Waar het succes in zijn eigen land helaas nog altijd wat achterblijft, heeft de Britse singer-songwriter in ons land inmiddels al 15 jaar veel succes. Regelmatig komt hij naar Nederland voor meerdere concerten. Met een nieuw album op zak, het twee weken geleden verschenen ‘We Come Alive’, vult hij met zijn soulvolle muziek met gemak tot twee avonden achter elkaar het Koninklijk Theater Carré in Amsterdam, waarvan vrijdagavond de eerste was. Carré bleek perfect te passen bij de intieme muziek die hij vertolkte.
Sven Cilliers
Voorafgaand aan Jonathan Jeremiah mocht de Zuid-Afrikaanse zanger en producer Sven Cilliers het voorprogramma verzorgen. Hij heeft op jonge leeftijd al aardig naam gemaakt. Ook in het Nederlandse clubcircuit trok hij onlangs uitverkochte zalen. Het was te merken dat hij over aardig wat podiumervaring beschikt. Met zijn poppy songs in de stijl van Ed Sheeran wist hij het publiek van Carré in een half uur tijd redelijk mee te kregen. Ook al gebeurde dat pas echt toen hij als derde nummer een cover speelde van ‘Viva La Vida’ van Coldplay. Overigens wel knap hoe hij zo’n overgeproduceerde hit wist terug te brengen tot een solo nummer met enkel akoestische gitaar, en oké, een boombox voor het ritme dat hij aansloeg door op zijn gitaar te tikken. Toch won hij Carré moeiteloos voor zich, terwijl zijn muziek meer poppy was dan van de hoofdact van vanavond.
Dwarsdoorsnede van oeuvre
Met een 8 koppige band opende Jonathan Jeremiah met de titeltrack van zijn nieuwste album ‘We Come Alive’. Het geluid klonk vol, waarbij vooral de drie strijkers een prettige toevoeging waren. Zoals bij het exotische ‘Kolkata Bear’, dat met de strijkers een nog exotischer tintje kreeg. Bij het daaropvolgende ‘Mountain’ riep hij het publiek op om mee te fluiten in het kenmerkende gefloten intro. Dat ook violen kunnen rocken werd in de opzwepende climax van dat nummer bewezen. Daarna kwam één van zijn bekendste nummers al vroeg op de avond voorbij: zijn doorbraak in ons land, de radiohit ‘Lost’, die op veel bijval kon rekenen.
Jonathan leek duidelijk ontspannen te zijn, en was ook niet vies van wat publieksparticipatie. Dat zorgde er in ieder geval voor dat er wat spontaniteit in het concert zat. Want muzikaal klonk het zo perfectionistisch dat het soms wel heel erg leek alsof er een cd opstond. Wat natuurlijk geen belediging is, maar soms kan het iets tè perfectionistisch zijn. In dat geval kwam een oproep voor bijval van publiek als geroepen, omdat het daarmee voorkwam dat het te veel begon te lijken op automatisch pilotenwerk. Het perfectionisme kwam ook naar voren toen hij halverwege de set zijn gitaar stemde, omdat hij ‘If You Only’ (dat hij enkel met celiste speelde) een perfect mogelijke uitvoering wilde geven.
Opvallend was dat de setlist niet eens zwaar leunde op zijn nieuwe album, maar in feite schotelde hij een mooie dwarsdoorsnede voor van zijn 15 jarige carrière. Hij koos dan wel het beste uit zijn catalogus uit. Zoals het intiem beginnende ‘Gold Dust’ dat ook een perfect georkestreerde climax kreeg, of het soulvolle ‘Horsepower For The Streets’. Funky werd het ook in de toegift met ‘Good Day’. Zijn bekendste nummers ’Happiness’, dat uiteraard als laatste toegift werd gedaan, kreeg een lang uitgesponnen vertolking. Hierin werd wel afgeweken van de oorspronkelijke albumversie, met een door violen gedragen intro en een Hammond orgel solo. Waarmee wel het live gevoel werd gecreeërd dat de avond soms nodig had.
Aan de andere kant is dat perfectionisme in zo’n klassiek theater natuurlijk passend. Voor in het theater leende deze vertolkingen zoch uitstekend. Het benadrukte nog eens een wederzijdse band tussen Jonathan Jeremiah en het Nederlandse publiek. Je zou hem internationaal meer succes gunnen. Maar aan Carré deze avond te zien, zal hij nog altijd in ons land met open armen worden ontvangen.
