De vrijdagavond was de Ancienne Belgique gereserveerd voor een trip 40 jaar terug in de tijd met Belgische punkers ‘Red Zebra’ en Britse post-punkers ‘The Psychadelic Furs’. Om 20 uur stipt kwamen de heren uit Brugge op het podium en de eerste tonen van ‘Agent Orange’ klonken door de speakers. Niet veel later kwam zanger Peter Slabbynck te voorschijn, gekleed in een leger winterjas en een hoge hoed op met de Amerikaanse Stars and Stripes erop; zoals Uncle Sam. Het werd een heerlijke rauwe set van vroege jaren ’80 punk, dat het publiek zich nog zeer goed kon herinneren.

In de set zat natuurlijk ook hun debuut single ‘Can’t Live in a Living Room’, een regelrechte klassieker van formaat. En bij punk hoort ook cynisme en vooral sarcasme, wat bleek uit sommige opmerkingen van Peter, zoals bij het nummer ‘Eating a Banana’. Waar hij pleitte voor “de terugkeer van de Vlaamse Banaan. Want zoals de Vlaamse minister-president, heeft deze de gele kleur en als hij rot is zwart.” Verwijzend naar de geel-zwarte partij kleur van de N-VA. De heren rockte er flink oplos tot de stage manager op het podium kwam en tegen hun zei dat ze moesten stoppen; waarmee het in eens gedaan was.

Blijkbaar had de AB een strak programma, want om 21 uur stipt doofden men de lichten en klonk er Purcell’s ‘Cold Song’; blijkbaar een voorbode. Want wat de Butlers broers en consorten brachten was een matig greatest hits set. Beginnend met ‘Dumb Waiters’ probeerde ze toch direct in contact te komen met het publiek. Er waren geen hekken dus men kon lekker op de rand van het podium hangen en zanger Richard Butler maakte er direct gebruik van om handjes te schudden. Het zevental was een mooie combinatie van uitersten: De gebroeders en saxofonist Mars Williams waren zeer extrovert, terwijl de anderen meer introvert waren. Je zag wel dat ze met plezier hun nummers speelden, maar dat was het dan ook.

Ook werden de nummers min of meer afgerateld en na elk nummer, als het publiek een welgemeend applaus gaf, bracht Richard een glimlach op zijn gezicht en een “thank you.” Maar dat was het dan ook. Technisch gezien speelde de band goed, wat ook niet moeilijk is als je elke avond dezelfde set speelt. En toch waren er technische storingen hier en daar. Sommige nummers waren niet zuiver hoorbaar en bij ‘Sleep Comes Down’ begaven de effectpedalen van gitarist Rich Good het even. Terwijl de rest van de band het nummer wel professioneel af werkte. Hoogtepunten waren ‘Sister Europe’, ‘President Gas’ en bisnummer ‘India’. En dat komt omdat het sterke nummers zijn, niet door hun live preformance. Al bij al een mooie avond voor die een nostalgische trip wouden beleven. Maar voor de echte muziekliefhebber was dit niks speciaals.

Deel: