Dertien jaar na hun laatste album GCS 2000 is Graham Central Station, de band van legendarische soul/funk-bassist Larry Graham, terug met een nieuwe plaat: Raise Up. Larry Graham begon alweer zo’n vijftig jaar geleden als bassist bij Sly & The Family Stone en speelde ruim zes jaar bij de band. Het was alweer een tijdje geleden dat ik hem voor het laatst gezien had, dus de nieuwe plaat was een goede gelegenheid eens met hem af te spreken.

Ook al speelt Larry Graham al veel langer solo of met zijn Graham Central Station, de meeste mensen leggen bij het horen van de naam Larry Graham nog steeds de link met Sly & the Family Stone. “Dankzij Sly & The Family Stone is mijn manier van basspelen, het slapping en het thumping en plucking, bekend geworden. Sly heeft me destijds vanwege die skill gevraagd bij de band te komen. De band werd steeds bekender, zeker na het optreden op Woodstock, en mensen bleken onder de indruk van mijn manier van spelen. Zeker op het nummer Thank You For Letting Me Be Myself was mijn slap bass goed te horen. Later werd dat nummer weer door andere bands gecoverd wat ervoor zorgde dat basspelers hetzelfde moesten kunnen spelen als ik. Vanaf toen werd mijn stijl steeds vaker gekopieerd.” aldus de goedlachse Amerikaan.

Het bleek Graham’s moeder te zijn, die verantwoordelijk was voor zijn unieke bass-geluid: “Vroeger zat ik in haar band. Zij speelde piano en ik gitaar. Als ik gitaarsolo’s speelde, gebruikte zij haar linkerhand om baslijnen op de piano te spelen en als zij solo’s deed, speelde ik baslijnen op mijn gitaar. Toen vlak voor een optreden een deel van haar piano kapot ging ben ik met spoed naar een muziekzaak gegaan en heb een bass gehaald om de baslijnen beter uit te laten komen.” Alle grote basspelers die nu beroemd zijn (Flea, Mark King, Less Claypool, Marcus Miller, Stanley Clarke, noem maar op) hebben dat te danken aan Grahams ontdekking van het slappen en het slappen was niet ontstaan zonder de linkerhand van zijn moeder. Larry Graham zelf noemt het een eer en voelt zich lachend de grandfather van de hele reeks bassisten en luistert veelvuldig nog naar hun kunsten, om te genieten van de verbeteringen die door de jaren heen zijn ontstaan.

Het is dan ook niet gek dat hij Raise Up opdroeg aan zijn moeder. Naast de invloed van haar, blijkt dat ook religie een groot deel van zijn werk bepaalt. Het is een onderdeel van zijn leven, net zoals het een onderdeel van het leven van Prince is. Prince co-produceerde GSC2000, het Raise Up-album produceerde Graham weer helemaal zelf. Wel speelt Prince op een aantal van de nummers op de nieuwe plaat mee. Daarnaast is ook Raphael Saadiq (onder meer bekend van Tony! Toni! Toné!) op Raise Up te horen.

Graham over religie: “Het helpt me om de muziek positief te houden. Dankzij God heb ik de Gift of Music; ik heb de mogelijkheid gekregen om te spelen en te creëren. Bovendien word ik dankzij mijn geloof een betere man, (groot) vader en vriend.” En over wat hij met het spelen van de Raise Up-nummers wil bereiken: “Ik wil mensen happy maken met m’n muziek. This music will help you to raise up with whatever you are dealing with!” Het lukt hem aardig.

Op 7 november speelt Larry Graham & Graham Central Station in de Effenaar en op 10 november in Paradiso. “We zullen veel nummers van Raise Up spelen”, bevestigt Larry. Het album bevat enkele new masters van oude GCS-nummers, waaronder It’s Alright, Now Do U Wanta Dance en zijn Al Green cover It Ain’t No Fun to Me. Opvallend is de cover van Stevie Wonder’s Higher Ground. Graham: “Stevie is een goeie vriend van me, we hebben veel shows samen gedaan. We speelden onder anderen samen voor meer dan 100.000 man in Washington DC, tijdens Human Kindness Day. Toen ik in LA woonde waren we zo ongeveer buren, dus we zijn al jaren vrienden. Higher Ground vind ik super, we speelden het nummer al een tijdje live en merkten hoe enthousiast het publiek erop reageerde. Wat dat betreft zijn live optredens een soort test. De reactie van het publiek is van grote invloed en heeft mede bepaald hoe onze laatste plaat eruit is komen te zien.”

Raise Up is die laatste plaat en het geluid van Graham klinkt dieper dan ooit, niet in de minste plaats door de samenwerking met Prince. Dat het een klasse-album is behoeft ook geen uitleg, aangezien de meester dertien jaar de tijd heeft gehad om te denken en schrijven aan de nummers. Een lange tijd, maar het was het wachten waard. De laatste vraag aan Mr. Graham: ‘Moeten we nu weer dertien jaar wachten op een volgend album?’ Hij belooft van niet.

 

Deel: