Hun debuutalbum ‘On’ (Bongo Joe Records) laat horen wat er gebeurt als je een deur naar Turkse volksmuziek, liedjes die van generatie op generatie zijn doorgegeven, open doet, en daar tegenover deuren open zet waaruit funkritmes stampen, wah-wah gitaren golven en analoge orgels waaieren. De tochtstroom die dan ontstaat, daar tussen staat de Amsterdamse band Altin Gün.

Deuren tegen elkaar open zetten, het is geen onbekend proces. In de jaren zeventig deden Turkse artiesten als Baris Manço, Selda Bağcan en Erkin Koray hetzelfde. Zij namen muziek van hun jeugd, en van hun ouders, folkliedjes die bij feesten en serieuze gelegenheden door een man op een saz (traditioneel Turks snaarinstrument) werden gespeeld. En ze voegden daar de techniek en invloeden van het moment aan toe. Dat leverde in korte tijd, grofweg tussen 1972 en 1977, een stroom muziek op die ook nu nog bijzonder rijk, dansbaar en, vooruit, geestverruimend klinkt.

De leden van Altin Gün namen de muziek van huis mee, of vielen ervoor via compilaties, via vrienden. En van het Into The Great Wide Open-festival tot Instanboel, van Gent tot Geneve, van Ravenna tot Rotterdam, overal waar Altin Gün speelt, maken Ben Rider (gitaar), Daniel Smiek (drums), Jasper Verhulst (bas), Merve Dasdemir (vocals), Erdinc Yildiz Ecevit (saz, toetsen, vocals), Gino Groenveld (percussie) nieuwe fans en vrienden.

Op 22 april komt Altin Gün naar Metropool in Enschede.

Deel: