HEISA, zo’n naam verzin je niet zómaar. Dat schept verwachtingen. De Vlaamse band HEISA zorgt voor commotie, opschudding, emotie en is wars van genres. Het overrompelende eerste full album ‘Joni’ werd in corona-tijd uitgebracht. En dus kon een waarschijnlijke triomftocht langs de festivalweides helaas niet doorgaan. En weet je, na het gesprek met gitarist Koen Castermans besef ik des te meer dat we een optreden van HEISA harder nodig hebben dan ooit. HEISA dus!

HEISA is ontsproten aan de Limburgse grond: De laatste jaren een goede voedingsbodem voor veel eigenzinnig talent. Naast Koen bewijzen ook zijn HEISA-maatjes Jacques Nomdefamille (zang, bas, keyboard) en Jonathan Frederix (drums) deze muzikale Limburgse vruchtbaarheid. Ze vonden elkaar heel gemakkelijk. “Ik was al langer bevriend met Jacky (Jacques). We jamden vaak. Voor een nieuwe band had hij een drummer en hij wist dat ik al materiaal had liggen. Hij belde me en vanaf de eerste repetitie wisten we dat het goed zat, zonder dat er een echt plan was.”

Jongens met dezelfde instelling én muzieksmaak, die elkaar aanvoelden: “Tool, Warpaint, BRNS (“Het eerste album, daar zijn we super fan van”), Battles.” Het maakt me nieuwsgierig waarom juist deze bands. Koen hoeft niet na te denken: “De eigenzinnigheid, niet meer bezig zijn met één genre. Bands die iets unieks doen, die experimenteren, zonder er iets op te plakken.” Ik hap meteen: “En Koen, maar wat mag ik op júllie plakken?” “Ha, ha, meestal gebruikt men mathrock of noiserock. Dat snap ik ook wel ergens, want dat zit er wel in, maar we hebben zelf besloten om te spreken over knutselrock. Dit klinkt zo lekker onpretentieus.” Tsja, knutselrock…

Het knutselwerk voor HEISA begint altijd bij Koen. “Ik schrijf meestal de centrale lijn van het nummer, de centrale lijn. Dan wordt er op reactie gespeeld, geknutseld zogezegd. Jammen in het repetitiekot. Jonathan vertaalt mijn lijn naar zijn drums. En Jacky zorgt voor de zang. Het zijn teksten waar je je zelf op kunt projecteren. Maar de melodie en de vibe staan voor mij voorop.” Dus dat laatste kwart is nog helemaal open? “Jazeker, bij ons staat alles open voor discussie.”

HEISA heeft in België en op enkele Nederlandse podia live een goede naam opgebouwd. Maar hoe krijg je dat op plaat?” Een lange, diepe zucht van Koen… “Ja hoe krijg je het op plaat? Het moet heel naturel klinken. Daarvoor hebben we ook voor Jan (Viggria) gekozen als producer. Met zijn achtergrond vanuit the Guru Guru snapt hij ons: Soms moet het rauw zijn, soms net niet; soms roomy, of juist in your face.” De mixing van ‘Joni’ heeft de live energie goed op album gevangen. Toch blijven er natuurlijke verschillen, beaamt ook Koen: “Op het album is duidelijker wat er allemaal gaande is in een nummer, want er is echt veel gaande, met verschillende lijnen. Live heeft de overrompeling meer de overhand, de energie. Wat ook goed is hoor, maar dan mis je misschien de subtiliteiten.”

Full album ‘Joni’ werd voorafgegaan door een titelloze EP. Het verschil? “Jacky heeft dat laatst goed verwoord: “De EP was vooral experiment met songgehaltes en ‘Joni’ zijn songs met experimenten erin.” En dat is ook meer de richting die wij uitgaan.” Is het album dan de verbeterde versie van de EP, een gewetensvraag … “Voor mij wel, maar dat hoeft objectief niet zo te zijn.” Het gesprek verloopt vlot en openhartig. Dus tijd om Koen het vuur nader aan de schenen te leggen: “Het album schiet veel richtingen uit, is soms tegenstrijdig. Is dit een teken van veelzijdigheid of van nog zoekende naar een richting?” Koen lijkt niet onder de indruk van mijn vuur. “Beide, denk ik. We trekken geen grenzen in genres. Zo kun je ook overal uit putten en dat maakt het interessant voor mij. Engagerend, onvoorspelbaar en verfrissend. Daarnaast zullen ons wel verder gaan ontwikkelen, meer ons eigen geluid gaan creëren.”

Ik stook het vuurtje toch maar weer op: ”Wat is dan jullie eigen geluid?” Grote zucht, nadenkend… “Een opzwepend experimenteel geluid, niet bang van genres.” Stilte, twijfel… “Maar, er zitten zoveel tegenstellingen in mijn hoofd om te antwoorden: hard, maar ook emotie en rust. Vaak zelfs in één song. Dat gaan we verder perfectioneren.” En wat is in al die tegenstellingen dan nu het meest typische HEISA-nummer? “Onze single ‘Keep it’: tegendraadse grooves, een verhaal in het nummer, wat een dikke pay-off geeft. Dat je na het nummer denkt “Er zijn dingen gebeurd die ik niet zag aankomen.” Daar houd ik wel van.” En na een denkpauze licht hij een sluier voor de toekomst op: “‘Keep it’ heeft ook een goede balans tussen song en experiment. Ik hoop dat de volgende plaat dat nog meer gaat brengen.”

Ondanks de corona-tijd zijn er al twee nieuwe songs in de maak, die ik oppak met een voor artiesten vaak vervelende vraag. “Of commercie een rol speelt bij het maken van onze nummers? Haha, voor onze drummer absoluut niet. Maar ik zou liegen als het er niet een heel klein beetje in zit. Je wilt toch optreden en mensen bereiken en leren hoe je dat kunt doen. Maar nooit het ervoor doen, want dan ben je heel fout bezig.”

Velen zijn corona al langer moe. Na dit plezante en verfrissende gesprek snakken we allen nog meer naar een spetterend festival om de nieuwe, oude tijd te vieren. Met gelijkgestemde Belgische bands natuurlijk. “Wie? Ik zou sowieso Raketkanon en Madensuyu terug brengen…, en BRNS hun eerste plaat laten spelen, maar ook met bands als the Guru Guru, MANTIS, Brutus, SHHT… En wellicht ben ik er nu een heel aantal aan het vergeten.” Een mooi affiche met zowel songs als experiment. HEISA dus.

Deel: