Had je mij twee jaar geleden verteld over een samenwerking tussen rapper Sticks en singer/songwriter Tjeerd Bomhof alias Dazzled Kid, dan had ik een wenkbrauw opgetrokken. Onwaarschijnlijk. Maar hé, sta ik in 2016 toch maar mooi vooraan het podium bij het onwaarschijnlijke duo Dazzled Sticks in ’t Paard van Troje in Den Haag. De samenwerking ontstond bij een begrafenis van een bekende uit de muziekindustrie waar beiden gevraagd waren om op te treden. Van het een kwam het ander en nu is er een album waarop de monotone raps van Sticks en de jongensachtige zangstem van Dazzled Kid fijn met elkaar verweven zijn op beats die doen denken aan het In a Cabin With-project L’Abbatoir waar Sticks in 2010 aan meewerkte.

Sillo

In de kleine zaal van het Haagse Paard van Troje startte de Almelose rapper Sillo het voorprogramma van Dazzled Sticks voor een handjevol mensen. In zijn jeans, nikes en zwarte hoodie zag hij eruit als de belichaming van hoe alle rappers ooit zijn begonnen. In kleine zaaltjes met ongeïnteresseerd publiek. Maar de slungelige jongen, waar Sticks zelf erg enthousiast over is, kreeg naarmate zijn set vorderde steeds meer mensen naar voren. De energie die hij meebracht leek aanstekelijk te werken. En hoewel niemand echt uit zijn dak ging, waren er een hoop handen die de lucht in gingen, en op de beat een denkbeeldige duvel terug in het doosje stopten. Volgens zijn DJ is Sillo al redelijk gearriveerd in het oosten van het land waar hij het album ‘Werknemer van de Maand’ in 2010 uitbracht. Maar toen Sillo vol enthousiasme, en waarschijnlijk een flinke dosis hoop, “Wie kent ‘Werknemer van de Maand’?” riep bleef het in de hele zaal angstvallig stil. Geen handen die omhoog gingen. Er kon zelfs geen juichje van af. De beats zijn rauw en hard, maar zijn lyrics zijn niet ontzettend diepgaand. Hoewel hij wel een dik pak papier aan elkaar kan rijmen. Uiteindelijk vraag ik me af hoeveel Sillo zich kan onderscheiden van het gros Nederlandse rappers.

Na een verrassend stevig applaus (tijdens Sillo’s set was de zaal best wel vol gelopen) was het wachten op de hoofdact. Uit het niets startte het intro van ‘Zegevieren’. Alle hoofden draaiden zich verwachtingsvol om en de mensen die net op dat moment bier gingen halen haastten zich terug richting het podium, terwijl het bier over hun handen gutste. Ze hadden er gerust wat langer over mogen doen, want op het catchy loopje na gebeurde er precies niks. Waarschijnlijk was er een technisch mankement, omdat de technici alle kanten op stoven. Over het podium. Door de zaal. In lichte paniek onderweg naar een snoer, een kabel of een knopje. Vijf minuutjes later kwam Dazzled Kid dan toch op, hing zijn gitaar om en jamde mee met het loopje. Het gordijn in de coulissen schoof nogmaals opzij. Sticks liep doelgericht op de microfoon af en startte op precies het goede moment met het eerste couplet van ‘Zegevieren’.

Dazzled Sticks laat horen dat rappen het vertellen van een verhaal is

Na een kort welkom van Sticks (“Den Haag! Alles wel?”) volgde ‘Wat je doet voor een ander’ waarin Sticks zich voorzichtig waagde aan het zingen van een refreintje. Hierna begon hij een verhaal over hoe Dazzled Sticks ontstond en hoe het duo iedere week op maandag afsprak om muziek te maken: “We hadden afgesproken om twaalf uur op maandag. Ik ben er zo rond half twee.” Dat rappen niets anders is dan het vertellen van verhalen op muziek liet Sticks hier horen. Als een meesterverteller hield hij de zaal vast, terwijl hij een beeld schetste van een middagje muziek maken met Dazzled Kid en hoe hij de lyrics voor ‘Blijven Lopen’ schreef. Wat natuurlijk uitliep in het spelen van dat nummer. Ook ‘Body Rap’ behoefde een verhaaltje. Eentje over persoonlijke hygiëne en hoe belangrijk dit voor Sticks is. Voor deze track verruilde Dazzled Kid zijn gitaar voor een keytar. Nee, ik wist ook niet dat die nog bestonden. ‘Hooligans in Bloomingdale’ (met dat geweldig grappige intro), ‘Soefies’ (zonder Adje’s coupletten) en ‘Trammelant’ (“te veel Berlusconi’s, te weinig Balotelli’s!”) passeerden nog de revue.

De twee Dazzled Sticks muzikanten leken tijdens hun intensieve samenwerking een soort mutual understanding te hebben opgebouwd. Op het podium kijken ze elkaar maar weinig aan en zijn meer met het publiek bezig. Maar toch was het duidelijk dat ze allebei de grootste lol hebben. Sticks die als een funky gorilla met pretoogjes mee danste op de muziek en Dazzled Kid die compleet in the zone was tijdens het spelen. Toen werd ‘Spaanse Vlieg’ ingezet, het nummer wat het duo op de begrafenis speelde en waarmee alles begon. ‘De Tunnel’, wat Sticks als zijn persoonlijke favoriet aankondigde, volgde en in zijn enthousiasme sprong hij van het podium en verdween in de mensenmassa waarna zijn muzikale wederhelft hem weer terug op het podium moet roepen om het een-na-laatste nummer in te zetten: ‘Dans’. Het publiek gaat nog een keer goed los.

De niet zo heel spraakzame Dazzled Kid leidde de laatste track in: “We hebben nu geen nummers meer. We kunnen ook Nielson coveren… (Sticks grinnikt) Maar we kunnen het ook niet doen.” De twee lieten nog even weten dat ze dus niet meer terugkomen voor een toegift maar nog wel het album op vinyl te koop hebben waarna ze het laatste nummer ‘Helemaal Niks’ inzetten. Tijdens het hele concert kon je zien hoe veel lol de twee hadden bij het optreden. Misschien ook omdat zo hun overleden vriend via deze samenwerking, de muziek en de overdracht van hun werk op ons een beetje doorleeft.

Deel: