Op 26 februari aanstaande komt het langverwachte nieuwe soloalbum van Toto-gitarist en zanger Steve Lukather in een simultaan-release met het nieuwe album van Toto zanger Joseph Williams wereldwijd uit. Op het album dat als titel ‘I found the Sun again’ heeft gekregen staan 8 tracks waarvan er drie covers zijn die op zeer eigen manier worden neergezet.

‘I Found the Sun Again’ is bovenal een goudeerlijk rockalbum geworden. Een heilige graal voor gitaristen en liefhebbers van virtuoze gitaarrock. Lukather maakt in dat opzicht alle verwachtingen waar. Wetende dat het gros van de tracks one-takes zijn en het hele album in slechts 8 dagen werd opgenomen zegt alles over de kwaliteiten van Lukather als gelauwerd sessie artiest en Toto-frontman.

Het album geeft daarmee ook meteen haar zwakte prijs, zo je daar al over mag spreken. Het is een non conformistische plaat geworden. What you see is what you get. Daarmee is het album zeker niet voor iedereen weggelegd, Lukather is er niet op uit om de menigte te pleasen. Hij doet waar hij goed in is, en dat doet hij exceptioneel goed.

Het album werd gecoproduceerd door Ken Freeman, die ook verantwoordelijk was voor de mix. Net als op het album van Joseph Williams spelen ook op ‘I Found the Sun Again’ een keur aan de allerbeste sessie-muzikanten mee. Denk aan  drummer Greg Bissonette, toetsenist Jeff Babko en bassisten Jorgen Carlsson en John Pierce. Vriend en Toto-collega David Paich speelt piano en orgel terwijl Joseph Williams op meerdere tracks zong, schreef deze laatste ook nog mee aan de strijkers- en hoornarrangementen van ‘Run To Me’. Niet onvermeld kan blijven dat op dit nummer een special guest appearance is van niemand minder dan Ringo Starr op drums. De voormalige Beatles-drummer en Lukather zijn dikke vrienden geworden sinds Lukather op tournee was met Ringo Starr & His All Starr Band.

Luke vertelt: “Nooit in mijn leven had ik  zoveel plezier gehad met opnemen. Pijnloos, leuk en gemakkelijk – en het vloeide gewoon.” Het repertoire bevat vijf nieuwe originele composities en drie covers die door Luke persoonlijk zijn geselecteerd. Dat zijn Traffic’s ‘Low Spark of High Heeled Boys’, waarop Lukather verrassend de saxofoonpartij van het origineel overneemt op leadgitaar,  Joe Walsh’s ‘Welcome To The Club’ en Robin Trower’s ‘Bridge of Sighs’. Dat laatste nummer doet in alles denken aan Jimi Hendrix. Trower is uiteraard ook al zwaar beïnvloedt door Hendrix, maar Lukather laat op deze track horen waarom hij zo geadoreerd wordt door gitaristen wereldwijd.

Lukather: “AL deze nummers zijn live opgenomen, zonder trucjes, zonder clicktracks, zonder repetities zelfs. Er zijn slechts een paar overdubs aan toegevoegd, maar het hele album is in 8 dagen opgenomen.” Dat is natuurlijk ontzettend knap, het leidt tot een album dat precies die live vibe goed weet over te brengen. De eigen composities van Lukather op dit album zijn het meest in het oog springende zwaktebod. Met name tekstueel gaan ze niet dieper dan een vroegrijp puberbrein en een nummer als bijvoorbeeld ‘I Found the Sun Again’ is van een niets aan de hand kaliber dat je eigenlijk niet verwacht op een album van Lukather.

Opener ‘Along for the Ride’ is sterk, met geweldig gitaarspel en een sterke riff. Het doet denken aan het Toto-materiaal in de tijd van het ‘Kingdom of Desire’ album. ‘Serpent Soul’ is tekstueel voor iedereen in te vullen, maar het heeft weinig voorstellingsvermogen nodig om te bedenken dat Luke hierin zijn juridische battle met de weduwe van Jeff Porcaro verwerkt. Tekstueel ook niet erg diep, maar daarvoor moet je niet bij Lukather zijn.

Hoogtepunten van het album zijn deze opener en het laatste nummer. Op de cover van ‘Bridge of Sighs’ van Robin Trower krijgt de luisteraar een ware showcase te horen van waar de gitarist Lukather toe in staat is. De gitaristen onder ons zullen likkebaardend richting de zojuist kapot getrilde conussen van hun speakers kijken als dit voorbij is. Wow, pure elektriciteit en energie. Dit is wat Lukather het beste kan, beesten op zijn gitaar. Ik heb de man ooit op een muziekbeurs een consumentengitaar in een kwartier al spelend uit elkaar zien trekken, en dat is wat hij op deze track ook doet. Onbeschrijflijk goed.

Het eindoordeel is daarmee niet makkelijk. Als ik deze recensie voor een gitaarblad zou schrijven dat is dit album niet anders dan met een 9 uit 10 te beoordelen. Voor de muziekluisteraar die niet alleen idolaat de
nectar van Lukather’s gitaarspel wil drinken blijft er op dit album toch te weinig over om echt van te genieten. Uiteraard klinkt het album als een klok, als je van de meer live sound houdt. Doordat Lukather echter geen concessies heeft gedaan is het album minder interessant voor de mainstream luisteraar. Dat is uiteraard ook gewoon dat wat we verwachten moeten van een soloalbum van Lukather. (8/10) (The Players Club / Mascot Label Group)

Deel: