Iedere week komen er tientallen nieuwe albums binnen op de redactie van Maxazine. Veel te veel om ze allemaal te beluisteren, laat staan te recenseren. Iedere dag één recensie zorgt er voor dat er te veel albums blijven liggen. En dat is zonde. Daarom plaatsen we iedere zondag een overzicht van albums die op de redactie binnenkomen in korte recensies.

Beyond The Black – Beyond The Black

De Duitse symfonische metal formatie Beyond The Black bracht een paar jaar terug een album uit waar vele het niet mee eens waren, om het even iets zachter uit te drukken. Het was te poppy, te weinig ‘’oomph’’. Hiermee doelde de fans niet tot die desbetreffende andere Duitse band maar naar het feit daar te weinig metaal aanwezig was.  Bij het eerste nummer lijkt dat heel kort weer het gevoel door de ah’s, gelukkig is daar al snel een goede riff waardoor het lekker mengt. Met de context van de song passen ze juist goed als angstkreten. Verder op het album vinden we Within Temptation invloeden in bijvoorbeeld ‘Free Me’. Middenin nog een degelijke ballad en de band is met deze release weer een stuk beter in vorm al vind ik de grunter, die af en toe eens komt spieken, niet al te overtuigend klinken. Dikke 8. (Rik Moors) (8/10) (Nuclear Blast Records)

Tass Cru – Riffin’ the Blu

De in het Canadese Quebec geboren Tas Cru, die eigenlijk Rick Bates heet, woont nu alweer geruime tijd in New York State. In tegenstelling tot de rest van zijn familie had hij niet de ambitie om iets in de muziek te gaan doen. Met een universiteitsgraad in zijn zak heeft hij als leraar jarenlang voor de klas gestaan. Met de blues kwam hij pas in aanraking nadat een oude dienstmaat uit de marine hem vroeg bij zijn band te komen. Daarnaast heeft hij kwaliteiten ontwikkeld als liedjesschrijver. Op zijn nieuwste album “Riffin’ The Blue”, zijn elfde alweer, staan elf door Cru zelf geschreven nummers, waarvan een in samenwerking met zangeres Mary Ann Casale. Naast Casale wordt hij begeleid door Bruce Katz (piano, orgel), Bob Purdy (bas), Andy Hearn (drums) en Ron Keck (percussie). Organist Bill Barry en drummer Lenny Milano nemen op een nummer de taken van Katz en Hearn over. Sologitarist Mike Zito verleent zijn diensten op twee nummers. Zito zet meteen bij de opener, de bluesrock “Riffin’ The Blue” zijn stempel op het nummer. Wie Tas Cru kent weet dat zijn nummers altijd ergens over gaan en zowel gemeen en boos als liefdevol en humoristische teksten kunnen bevatten. En er zit altijd wel een diepere laag in zijn werk. Een voorbeeld hiervan is “Brown Liquor Woman”, dat beschrijft hoe bepaalde dames aankijken tegen anderen die zich sterke drank goed laten smaken. “Stand Up!” is een soort van protestsong en “Throw It All Away” is een interessante kijk op relaties. Erg fraai is de slowblues “One More Time”, dat wordt geopend door mooi pianowerk door Katz en zeer goed gitaarspel van Cru. Een meer dan uitstekende cd van Tas Cru en een absolute aanrader. (Eric Campfens)(9/10)  (Subcat Records)

Dierks Brentley – Gravel & Gold

Dierks Brentley mag dan in Nederland geen grote naam zijn, maar in het land van de voorheen onbegrensde mogelijkheden is hij een grote meneer. Countrymuziek zoals het bedoeld is in de 2ste eeuw. Zijn nieuwe album ‘ Gravel & Gold’ is alleen vanwege de titel al het lusiteren waard.  Opener’ Same Ol Me’  klinkt heerlijk vies en vuig en heeft alles wat moderne country nodig heeft. een slide gitaar, een banjo, en een lekker meezingbaar referein. Deze muziek doet het ook erg goed op de nederlandse A2 om 3 uur’ s nachts tussen Den Bosch en Eindhoven.  Dierks is helemaal in zijn hum, lekker hoor iemand die zo makkeijk beweegt in zijn muziek . Bluegrass galore op ‘High Note’ het laatste nummer. Feestje hoor dit album, voor bij een barbecue op je veranda. (Jan Vranken)(7/10)(UMG recordings)

Steel Panther – On the Prowl

Steel Panther is een slechte gimmick die de wereld maar blijft bestoken met hun puberale  sexueel gefixeerde slechte rockmuziek .Steel Panther is ergens in begin jaren negentig blijven hangen, omdat je in zo’n spandex broekje nu eenmaal goed je piemel uit kan laten komen. Een gitaar is ook een prima fallussymbool om indruk mee te maken op meisjes.  Ook dit nieuwe album is weer een nieuw bewijs dat Freud spot on was met zijn theorie dat de menselijke ontwikkeling via verschillende fases verloopt waarin je kan blijven steken. Steel Panther is duidelijk in de fallus fase blijven steken, en zal daar nooit uitkomen, omdat andere mensen met hetzelfde probleem deze van oorsprong mysogyne muziek adoreren. Kom mannen, de grap heeft lang genoeg geduurd. Circusact. verder geen woorden aan vuil maken. ( Jan Vranken) (2/10)(Membram)


Sem Jansen – Uncle Sem

Sem kennen we allemaal nog als Britt Jansen, de zangeres en gitariste bij de Leif de Leeuw Band, waarmee zijn een jaar of tien heeft gespeeld. De afgelopen jaren heeft Britt een transitie ondergaan van vrouw naar man en gaat nu als Sem Jansen door het leven. Over het hele proces, vanaf de eerste gevoelens van twijfel tot aan het terugblikken, heeft Sem een indrukwekkend album gemaakt, dat onlangs is verschenen. Op “Uncle Sem” staan elf door Sem zelfgeschreven nummers. Begeleid wordt hij door gitarist Leif de Leeuw, bassist Boris Oud, drummer Tim Koning, toetsenist Willem ’t Hart en percussionist Joram Bemelmans, kortom de Leif de Leeuw Band. De eerste opnamen zijn gemaakt toen Sem nog Britt was en gaandeweg het album horen we stem veranderen en Sem het overneemt. Wat mstijl betreft zitten we hier midden in de Americana, dus een combinatie van rock, singer-songwriter en rock. Belangrijker dan de stijl van de muziek zijn de door Britt/Sem geschreven teksten. Het begin met vertwijfeling in een nummer als “Freak”, over iemand die zich niet thuis voelt in het lichaam, dat ze heeft gekregen, en hoop in “Better Days Will Come”. Heel bijzonder zijn de duetten die Britt/Sem met zichzelf zingt in “Take Me Now” en “Goodbye”, waarin Britt afscheid neemt van haar oude zelf en zijn nieuwe zelf gerust stelt en vertelt dat het allemaal goed komt. En zoals blijkt is het allemaal goed gekomen. Mooie cd, zeer indrukwekkend. (Eric Campfens) (8/10)(Eigen Beheer)

Jaap Reesema – Als je voor me Staat

Jaap Reesema, voormalig zanger van de Hermes House band ( ja die van ‘I will Survive’) heeft het album ‘Als je voor me Staat’ uitgebracht. Na zijn successen in België, met bijvoorbeeld Pommelien Thijs, leek het alleen maar commercieel verstandig een volledig Nederlandstalig album uit te brengen. Het album heeft 11 liefdesliedjes, die allemaal een beetje hetzelfde klinken. De galm staat goed aan, en strijkt alles dat op een beetje eigenheid zou duiden, genadeloos in de commerciële plooi. Geen enkele nummer kan de aandacht vasthouden. De stem van Jaap is ook van het soort dat je niet uit je slaap zal houden, hij wiegt je eerder ermee in slaap. Terwijl ik het album zit te luisteren bedenk ik me hoe leuk dit album zou zijn als het door iemand als Rutger van Barneveld zou zijn ingezongen. Dan zo het camp zijn. Nu is het gewoon vleesch noch visch. ( Jan Vranken) (5/10)(Cloud Nine Music)

 

Deel: