Een Engels/Amerikaans avontuur zou je het kunnen noemen, deze samenwerking tussen de Engelsman Martin Harley en de Amerikanen Daniel Kimbro en Sam Lewis. Het drietal is een zeer ervaren club muzikanten, die al flink hun sporen hebben verdiend. Martin Harley is letterlijk de hele wereld al over gereisd, deed mee aan ‘World’s Highest Gig’ in de Himalayas, toerde op de motor door zowel Mali als India en Nepal. Daniel Kimbro uit Knoxville (TN) speelde met o.m. John Hiatt, de Jerry Douglas Band, James Taylor en Alison Kraus en heeft een paar Grammy nominaties op zijn naam staan. En Sam Lewis uit Nashville (TN) speelde met Leon Russell en Chris Stapleton om er maar een paar te noemen.

De opnamen zijn gemaakt in the Wow & Flutter Studios te East-Nashville. ’s Ochtends gingen de heren er eens voor zitten en ’s middags werden de nieuwe nummers opgenomen. Met de combinatie van invloeden uit de Appalachen, Nashville en blues is een album gevormd met pure akoestische Americana, en dan het beste wat men zich voorstellen kan op zowel muzikaal als tekstueel gebied. Luister maar eens naar ‘Grey Man’ over iemand die zich zo erg verveelt, dat hij maar naar zijn eigen hartslag luistert om iets te doen te hebben, of ‘I Gotta Chair’ over een persoon die zijn zaakjes misschien niet helemaal op orde heeft, maar tevreden is met wat hij heeft.

De beste nummers zijn wat mij betreft de door Lewis geschreven blues ‘Who’s Hungry’, waarin hij zich zorgen maakt over wat had kunnen gebeuren, maar niet gebeurd is, en ‘What To Do’ met de tip om maar naar Taj Mahal, J.J. Cale, Lowell George en Nina Simone te luisteren als je het allemaal niet meer weet. Zowel muzikaal als tekstueel staat dit album op een eenzaam hoog niveau. Top. (9/10) (eigen beheer)

Deel: