Bread was een Amerikaanse rockband uit Los Angeles, Californië. De line-up bestond uit David Gates (zang, gitaar, bass, keyboards, viool, percussie), Jimmy Griffin (zang, gitaar, keyboards, percussie), Robb Royer (basgitaar, gitaar, fluit, keyboards, percussie, achtergrondzang), Mike Botts (drums), en Larry Knechtel (basgitaar, gitaar, keyboards, mondharmonica). In de periode van 1970-1979 hadden ze 13 hits in de Billboard Hot 100 en waren het schoolvoorbeeld van wat later soft rock genoemd werd.

Alvorens hij Bread oprichtte, werkte Gates met Royer’s oude band The Pleasure Fair als producer voor hun uit 1967 daterende album ‘The Pleasure Fair’. Royer introduceerde Gates aan zijn tekstschrijver en partner Griffin, en het rio ging verder en tekenden in 1968 een platencontract bij Elektra Records onder de naam “Bread”. De groep’s eerste single ‘Dismal Day’ kwam uit in juni 1969 maar haalde de hitlijsten niet. Hun debuutalbum ‘Bread’ kwam uit in september van datzelfde jaar en piekte op plaats 127 van de Billboard 200. Gates en het team van Griffin-Royer hadden elk een gelijk aandeel in het schrijven van de nummers. Jim Gordon, een sessie muzikant, begeleidde de band op de drums voor het album.

Voor hun tweede album werd de band met Botts als drummer uitgebreid tot een kwartet, dit album getiteld ‘On the Waters’ deed het een stuk beter dan haar voorganger met als toppositie de 12e plaats in de Billboard 200. Het succes van ‘On the Waters’ en de voortkomende nummer 1 hitsingle ‘Make It with You’ zorgden ervoor dat de band gezien werd als een volwaardige groep. ‘Make It with You’ zou Bread’s enige nummer 1 hit zijn in de Hot 100. Hun volgende single was een heruitgave van ‘It Don’t Matter To Me’, een Gates nummer komende van hun debuutalbum ‘Bread’. Deze keer werd het nummer wel een hit en behaalde de top 10. Bread ging op tournee en nam in 1971 het album ‘Manna’ op met daarop de single ‘If’.

Na drie albums besloot Royer om de band te verlaten, desalniettemin bleef hij samen met Griffin teksten schrijven. Royer werd vervangen door Larry Knechtel, een vooraanstaand sessiemuzikant uit Los Angeles die als pianist te horen was op Simon & Garfunkel’s ‘Bridge Over Troubled Water’ single uit 1970. Begin 1972 bracht Bread ‘Baby I’m-a Want You’ uit, hun meest succesvolle album. De titeltrack was eind 1971 al een hit voordat het album uberhaupt uitgekomen was. De opvolgende singles ‘Everything I Own’ en ‘Diary’ werden top 20 hits. 10 maanden later al kwam hun vierde album uit, ‘Guitar Man’, en haalde ook de top 20. Van ‘Guitar Man’ kwamen 3 top 20 singles, ‘The Guitar Man’, ‘Sweet Surrender’ en ‘Aubrey’; waarvan het eerste nummer de toppositie haalde in de illboard’s adult contemporary chart.

In 1973 sloeg de vermoeidheid toe, dit kwam door het vele touren, de opnames en persoonlijke redenen. Door deze problemen onstonden er interne strubbelingen in de band, in het bijzonder tussen Gates en Griffin. Alle 11 singles die Bread uitbracht in de periode 1970-1973 zijn gezongen door Gates. Elektra Records koos onvoorwaardelijk voor Gate’s nummers als A-kant voor de singles; Griffin was van mening dat het beter verdeeld had moeten worden. Er was ook wat onvrede onstaan over de nummers voor hun zesde album. Bread besloot om ermee te stoppen. Gates en Griffin keerden terug naar hun solo carrieres met matig resultaat. ‘The Best of Bread’ compilatie album kwam uit in 1973 en was een groot succes met een tweede plaats in de Billboard 200. ‘The Best of Bread’ bleef ruim 2 jaar in deze lijst staan. De opvolger, ‘The Best Of Bread, Volume Two’ kwam een jaar later uit.

Vanwege het feit dat Elektra Records had laten weten dat ze weer een Bread labum uit zouden willen gaan brengen, besloot de band om weer bij elkaar te komen. Gates, Griffin, Botts en Knechtel keerden terug naar de studio en namen het album ‘Lost Without Your Love’ (1977) op. De titeltrack (wederom gezongen door Gates) was de bands’ laatste top 10 hit. Dit comeback album was hun zevende opvolgende album dat door de R.I.A.A. bekroond werd met een gouden plaat. Maart 1977 releaste Elektra released een tweede single, ‘Hooked On You’. De vier leden van Bread, tesamen met sessie gitarist Dean Parks, tourden dat hele jaar om hun comeback album te promoten. Na een korte break, vervolgden ze hun tournee, dit keer zonder Griffin, die door Gates niet meer uitgenodigd werd om mee te touren vanwege hoger oplopende spanningen. Ze beeindigden het jaar zonder enige plannen om nog als band nummers op te nemen.

Gates oogste in 1978 succes als solo artiest met het nummer ‘Goodbye Girl’ (uit de gelijknamige film ‘Goodbye Girl’) en de single ‘Took the Last Train’. Daarna ging hij op tournee met Botts en Knechtel onder de naam ‘David Gates & Bread’. Voor deze tournee werden Warren Ham (ex-Bloodrock; keyboards, achtergrondzang), Bill Ham (gitaar) en David Miner (bass) aangetrokken. Deze uitbreiding zorgede ervoor dat Griffin een rechtszaak aanspande vanwege het gebruik van de naam Bread, waarvan hij mede-eigenaar was. Tijdens het geschil klaagde Griffin wederom dat Gate’s nummers de voorkeur hadden gekregen boven de zijne. De uitspraak kwam uiteindelijk pas in 1984.

Na het verlaten van de band in 1971, hield Royer het hoofdzakelijk bij het schrijven van nummers, en speelde af en toe samen met Griffin. Royer’s had in de 80’s-90’ssucces met het schrijven voor andere artiesten in de Country and Western muziek. In 1994 kwamen Royer, Griffin en Knechtel weer bij elkaar onder de naam ‘Toast’. Knechtel bleef actief als sessie muzikant en speelde onder andere bij Elvis Costello. In 1994, na ruim 13 jaar uit de spotlights te zijn geweest, releaste Gates weer een solo album getiteld ‘Love is Always Seventeen’. Twee jaar geleden bracht Royer een Jimmy Griffin album uit dat bestond uit nummers geschreven door Royer en Griffin.

In 1996, na uiteindelijk hun geschillen opgelost te hebben, kwamen de vier originele leden Gates, Griffin, Botts en Knechtel weer bij elkaar als Bread voor een succesvolle “25th Anniversary” tournee door de Verenigde Staten, Zuid-Afrika, Europa en Azië. Voor deze tournee werd de band uitgebreid met Randy Flowers (gitaar), Scott Chambers (bass), en een vioolsectie om ervoor de zorgen dat hun concerten het geluid van de albums benaderden. De tour werd verlengd naar 1997, wat gelijk het laatste jaar was dat de originele leden van Bread nog tesamen zouden optreden. Gates en de rest van de band vervolgden hun individuele carrieres. In 2006 werd Bread toegevoegd aan de ‘Vocal Group Hall of Fame’.

http://www.youtube.com/watch?v=dwdTcoUHfkw

In 2005 overleden zowel Griffin als Botts op 61-jarige leeftijd aan de gevolgen van kanker. Vier jaar later, in 2009, overleed Knechtel aan de gevolgen van een hartaanval, waardoor Gates en Royer als enige originele Bread leden overbleven. Hedentendage is Royer nog steeds actief in de muziek in zijn Nashfilms Studio te Tennessee; Gates is met pensioen en genit van zijn vrije tijd in zijn huis te Californië. Volgend jaar zal de eerste biografie van de band verschijnen, in de U.K. gepubliceerd door Helter Skelter Publishing, en geschreven met de volledige medewerking van Robb Boyer, de familieleden van de reeds overleden andere bandleden en collega’s.

Deel: