Het was zaterdag een avond vol energie en muzikale diversiteit toen Living Colour het podium van Muziekgebouw Eindhoven betrad tijdens het BRIDGE Guitar Festival. De legendarische band, die sinds 1984 het rocklandschap kleurt met hun unieke mix van heavy metal, funk, jazz, hip-hop en punk, bewees opnieuw waarom ze al decennialang tot de absolute top behoren.
De avond werd geopend door het Belgische duo BOSKAT, dat het publiek wakker schudde met hun rauwe, energieke rock ‘n’ roll. Met donkere teksten en speelse riffs wisten ze de perfecte opwarming te verzorgen voor wat er nog zou komen. Hun setlist bevatte onder andere het instrumentale ‘Terreur 5’ en ‘Boiler’, waarbij Rudeboy van Urban Dance Squad als gastmuzikant optrad. Bij BOSKAT was het gastoptreden van Rudeboy toch wel het hoogtepunt. BOSKAT is verre van slecht, maar de stem van frontman Vincent van Santfoort mistte zaterdagavond toch wel net iets aan power, die Rudeboy wel gaf.
Toen Vernon Reid, Corey Glover, Will Calhoun en Doug Wimbish het podium betraden, was de spanning voelbaar. Deze formatie, die elkaar al jaren kent en waarin bassist Doug Wimbish in 1992 Muzz Skillings verving, toonde direct waarom ze twee Grammy Awards hebben gewonnen. Het was voor Living Colour de ‘Time’s Up’ 35th Anniversary-tour, zodat ze van dat succesalbum 7 tracks deden.
De setlist was een perfecte doorsnede van hun rijke geschiedenis, beginnend met ‘History Lesson’ en ‘Leave It Alone’. Elk nummer was doorspekt met de muzikale virtuositeit van de mannen, met Reid’s innovatieve gitaarspel als constante factor. Hun muziek wordt beïnvloed door heavy metal, funk, jazz, hip-hop, punk en alternatieve rock, en deze smeltkroes kwam tijdens het concert volledig tot uiting.
De solo’s, tsja, daar staat de band om bekend, en zo ook in Eindhoven was het weer raak. Voordat ‘This Is the Life’ werd gespeeld, kreeg drummer Will Calhoun de ruimte voor een uitgebreide drumsolo die het publiek op het puntje van hun stoel deed zitten. Later, voorafgaand aan de medley ‘White Lines (Don’t Don’t Do It) / Apache / The Message (Doug Hop)’, mocht bassist Doug Wimbish zijn kunsten tonen in een solo die zijn jarenlange ervaring met artiesten als Madonna en The Rolling Stones demonstreerde.
Het debuutalbum ‘Vivid’ uit 1988 bereikte nummer zes op de Amerikaanse Billboard 200 en werd dubbel platina, en de nummers van dit album klonken nog altijd fris en krachtig. ‘Glamour Boys’, geproduceerd door Mick Jagger, en natuurlijk het iconische ‘Cult of Personality’ zorgden voor het grootste applaus. ‘Cult of Personality’ bevat verschillende audiosamples van toespraken van 20e-eeuwse politieke leiders, wat het nummer zijn onderscheidende karakter geeft. In Eindhoven werd het een van de hoogtepunten.
Van het tweede album ‘Time’s Up’ (1990) werden ‘Love Rears Its Ugly Head’ en ‘Type’ bijzonder overtuigend gebracht. ‘Love Rears Its Ugly Head’ is vooral bekend om zijn funk-gitaarpartijen die door het hele nummer heen doorklinken en bevat een sample van ‘Lush Life’ van Nat King Cole. Deze single werd in 1990 uitgebracht als onderdeel van hun tweede album ‘Time’s Up’, en werd door het publiek van voor tot achter, zin voor zin, meegezongen.
Jammer genoeg deden ze Talking Heads cover ‘Memories Can’t Wait’ niet, die ze de rest van de tournee wel speelden. Misschien omdat Adrian Belew en Jerry Harrison twee dagen ervoor op het zelfde podium stonden, maar dat werd dan weer gecompenseerd door de Hip-hop-classics medley ‘White Lines (Don’t Don’t Do It) / Apache / The Message (Doug Hop)’. ‘White Lines’ is van Melle Mel van The Furious Five, en bassist Doug Wimbish heeft een bijzondere connectie met deze nummers: hij speelde als sessiemuzikant mee met Grandmaster Flash & The Furious Five en ook bij Sugarhill Gang, van wie de andere twee nummers uit de medley kwamen.
Het theatrale hoogtepunt van de avond kwam toen Corey Glover aan het einde van de set op de luidsprekers klom. Vanuit deze verhoogde positie, zittend boven het publiek, bracht hij de laatste nummers met een overtuiging die de hele zaal overnam. Dit gebaar onderstreepte niet alleen zijn charisma als frontman, maar ook de band’s vermogen om een concert te transformeren tot een totaalervaring. De setlist werd van af die positie afgesloten ‘Time’s Up’, aangevuld met een James Brown-geïnspireerde ‘Sex Machine’ jam die de funk-roots van de band perfect belichaamde, publiekslieveling ‘Cult of Personality’ en uiteindelijk ‘Solace of You’.
Na 40 jaar maken deze vier muzikanten nog altijd indruk. Ze weten precies hoe ze verschillende stijlen door elkaar moeten husselen zonder dat het geforceerd klinkt, en hun muziek raakt je nog steeds. Elk optreden voelt als een statement, en dat was in Eindhoven niet anders. De band die volgens Tom Morello van Rage Against the Machine een “echte culturele verandering” teweegbracht, laat zien dat muziek inderdaad kleurloos moet zijn en tot ieders hart en ziel moet spreken. Voor wie deze avond heeft gemist: Living Colour blijft een band die je live moet ervaren om hun ware kracht te begrijpen. Hun mix van technische perfectie en emotionele intensiteit maakt elke show uniek, en Eindhoven was daarop geen uitzondering. Wellicht gewoon de beste live band ooit. Dat dus.
Foto’s (c) Eric van Nieuwland