"He Meta, meid, hebbie effe tijd, zodat ik jou kan versieren. Ik zie je zitten en het lijkt jij mij ook, wordt het geen tijd om dat te vieren. Er speelt vanavond in het buurthuis een band, kom op dan gaan we daar nou dansen. 't is vrijdagavond en ik barst van de poen, ik zal met niemand anders sjansen…." De eerste twee alinea's van de enige echte hit van Polle Eduard 'Ik wil jou' uit 1979. Het is de titel van Twan Linders' boek over de hausse van de Nederpop die in de jaren '80 heel Nederland op zijn kop zette.

In 'Er speelt vanavond in het buurthuis een band' laat Twan Linders muzikanten uit de Nederlandstalige popstroming van begin jaren ’80 hun verhaal vertellen. 1982. Doris Day en andere stukken van Doe Maar is de bestverkochte elpee van het jaar. Het fluorescerende fosforgroen en zuurstokroze, de kleuren van Doe Maar, overspoelen het straatbeeld. In het kielzog van die band breken ook Het Goede Doel, Toontje Lager en Frank Boeijen Groep met hun Nederlandstalige popmuziek bij een groot publiek door. Waarom gingen al die bandjes in het Nederlands zingen? Welke problemen kwamen ze daarbij tegen? Welke rollen speelden punk en maatschappelijke betrokkenheid? Waarom werd die Nederlandstalige stroming zo populair bij een groot publiek? En waarom was de hausse weer zo snel voorbij?

In het boek een zeventiental interviews met de toppers van de Nederpop. Jan Rot, Frank Boeijen, Harrie Slinger (Drukwerk), Bennie Jolink (Normaal), Henk Westbroek en (HEt Goede Doel) en Ernst Jansz (Doe Maar); De groten van de Nederpop, die eind jaren '70 plotsklaps ontstond en voor de 80's waren afgelopen alweer grotendeels was afgestorven. Natuurlijk, zoals Linders ook schrijft zijn er nog wel enkele bandjes die de stijl niet achter zich hebben gelaten, maar met het uiteengaan van Doe Maar, de kroonprinsen van de Nederlandstalige popmuziek, ebde het meerendeel van de hits en bands rustigaan weg.

Wat opvalt door het boek is dat een groot deel van de nederpophype is veroorzaakt door Brabanders. Doe Maar, VOF De Kunst, Peter Koelewijn, Herman Pieter de Boer, het zijn grote namen die Brabander Linders opzocht voor zijn boek. Een boek vol met interviews met de helden van weleer. Dat is de kracht en tevens het grote gevaar, want naast een enorme diepgang die Linders uit de mannen (inderdaad, terugdenkend aan die tijd weten wij ook maar weinig nederpopdames op te noemen) weet te trekken, maakt het het boek ook wat snel gedateerd. Niet dat het erg is voor de fans, maar het maakt het geen tijdloos naslagwerk.

'Er speelt vanavond in het buurthuis een band' is desondanks een mooi naslagwerk. De ongedwongen interviews met de heren van weleer zijn boeiend en geven blikje achter de schermen van de grootste hits uit de Nederlandstalige muziekgeschiedenis. De interviews zijn doortastend en verhelderend en naast herhaling van bekende feiten worden juist die dingen uit de doeken gedaan die vaak op onontgonnen terrein zijn gebleven.

Linders geeft de muzikanten in het boek ruimschoots de gelegenheid te vertellen over hun tijd in de 80's. De tijd waarin VOF De Kunst hun 'Één kopje koffie' over de landsgrenzen probeerde te slijten, zelfs Frits Spits niet wist waar 'In het donker' nu echt over ging en Harry Jekkers van zijn band een verbod kreeg op gitaarspelen. Ditjes en datjes, leuke anekdotes en interessante wetenswaardigheden. En bovenal, bijvoorbeeld bij ondergetekende, veel herinneringen die bijna verloren waren gegaan. De tijd die muziek voortbracht die een ieder nu nog steeds waardeert.

Neen, Twan Linders is geen interviewer van professie en dat komt ook duidelijk uit de verf tijdens het lezen. Hij stelt zijn vragen goed, weet duidelijk je vinger op de zere plek te leggen, maar mist vaak net de slag als het gaat om een compleet geheel samen te brengen. Interviews vaak in vraag-/antwoordstijl en vaak net te lang om voor het slapen gaan nog even een hoofdstukje te lezen. En om een middagje door te lezen is het toch net te onsamenhangend om niet te hard te vermoeien. Het koste ons dan ook een tijdje het gehele boek van voor tot achter uit te lezen, en dat is niet uit desinteresse.

'Er speelt vanavond in het buurthuis een band' is toch een mooie opsomming van de nederpop. Met als ondertitel 'De nederpophausse van de jaren '80 volgens de muzikanten zelf' wordt een belangrijk deel van de nederpop vergeten en ook meer info over overige nederpopartiesten, als Raymond van het Groenewoud, de Scene, Tröckener Kecks, Circus Custers, maar ook De Dijk en de Heideroosjes (als Linders Normaal dan ook bij de nederpop schaart). Terwijl er plek genoeg was, gezien meerdere hoofdstukken met leden van Toontje Lager en het Klein Orkest. En vooral een gemis, een hoofdstuk over Polle Eduard, de eerste echte artiest die de nederpop ter hand nam en bovenal, naamgever van het boek.

Aangevuld met foto's van topfotografen als Govert de Roos en Patricia Steun is 'Er speelt vanavond in het buurthuis een band' toch een goede vertaling van de Nederlandse muziekgeschiedenis en voorzover wij weten het eerste boek dat puur inspeelt op een van de grootste en belangrijkste stromingen in de Nederlandse muziek. Een waardige aanvulling voor een ieder die de (Nederlandse) muziek een warm hart toedraagt. En natuurlijk een must-have voor de fans van Doe Maar, Normaal, Toontje Lager, Klein Orkest en Het Goede Doel. Maar dat mag duidelijk zijn. (Uitgeverij Catharis, ISBN 978-90-818043-0-1)

Deel: