De Spencer Davis Group is een Britse beatgroep opgericht halverwege de jaren ’60 in Birmingham, Engeland door Spencer Davis, Steve Winwood en zijn broer Muff Winwood. Hun bekenste nummers zijn onder andere ‘Somebody Help Me’, ‘Keep on Running’, ‘I’m a Man’ en ‘Gimme Some Lovin’. Steve Winwood verliet de band in 1967 en richtte de band Traffic op, om daarna deel uit te gaan maken van Blind Faith, waarna hij een solo carriere startte. Na nog een paar singles uit te hebben gebracht, werd het in 1968 stil rond de band. In 2006 startte Davis een nieuwe “group”.

Als gezegd is de Spencer Davis Group opgericht halverwege de jaren ’60, om precies te zijn 1963, door de gitarist Spencer Davis. Hij lijfde organist Steve Winwood en zijn bass spelende broer in tot de band. De band werd gecompleteerd door drummer Pete York. In het begin kozen ze voor de bandnaam Rhythm and Blues Quartette, de band trad regelmatig op in de stad. In 1964 tekenden ze een contract bij Island Records nadat Chris Blackwell ze zag optreden in een lokale club. Blackwell werd ook hun producer. Muff Winwood verzon de naam “The Spencer Davis Group” omdat Spencer de enige in de band was die het leuk vond om interviews te geven. Muff zei “als we de band die naam geven, kunnen wij lekker in bed blijven liggen en Spencer de interviews laten doen”.

De band’s eerste professionele opname was een cover van ‘Dimples’, maar het grote succes kwam in 1965 met hun eerste hitsingle ‘Keep On Running’, wat meteen hun eertse nummer een hit was. In 1966 kwam de opvolger, ‘Somebody Help Me’ uit en ‘When I Come Home’. In de V.S. brachten ze maar een single uit op het Fontana label, ‘Keep On Running’ en ‘Somebody Help Me’ op het Atco label. Door gebrek aan promotie kregen geen van de drie singles airplay of behaalden ze een positie in de Amerikaanse hitlijsten. Voor de Duitse markt releasten ze ‘Det war in Schöneberg, im Monat Mai’ en ‘Mädel ruck ruck ruck an meine grüne Seite’ (het eerste nummer kwam uit een uit 1913 daterende Berlijnse operette, de tweede was een Zwabische klassieker als eerbetoon aan dat publiek, omdat Davis begin jaren ’60 in Berlijn studeerde).

Aan het eind van 1966 en begin 1967 releaste de band twee hits, ‘Gimme Some Lovin’ en ‘I’m a Man’. Beide nummers gingen meer dan 1 miljoen keer over de toonbank, en kregen de gouden status. Deze twee nummers bleken hun grootste successen, in het bijzonder in de V.S. In 1966 speelde de band in een Britse komische musical getiteld ‘The Ghost Goes Gear’, geproduceerd door Hugh Gladwish, en Sheila White en Nicholas Parsons speelden ook mee in deze musical. In 1967 verliet Steve Winwood de band en richtte Traffic op; zijn broer Muff bleef werkzaam in de muziekindustrie bij Island Records. De soundtrack van de film ‘Here We Go Round the Mulberry Bush’ is tot stand gekomen door de samenwerking tussen de Spencer Davis Group en Traffic.

http://www.youtube.com/watch?v=AzN0mMx-sJg

Eind 1967 kwam ‘Mr. Second-Class’ uit, deze single kreeg veel airplay bij Radio Caroline (toendertijd een van de twee overgebleven radiopiraten die voor de kust van Engeland lagen) en in 1968 volgde het album ‘With Their New Face On’. In die tijd was Phil Sawyer vervangen door Ray Fenwick. De band’s laatste kleine hit getiteld ‘After Tea’ kwam uit in de periode dat de Duitse band het nummer ook uitbracht, waardoor er een soort competitie ontstond. Dit leidde tot een tijdelijke stop van alle Spencer Davis Group activiteiten. Het nummer was in eerste instantie opgenomen door de Nederlandse band After Tea, waar Ray Fenwick deel van uitmaakte.

http://www.youtube.com/watch?v=HzX4I6H32vQ

Na nog een single, ‘Short Change’; ondertussen hadden Eddie Hardin en Pete York de band verlaten en gingen verder als het duo Hardin & York. Ze werden vervangen door het toekomstige Elton John bandlid Dee Murray op de bass, en Dave Hynes op de drums. Deze line-up, met Nigel Olsson als vervanger voor Dave Hynes, releasten ze in 1969 het album ‘Funky’. De groep kwam in 1973 weer bij elkaar met Davis, Fenwick, Hardin, York, en nieuwkomer Charlie McCracken als bassist. Datzelfde jaar brachten ze het album ‘Gluggo’ uit en het jaar erop ‘Living in a Back Street’, om vervolgens weer uit elkaar te gaan. Davis bleef actief in de muziek en produceerde een paar jazz-georienteerde albums eind jaren ’70 en begin jaren ’80.

http://www.youtube.com/watch?v=-SLJbBjhQg0

Vanaf 2010 is de Spencer Davis Group druk met het op tournee zijn in de V.S. en door Europa, maar wel in twee verschillende line-ups, alleen Spencer Davis is in beide aanwezig.

De Spencer Davis Group – vooral met Steve Winwood – bewees zeer invloedrijk te zijn, veel van de band’s nummers zijn door de jaren heen gecovered door andere artiesten. De meest opvallende covers waren die van ‘I’m a Man’ door Chicago (1969), ‘Don’t Want You No More’ (Allman Brothers 1970), en ‘Gimme Some Lovin’ door de Blues Brothers (1980). De Grateful Dead maakten tijdens hun live optredens ook regelmatig gebruik van het Spencer Davis Group materiaal, Spencer Davis zelf trad in 1989 tesamen met de Grateful Dead op in het in Los Angeles gelegen Great Western Forum en speelde toen het nummer ‘I’m a Man’. De band kwam in 2006 weer bij elkaar, alleen Davis en Hardin waren de nog als enige originele leden aanwezig.

Deel: