dance’ ontdekken we een vleug Zappa, in ‘Politician’ hoor je echo’s van Cream en Hendrix, terwijl ‘Beautiful Bastard’ een Prince-achtige vibe heeft – voordat Reid andermaal zo’n bijtende solo ten gehore brengt.
Het zwaartepunt wordt gevormd door ‘Bronx Paradox’ en ‘In Effigy’, tracks die wat betreft intenties voortborduren op het engagement van Living Color in ‘Cult of Personality’. Maar de nummers zijn tegelijkertijd niet met elkaar te vergelijken. Vooropgesteld: Reid klinkt urgenter dan ooit, maar wellicht is ‘onrustig’ hier meer passend. Door toevoeging van heel veel electronica en effecten wordt het geheel namelijk tamelijk chaotisch. Dat komt niet in de laatste plaats door de productie: de balans is in menig nummer echt ver te zoeken. Het geluid wordt letterlijk dichtgesmeerd, zeker in ‘Bronx Paradox’ met koper, Hammond en draaitafels. Het is de overlaad die hier wel degelijk schaadt. Het scratchen in ‘Bronx Parade’ wordt op een gegeven moment zelfs bloedirritant.
‘Hoodoo Telemetry’ is een radicaal album, met elementen van alles dat Reid in zijn carrière heeft gedaan. Met radicale energie. Radicaal wars van bestaande conventies. Voor sommige luisteraars zal het allemaal net een tandje te radicaal zijn. Voor wie wel wil luisteren, zal zo nu en dan door de pijn heen moeten bijten, op zoek naar de diepere lagen in de composities. Die zal zijn best moeten doen om zelf de kluwen te ontrafelen. Het meest toegankelijke stuk is het funky ‘The Haunting’ en, oh ironie, want als er een gevoel overheerst na het beluisteren van dit album, is het wel ‘opgejaagd’. (6/10) (Artone Label Groep/The Players Club)