De laatste 18 jaar was Steven van Zandt aka Little Steven vooral te zien als de rechterhand van Bruce Springsteen in diens The E Street Band, en als acteur in de meesterlijke series The Sopranos en Lilyhammer. Daarnaast is hij ook nog radio-dj. Je zou bijna vergeten dat de gitarist ook nog een solocarrière had met een vaste begeleidingsband: The Disciples of Soul. Echter was het 18 jaar geleden dat hij voor het laatst een solo-album uitbracht: ‘Born Again Savage’. Maar dit jaar kwam daar verandering in. Onlangs verscheen er na 18 jaar een nieuw album: ‘Soulfire’. Een fris album waarop Steven terug gaat naar zijn roots van soul, blues en rock ’n roll. Gedeeltelijk bestaat het album uit nummers die hij eerder schreef en weggaf aan o.a. Darlene Love, Gary US Bonds, The Cocktail Slippers en Southside Johnny & The Asbury Jukes. Ook doet hij voor het eerst in ruim 25 jaar weer een tournee met The Disciples of Soul waarmee hij deze avond een uitverkocht Carré in Amsterdam aandeed.

Dat de avond vooral in het teken zou staan van zijn nieuwe album bleek gelijk toen ze na 20:00 uur begonnen met de titeltrack van het album. De band speelde gelijk strak en Steven had er duidelijk zin in. Ook was hij niet te beroerd om uit te leggen dat zijn nieuwe album, in tegenstelling tot zijn vorige albums, niet politiek gearrangeerd is, maar dat hij zich nu heeft toegelegd op wat hij muzikaal nooit eerder had gedaan. Bijvoorbeeld de Etta James-cover ‘The Blues Is My Business’. Ook James Brown werd gecoverd met diens ‘Down and Out In New York City’. Waarin de 4 koppige blazerssectie allen een glansrol kregen met een solo. Maar verder coverde hij vooral nummers die hij eerder weggaf aan andere artiesten. Zoals het door Ennio Morricone geïnspireerde ‘Standing In The Line Of Fire’ dat hij samen met Springsteen in de jaren ’80 had geschreven voor Gary U.S Bonds.

Hij werd begeleid door een bij elkaar 14 man tellende band, inclusief achtergrondzangeressen die op een gegeven moment het podium verlieten voor een wat sober blokje in de set. Afgetrapt met de doo-wap song ‘The City Weeps Tonight’. In dit blokje maakte vooral de ondergewaardeerde klassieker ‘Princess of Little Italy’ indruk. Geruisloos maakte het intieme blokje weer plaats voor reggae. Een stijl die Little Steven in de jaren ’80 niet vreemd was, en uit die periode werd dan ook voornamelijk geput. Zoals het nog altijd actuele ‘I Am A Patriot’. Toch dreigde het even in te zakken, maar dat werd op het laatste moment voorkomen toen zijn twee grootste solohits werden ingezet: ‘Bitter Fruit’ en ‘Forever’. Beiden luidkeels meegezongen door het publiek, en een perfecte afsluiting vlak voor de toegift.

Gisteravond stonden Southside Johnny & The Asbury Jukes in Paradiso. Een reden waarom het concert van Little Steven een dag werd verplaatst. Vlak voor de show bleek Southside Johnny en diens toetsenist Jeff Kazee al in de zaal aanwezig te zijn. Toen Steven met de band weer terug kwam voor de toegift riep hij: ‘Look what I found’. Waarbij Southside Johnny en Jeff Kazee zich op het podium voegden voor de toegift ‘I Don’t Want To Go Home’ dat Steven voor hem schreef en nu ook zelf had opgenomen voor ‘Soulfire’. Vervolgens werd de avond echt afgesloten met een klassieker van Southside Johnny: ‘It’s Been A Long Time’.

Natuurlijk is Steven geen topzanger en heeft hij ook niet het charisma van The Boss. Maar toch bleek vanavond dat hij ook zonder Springsteen het podium en de zaal naar zijn hand weet te zetten met behulp van een zeer gedreven en geoliede band. Ook liet hij zien hoe gevarieerd hij is met verschillende stijlen als soul, blues en reggae. Het is fijn dat hij na 25 jaar mensen nog eens de kans geeft om hem met deze band live te zien, en laat zien wat hij in zijn mars heeft.

Deel: