Hij stond vooraan in de rij bij de ontwikkeling van de IJslandse muziekscene in de jaren ’80, onder andere als drummer van de roemruchte Sugarcubes. Nu biedt hij muziek uit IJsland een podium als managing director bij IcelandMusic. Een gesprek met de kleurrijke Sigtryggur ‘Siggi’ Baldursson, de muzikale schakel tussen IJslands verleden, heden en toekomst.

Sugarcubes uit IJsland

Ik laat hem trots mijn roze exemplaar zien van het Sugarcubes debuut ‘Life’s too good’ uit 1988. Met hun speelse vrolijkheid begon voor mij de interesse voor muziek uit het, dan nog onbekende, verre eiland. Maar de scene begon al eerder en Siggi praat er met veel enthousiasme over. “De jazz-funk band Mezzoforte had al succes in 1983. Dat was met name in de UK. Maar the Sugarcubes gingen wereldwijd.” En hoe ontstaat zoiets ‘opeens’? Was er al een voedingsbodem in Reykjavik? “In de in 1982 uitgebrachte documentaire ‘Rokk í Reykjavík’ is mooi te zien hoe verschillende bands opkwamen in het alternatieve circuit, met elkaar speelden en elkaar inspireerden.” Onderdelen van de documentaire staan op YouTube.

Rokk í Reykjavik Sugarcubes Björk

The Sugacubes

The Sugacubes kwam voort uit bands die hun sporen in IJsland al hadden verdiend: ”Ik kwam uit Þeyr, een new wave-band. Einar was van Purrkur Pillnikk, een punkband, en Björk zat eerder in Tappi Tíkarrass. Wij drieën ontmoetten elkaar in 1983 in de band Kukl, met Einar Melax, Birgir Mogensen en Guðlaugur Óttarsson. Kukl stopte in 1986 en het trio maakte, samen met anderen, een doorstart als The Sugarcubes. “We waren opgericht als een tongue-in-cheek popband voor kunstcollectief én platenlabel Smekkleysa/Bad Taste. Hierin zaten ook mensen uit de literatuur.

In het manifest stond dat er een popband moest komen die geld zou genereren voor het hele collectief.” De Sugarcubes dus… En ze sleepten héél veel geld binnen. Siggi grinnikt. “Ja, we waren op de juiste plaats, op het juiste moment. En onze zanger, Einar Örn, had veel contacten in Londen, waar hij studeerde.” Na drie albums stopte de band in 1992. “We waren een democratische band en alles wat we maakten, deden we samen. Björk had specifieke creatieve ideeën en ze had een andere omgeving nodig om deze uit te voeren.”

The Sugarcubes plaveiden de weg voor andere bands en artiesten uit IJsland, zoals de elektronica van GusGus, de indie van Múm, de postrock van Sigur Ros en natuurlijk voor rasartieste Björk zelf. Daarbij heeft iedereen iets eigens, een eigen niche. “Het lijkt dat we daar goed in zijn.” Met een knipoog kijkt Siggi naar zijn Zweedse vrienden: “Zij maken pophits voor Amerikaanse popsterren; wij maken interessante indiemuziek. IJslanders zijn altijd sterk geweest om overal in de kunst hun eigen stijl te creëren.” Zo ook in de muziek, die tegenwoordig vooral in de breedte is gegroeid. “We hebben metal zoals Une Misere, dat het goed doet, maar ook klassieke componisten, zoals Anna Thorvald. Dat is gezond. En er nog steeds ruimte voor creativiteit.”

Iceland Airwaves

Sinds 2012 is Siggi verbonden aan IcelandMusic en exporteert hij IJslandse muziek. “We verkopen echter geen platen. De artiesten en bands maken muziek op hun eigen manier, in hun eigen stijl en richting; wij proberen hen een podium te bieden.” Een algemene succesformule bestaat niet, “maar twee zaken moeten in orde zijn: de muziek moet interessant zijn en de connecties moeten goed zijn. Een goede spot daarvoor is Iceland Airwaves, hét jaarlijkse showcasefestival voor met name IJslandse bands.”

Iceland Airwaves Ijsland

Volgens Siggi doet de IJslandse muziek het goed in het buitenland, vooral in de Verenigde Staten, Duitsland en de UK. Ook Nederland en België zijn interessant. Hij kent met name Nederland goed. “Ik heb er van 2000 tot 2003 gewoond, in Hilversum.” Hij was natuurlijk benieuwd naar de populaire Nederlandse artiesten en kwam tot wat hij zelf noemde het ‘Local Hero Syndroom’. “Ik heb het later ook getoetst in andere landen en kwam tot het inzicht dat de populairste landelijke acts meestal geen goed exportartikel zijn. Ze komen uit een universele, mondiale trend, die ze vertalen naar de lokale omstandigheden. Zo is rap wereldwijd bekend, maar elk land heeft zijn eigen rapartiesten. Die rappen in hun eigen taal over zaken in hun eigen land. Dat fascineert mij enorm.”

IJsland

In dit verlengde fascineert het mij of er ook zoiets is als ‘typisch IJslandse muziek’… Siggi is verrassend duidelijk: “Nee, het is de persoonlijkheid, niet het land. IJslandse muzikanten hebben wel een bepaalde persoonlijkheid, gelinkt aan onze cultuur. Ze doen hun eigen ding binnen de algemene trends. Daarom zijn ze een goed exportproduct.” Ik probeer een tegenargument: “Maar als ik Sigur Rós hoor, dan denk ik meteen aan IJsland en zie ik het land voor mij.” Maar dat haalt hij vakkundig onderuit: “Dat is niet typisch IJslands, maar typisch Sigur Rós. Hun muziek is mystiek en filmisch en ze weten dat gevoel heel goed over te brengen in zowel hun muziek als hun video’s. Het is hun handelsmerk geworden: de mystieke, IJslandse band.”

Ik was al overtuigd, maar hij voegt toch nog een voorbeeld toe, over Björk, wie anders…: “Veel mensen hebben dat IJsland-gevoel ook bij haar. Maar het is meer de perceptie van de luisteraar dan een typisch IJslands geluid.” Ik kan het niet laten: “Maar kan Björk dan net zo goed Nederlands of Duits zijn?” Siggi denkt lang na, maar is dan heel stellig: “Nee, ze is erg IJslands.” Want? “Ze heeft een sterke verbondenheid met de natuur, zoals vele IJslanders.” Hij leunt zichtbaar tevreden achterover.

Het was inderdaad een heel prettig gesprek, met een kleurrijk en open persoon. Des te meer spijt heb ik van een vraag die ik hem als persoon wel had mogen stellen, maar die hem in zijn rol voor IcelandMusic duidelijk in verlegenheid bracht: “Op welke IJslandse bands moeten we de komende jaren gaan letten?” “Tsja, alsof je me vraagt om twee van mijn achttien kinderen te noemen…” Hij kan niet kiezen, een gewetensprobleem. Aardig als hij is vraagt hij bedenktijd. En een paar dagen later stuurt hij me heel netjes een lijstje met namen, heel veel namen. Maar ook ik kan niet kiezen, en mág niet kiezen.

Bij deze als bijlage: De toekomst van de IJslandse muziek – deel 1… En die ziet er zonnig uit.

Indie pop urban and rock: Ásgeir, GDRN, Kælan Mikla, Berndsen, Cell7, CYBER, Einar Indra, Gyda Valtys, JFDR, Hatari, HILDUR, Hugar, Mammút, Mighty Bear, Olof Arnalds, Pétur Ben, SiGRÚN, Stafrænn Hákon, Sycamore Tree, Teitur Magnússon, Una Stef, VICKY, Audur,
Post-classical: Snorri Hallgrímsson, S-Hel, Gabriel Olafsson, Olafur Arnalds.
Meer in de folky style: Hafdis Huld, Svavar knútur, Ylja, Snorri Helgason, Hera Hjartardóttir, Bára Grímsdóttir

Deel: