Hadsel: een gemeente op het Noorse eilandenrijk Vesterålen, 231 kilometer boven de poolcirkel… Hadsel, waar de poolnachten koud, donker en guur zijn. Hadsel, met de gehuchten ‘Stokmarknes’ en ‘Melbu’. Met de berg ‘Spillhaugen’, waar de ‘The Tern’ (de stern) heer en meester is in de lucht… Deze omgeving heeft Zach Condon (Beirut) verwerkt in de gelijknamige songs van zijn nieuwe album. Een sterk album met de naam, hoe kan het anders: ‘Hadsel’. De plek waar hij in de eerste twee maanden van 2020 verbleef. Niet zonder reden, niet zonder gevolg…

“Ik heb bewust gewacht om het album uit te brengen. Het heeft een zware aanleiding en is onder moeilijke omstandigheden gemaakt. Die ik ook zelf heb opgezocht, zeker”. Zach leidt een spannend verhaal in, waar emotie en ratio in een wankel evenwicht met elkaar staan. “Ik had meer ruimte nodig in mijn hoofd, om afstand te kunnen nemen”. Het was zelfs de vraag of hij de promotie wel aan zou kunnen. Gelukkig zit hij nu hier, in Berlijn, om online over zijn ‘Hadsel’ te vertellen. “Ik kan nu uit de emotie van de plaat stappen, accepteren zoals die is geworden”.

Voor de reden om naar Hadsel te gaan (“te vluchten”) moeten we terug naar 2019, de tournee van het album ‘Gallipoli’. “Die ik plots moest staken”. De zoveelste flashback voor Zach… “Mijn eerste tournee eindigde al met de ene paniekaanval na de andere”. We schrijven 2006, na zijn debuutalbum ‘Gulag Orkestar’. “Ik stond volkomen los van elke psychische werkelijkheid. Mijn ouders vroegen zich af of ik ooit nog op mezelf zou kunnen wonen”. Gelukkig wel. “Maar het bleef misgaan, met name tijdens tournees. Ik greep naar medicijnen, naar alcohol en ging door, door, door. Voor de buitenwereld, voor mijn band, voor mijn publiek…”. In 2018 stopte hij met de alcohol. “En ik beloofde de band en ‘de wereld’ dat 2019 een mooi jaar zou worden…”. Maar in datzelfde jaar, tijdens de Gallipoli tour, stortte alles in. En het leek definitief…

“Het begon met een keelinfectie. Ik werd zo ziek. Ik kreeg antibiotica en steroïden om de dag door te komen”. En om te blijven optreden. “Maar na de vijfde keer was het echt over: “Als je blijft zingen, dan raak je je stem definitief kwijt”, was het harde oordeel van de artsen. Ik was doodsbang. Alles ging er door mijn hoofd: het einde van mijn carrière, van mijn band, mijn vriendschappen”. Zach wordt emotioneel, als hij het weer vertelt…  “Mijn wereld stortte compleet in…”.

Een paar maanden later vinden we hem terug in Hadsel, alleen met zijn vriendin en een paar instrumenten. “Het was een vlucht, een ontsnapping uit de werkelijkheid. En Hadsel? Omdat ik het meest relaxed ben in de winter. Met een dikke jas voel ik me beschermd tegen de elementen, als een schildpad. Ik wilde dan ook naar een plek waar de omstandigheden extreem zouden zijn”. Noord-Noorwegen dus, tijdens de poolnacht… “Eerst zei ik dat ik drie weken zou blijven, ‘om op te knappen’. Toen zag ik ‘het orgel’… en werden het twee maanden”.

Twee belangrijke maanden, als mens. “Bij aankomst stond ik helemaal in de survival modus. Ik dacht niet, ik reageerde alleen maar. Bij vertrek had ik weer genoeg ruimte in mijn hoofd. Let wel, ik was nog lang niet opgeknapt. Ik realiseerde me alleen dingen: mijn persoonlijkheidskenmerken, mijn gedachten, mijn problemen. Daarmee waren ze nog niet opgelost”. Maar de erkenning was een eerste stap. “Na het album ‘No No No’ (2015) was ik er misschien nog erger aan toe. Qua angst, maar ook in de ontkenning ervan. Ik dronk, verborg me achter een façade, een masker. Ik kan nu ook niet meer luisteren naar die plaat. Bij ‘Hadsel’ is er veel meer bewustzijn. Alsof ik een manier heb gevonden om met mijzelf om te gaan”.

Tsja, Hadsel… “In de poolnacht is de tijd als één vloeiende stroom, geen dag, geen nacht. Ik vond dat heerlijk. Ik stond gewoon op, stak het vuur aan, at en ging meestal een stukje lopen. De rest van de dag zat ik bij de open haard. Ik had mijn studio in de hoek van de woonkamer waar ik obsessief kon sleutelen aan muziek. Maar er waren ook dagen dat ik helemaal niets deed, helemaal niets kón”.

Zach ging voor de eenzaamheid, maar vond er ook verbroedering. “We verbleven in een klein gehucht waar iedereen elkaar kent. Zodra men wist van die weirde muzikant, werd ik met open armen ontvangen. Zo werd ik ook geïntroduceerd bij Oddvar, de eigenaar van het orgel in de plaatselijke Hadselkirke”. Ze werden heel close. “Ik mocht op het kerkorgel spelen en hij zorgde voor ons. Hij maakte viscakejes. Hij hielp met sneeuwruimen, zodat we niet ingesneeuwd raakten. Ik voelde steeds meer de verbondenheid met het eiland, de natuur en de mensen. Ik heb hen gevraagd of ik de echte namen zou mogen gebruiken in de songs. Ze waren meteen heel trots…”.

Na twee maanden Hadsel ging Zach weer terug naar huis, naar Berlijn. “Ik had een aantal songs die ik verder wilde uitwerken. Ook om ‘het’ af te maken, die periode in Hadsel. Ze gaven me ook meteen de inspiratie om weer nieuwe nummers te schrijven. Ik kreeg nieuwe energie en voelde dat het een echt album zou worden…”. Zach vertelt heel openhartig. “Zo’n gesprek als dit voelt ook echt als een bevrijding. Ook het album voelt zo. Vroeger dacht ik meteen hoe mijn publiek iets zou vinden. Soms  walgde ik achteraf zelfs van mijn eigen teksten, zo gekunsteld. Bij ‘Hadsel’ wilde ik ze juist spontaan laten komen. En er ook geen oordeel over hebben”. Sommige lyrics klinken inderdaad vrij geïmproviseerd. “’Arctic Forest’ is letterlijk mijn eerste take, met vrij random teksten. Zelfs met enkele niet bestaande woorden, slechts klanken”. Zach heeft nog geprobeerd om er een ‘echte tekst’ van te maken. “Maar die klonk meteen zo vlak… Ik heb hem zo gelaten. En aan de luisteraar overgelaten wat die erin hoort”.

Wat een verhaal: het verblijf op Hadsel, de aanleiding… Het leest als een spannend boek. Zo spannend dat je je afvraagt of je het album anders zou beluisteren als je het verhaal níet zou kennen… “Ik heb eerlijk gezegd ook getwijfeld of ik het verhaal mee zou geven in de bio. Maar ik heb het toch gedaan. Kijk, ik beschouw ‘Hadsel’ als een echt winteralbum. Dat is gewoon het gevoel dat ik wil overbrengen: de warmte in die songs, maar ook de storm. De analoge synthesizer drumbeats, die heel hectisch en wervelend klinken. Met daar overheen de warmte van met name het orgel, maar ook andere instrumenten. Dat voelt voor mij als de ‘shelter from the storm’”.

‘Hadsel’ voelt inderdaad als een ‘shelter’, een warme jas die je beschermt tegen de kou en tegen de storm. “Met afsluiter ‘Regulatory’, als mijn ‘manifesto song’. Vanwege het minimalistische, de eenvoud. En vanwege de melodie. Die mij herinnert aan de manier waarop ik vroeger een nummer schreef: heel natuurlijk, direct vanuit mijzelf. ‘So Many Plans’ heeft dat ook. Het ontstond zo moeiteloos, zo vanzelfsprekend”.

Zo bezien lijkt de periode op Hadsel dan ook een keerpunt in het leven van Zach Condon. En in het muzikale leven van zijn alter ego Beirut. “Ik ben nu weer mijzelf en kies bewust de dingen die ik wil en die ik kan. Zo ga ik ook niet op tournee, maar geef ik slechts een paar kleine optredens in Berlijn. Ik blijf relaxt, ik weet wie ik ben en waar ik gelukkig van word. ‘Hadsel’ voelt echt als een keerpunt in mijn leven”.

Foto’s (c) Lina Gaißer

Deel: