De 27-jarige Phoebe Bridgers is ondanks haar jonge leeftijd een grootheid in het mondiale Indielandschap. Een lieveling van pers en publiek, dat kiest voor puur en oprecht. Met een trouwe, grotendeels jonge fan schare. Afgelopen maandag werd deze status bevestigd tijdens haar concert in Köln. Perfectie bestaat niet, gelukkig maar. Maar dit kwam er akelig dichtbij…

De mooie zaal van E-Werk is met 2000 bezoekers uitverkocht voor deze ‘Reunion’ tour. Waar ze de dag tevoren nog op het roemruchte Lollapalooza in Parijs stond, mocht Phoebe Bridgers nu de voormalige elektriciteitscentrale in vervoering brengen. Voor fans die buiten vaak uren in de brandende zon hadden gewacht om een plekje bij het podium te kunnen bemachtigen. En om, waarschijnlijk onbewust, ook close getuige te mogen zijn van het voorprogramma. En dat was geen last, integendeel. Het eveneens Amerikaanse Sloopy Jane zette een show neer waar mening hoofdact zwetend wakker van zou worden. Show, wat dat typeert de act van de band rond zangeres Haley Dahl nog het beste. Theatraal, maar in de allerbeste betekenis van het woord, werd de art rock voor het voetlicht gebracht. Songs als heuse verhalen, als theaterstukken, met plotwendingen en stemmingswisselingen. Uiterst knap en onderhoudend neergezet door de frontvrouwe, die daarbij niet alleen de het brede spectrum van haar stem inzette, maar ook haar lichamelijke performance, knap in timing, mimiek en lichaamstaal. Terecht dat Phoebe Bridgers haar voorprogramma vol trots zelf op het podium aankondigde. Om hen later nog een rol te geven in haar eigen setlist.

Een setlist waarbij Phoebe meteen in de eerste drie nummers haar kaarten op tafel legde. Open, voor iedereen zichtbaar. De melancholische popsong ‘Down with Sickness’ zette meteen de in melancholie en hoop gedrenkte toon. Om in ‘DVD Menu’/’Garden Song’ een blik te bieden op de innerlijke mens. En om vervolgens de uptempo kaart in ‘Kyoto Song’ prachtig uit te spelen. “Een song voor alle vaders”, zoals ze zelf aankondigde. Die waren er echter nauwelijks in een zaal die voornamelijk werd bevolkt door dochters. Meest nog tieners, een enkeling mogelijk de 20 ‘al’ gepasseerd. Een leeftijd van onzekerheid, van kwetsbaarheid. Van zoeken naar jezelf en je plaats in een krankzinnige wereld om je heen. Voor hen is Phoebe niet alleen een idool, maar ook een rolmodel. Een spiegel en een gids ineen. “Some people say my songs are cool, but they aren’t….”, vertelt ze tussen twee nummers in. “And now the next sad song, full of misery”. Ze zingt over haar eigen leven, over liefdesperikelen, geaardheid en depressies. “But now I am feeling fine.” Hetgeen wordt beantwoord met een amicaal gejuich en applaus. Phoebe legt een mooi contact met haar publiek. Ze delen elkaars mening, en Phoebe verwoordt ze. In haar songs, maar ook in haar opmerkingen tussen de nummers. Haar duidelijke mening, nee onze duidelijke mening, over racisme, gender gelijkheid, racisme of American healthcare. Maar het wordt nergens zwaar op de hand. Ook niet in de songs, die alles behalve luchtig zijn en veelal woordelijk worden meegezongen.

De blonde zangeres hanteert zowel in de setlist als in de songs een heel natuurlijke, maar tevens knappe opbouw. In haar nummers vertrekt ze vaak heel klein vanuit haar akoestische gitaar en haar zuivere, intiem aanvoelende zang. Om met kleine, subtiele toevoegingen de song uit te bouwen tot een uitbarsting. Of om juist met een cirkelbeweging terug te keren naar het kleine. Heel erg knap. En tevens knap gebracht door haar band die goed was ingespeeld en vol passie de songs inkleurde in hun kenmerkende skelettenpakken: zwart met daarop een wit skelet geprint. Met een speciale rol voor JJ Kirkpatrick, die met zijn warme trompetklanken de nummers nog een extra touch gaf, als een bad warm bad, waarin verdrinken eerlijk gezegd een zaligheid zou zijn.

Phoebe maakte veel contact en zag dat het goed was. Ze straalde er zelf van en ging zelfs het publiek in. Nee, geen act, maar oprecht. Zo voelde het. De show verslapte hierdoor geen moment. Je voelde de emotie, je ervoer de betrokkenheid. Samen met de andere 2000 die vaak in trance haar teksten projecteerden op hun eigen leven. Dat maakte dit optreden zo ontzettend goed. Met nummers uit haar twee grote albums ‘Stranger in the Alps’ (2017) en ‘Punisher’ (2020), met als naadloze aanvulling de song ‘Sidelines’ uit de serie ‘Conversations With Friends’. En als grootse afsluiter ‘I Know The End’. Een voorbeeld van hoe een rustig startend nummer naar een geweldig hoogtepunt kan gaan, op het theatrale af. Geen wonder dat hiervoor ook support act Sloppy Jane op het podium werd gevraagd…

De cirkel was rond. Maar niet voordat Phoebe als toegift een bijna perfecte uitvoering gaf van ‘Georgia’, slechts in een spotlight, slechts met een gitaar, en haar prachtige stem natuurlijk. Bijna perfect, want perfect bestaat gelukkig niet. Maar dit kwam akelig dichtbij. Phoebe Bridgers raakt je tot op het bot.

Deel: