Wardrobe is een steeds opvallender verschijning in het Belgische muziekbeeld. Bestond de garderobe ten tijde van het debuut nog uit een mooie, maar ook wat degelijke basic outfit, tegenwoordig is de snit spannender en zijn de combinaties meer gedurfd en uitdagend. Tijd voor een gesprek met dé man van Wardrobe, Johan Verckist.

Johan zoekt een zonnig plekje in zijn tuin, waar hij met zijn laptop rustig kan zitten. Sigaretje opsteken, relaxed, lachend… En praatgraag. “Wardrobe is begonnen als een project om mijn nummers op te nemen die er al lagen”. Hij dook met een stel muzikanten de studio in en “probeerde die vibe te vangen: drie keer een nummer spelen en dan meteen opnemen.” Het werd het debuut ‘Crawling’. We schrijven 2017 als het album het daglicht ziet vol dromerige popsongs, met een licht alternatief indiekantje. Johan was zeker tevreden, maar “Ik wilde meer pit in mijn nummers; met effecten, samples enzo. We hebben dat met de band verder uitgewerkt, en met een producer.” Zo werd het projéct Wardrobe met het album ‘Giving Up A Ghost’ uit 2019 dan toch de bánd Wardrobe. Een album met een breder palet aan stijlen, structuren en geluiden; soms organisch, soms elektronisch en met samples. “Ja, het werd een echte band, maar wel míjn band.”

Wardrobe

“De plaat die nu gaat uitkomen heb ik helemaal alleen ontwikkeld; thuis, knutselend, laag na laag. Uiteindelijk heb we hem deels bij mij thuis ingespeeld, deels in de studio.” Dit nieuwe, derde, album is afgemixt tijdens de lockdown en kreeg de naam ‘Jason’. Er is nog twijfel over de releasedatum. “Ik wil hem wel live kunnen spelen. Lekker knallen, want er zit meer pit in die plaat. Dat wil ik nu niet akoestisch gaan doen…”.

Van ‘Jason’ zijn al drie singles gedropt. De stijlontwikkeling van Wardrobe verder is doorgetrokken. Klonk debuut ‘Crawling’ nog braaf en gestructureerd, nu zijn de meer gedurfde geluiden en structuren van ‘Giving Up A Ghost’ verder doorontwikkeld. “Ik wilde een plaat maken die niet per se mooi klinkt, maar wel bijzonder. De eerste twee platen waren ook erg persoonlijk. Deze is meer gericht op mijn omgeving. Daar past ook een donkerder, complexe sound bij. Een soort end-of-time gevoel. Ik hoor dat ook terug bij andere muzikanten, dat gevoel.” Wat volgens Johan niet wil zeggen dat alles nu slechter is. “Nee, Ik wil juist meer energie geven, een groove. Vroeger wilde ik raken door het arrangement. Ik wil nu meer de onderbuik.”

Johan oogt nog steeds heel relaxed, lacht veel. En weet zijn muziek goed te duiden. “Ik probeer ook altijd iets anders. Niet omdat het niet goed was, maar gewoon iets nieuws.” Een vooropgezet plan of doel ontbreekt. “Ik merk achteraf vaak waar de song of het album over ging, bij welke periode in mijn leven, bij welk gevoel.” Hij is daar open in: “Bij het eerste album werd ik vader, en alles wat daarbij komt…, haha. Bij het tweede was ik meer aan het worstelen met mijzelf. En als je daar doorkomt en terugluistert, dan hoor ik weer van “O ja, toen zat ik daarin, toen voelde ik dit of dat.” Voor ‘Jason’ kan hij dat nog niet. “Nee, Het is nog te plots om te zeggen, omdat ik er nog inzit.”

Wardrobe ís Johan Verckist, en Johan Verckist ís muziek, van voor tot achter. “Je vraagt wat ik zou doen zonder muziek? Dan werd ik gek. Muziek is voor mij een noodzaak. Ik schrijf dingen van mij af en dat werkt wel een beetje therapeutisch.” Daardoor is het creatieve proces heel persoonlijk. “Ik kan ook niet goed met een band songs schrijven. Ik heb tijd voor mezelf nodig om te knutselen. Vroeger schreef ik met gitaar, nu met kleine muziekstukjes, laag voor laag. Maar misschien ga ik de nummers in de toekomst wel met de band samen maken, in één creatief proces.”

Wardrobe

Die ervaring heeft hij al opgedaan in Glitterpaard, een tributeband voor Sparklehorse, met o.a. Philip Bosschaerts van Mintzkov. “Maar we zijn nu een plaat aan het maken met eigen nummers. En dat is voor mij een heel andere manier om samen te spelen; meer het rockband idee. De verschillende rollen die je kunt spelen: de songwriter, de arrangeur, en de wisselingen daarin. Ik vind dat heel leerzaam en wil daaruit dingen meenemen naar Wardrobe.”

Johan wil duidelijk leren, ook door goed te kijken en te luisteren naar anderen, en naar andere genres. “Hoe die muziek maken, zoals hiphop. Die zoeken inspiratie meer vanuit klanken. En het gebruik van computers, elektronica. De geluiden die je kunt maken, soms per ongeluk.” Johan grinnikt. “Ik noem het de happy accidents. Door uit te proberen, fouten durven te maken, krijg je opeens een sound van “wow, dat klinkt te gek.”

Johan zoekt, leert en ontdekt. Staat open voor veel, zowel vroeger als nu. “Mijn vader zette thuis al veel muziek op. Tom Waits, Randy Newman. Dat vond ik fantastisch, ook the Beatles, Captain Beefheart, Joni Mitchell, Beck. Ik was elf toen ‘Smells like teen spirit’ een wereldhit werd. Dat liet me niet onberoerd. Maar ook meer in de buurt, in België, gebeurden mooie dingen.” En nog steeds, beaamt Johan: “Het is surrealistische van België; van Jacques Brel, Arno. Een klein, absurd landje. Dat maakt het ook interessant. Het leert ons ook om gekke dingen te doen.”

Johan neemt nog een trekje, thuis in Antwerpen. Wachtend tot wanneer hij zonder mondkapje zijn nieuwe garderobe van ‘Jason’ mag lopen op de catwalk, ergens op Het Zuid. Heel fier, maar met in zijn achterhoofd al de ideeën voor een nog gewaagder collectie voor het volgende seizoen. Wardrobe blijft spannend.

Foto Johan Verckist van voor (c) Hans de Prins
Overige foto’s (c) Michel Hakim Moldenhauer

Deel: