Er zijn componisten die gedichten op muziek zetten, en er is Harke Jan van der Meulen. Met zijn vierde album voor Hark! en Co bewijst de Amsterdamse componist opnieuw dat hij tot een zeldzame soort behoort: iemand die negentiende-eeuwse poëzie weet te transformeren tot tijdloze soundscapes die voelen alsof ze altijd al bestonden. Na Robert Louis Stevenson en Edgar Allan Poe is nu Emily Dickinson aan de beurt, en ‘a Fairer House than Prose’ blijkt het meest verfijnde en emotioneel resonante werk uit Van der Meulens oeuvre.
Dickinson, de teruggetrokken dichteres uit Amherst die tijdens haar leven nauwelijks werd gepubliceerd maar postuum uitgroeide tot een van Amerika’s grootste literaire stemmen, is een perfecte match voor Van der Meulens eigenzinnige aanpak. Haar beknopte, krachtige verzen over natuur, dood en spiritualiteit krijgen hier een muzikale vertaling die ergens zweeft tussen folkintimiteit, klassieke verfijning en psychedelische avontuurlijkheid. Het is ‘vintage pop op klassieke instrumenten’, zoals het persbericht het treffend omschrijft, maar dat doet geen recht aan de unieke alchemie die hier plaatsvindt.
De opening ‘I heard a Fly buzz’, gezongen door de breekbare stem van Sara Leemans en Van der Meulen zelf, zet meteen de toon. Er flitst iets van Mozart door de compositie, een glimp van eeuwenoude perfectie die naadloos overgaat in eigentijdse elektronica. Het is betoverend hoe Van der Meulen klassieke strijkers, piano en percussie verweeft met elektronische geluiden zonder dat het ooit geforceerd aanvoelt.
‘Forever is composed of Nows’ is misschien wel het emotionele hoogtepunt. Henk Hofstede, wiens stem na vijftig jaar Nits en een recente spierziekte nog kwetsbaarder en expressiever is geworden, brengt een fragiliteit die perfect resoneert met de omineuze klokken en Adrian Belew-achtige gitaarfuzz. Het is een track die zowel breekbaar als monumentaal klinkt, een paradox die Dickinson ongetwijfeld zou hebben gewaardeerd.
JP den Tex, de veteraan van de Nederlandse americana, neemt de droevige ballade ‘Now I Knew I lost her’ voor zijn rekening. Zijn karakteristieke stem verleent het nummer een John Cage-achtige melancholie, terwijl Josje ter Haars viool subtiel de contouren van verlies schetst. Het is een meesterlijk staaltje van emotionele beheersing, niets is overdreven, alles is precies raak.
Van der Meulens productiekeuzes zijn opmerkelijk helder en compact. Waar veel hedendaagse productie zich verliest in lagen effecten, laat hij hier het ambacht van de muzikanten spreken. Lineke Levers piano, Michiel Nijenhuis’ gitaarwerk en de genoemde viool van Ter Haar krijgen alle ruimte, resulterend in arrangementen die rijk zijn zonder ooit overladen te worden. ‘Fame is a bee’ demonstreert dit perfect, met een bijna ‘Flight of the Bumblebee’-achtig strijkerfiguurtje dat speels danst rond de melodie.
De tracks zijn opvallend kort, geen enkele overschrijdt de vier minuten, maar nemen paradoxaal genoeg alle tijd om hun verhaal te vertellen. Dit is muziek die vraagt om herhaalde beluistering, waarbij elke draaibeurt nieuwe lagen onthult. Voor wie gewend is aan conventionele popstructuren kan ‘a Fairer House than Prose’ aanvankelijk wat grillig voelen, maar juist die onvoorspelbaarheid is waar de magie schuilt.
Als er kritiek mogelijk is, dan is het dat het album zo’n intense concentratie vraagt dat het misschien niet voor iedereen is weggelegd. Dit is geen achtergrondmuziek, maar een uitnodiging tot diepe luisterervaring. Voor degenen die die uitnodiging aangaan, wacht een beloning die maar zelden wordt geboden: kunst die zowel diep geworteld is in traditie als verrassend fris klinkt, die oude poëzie nieuw leven inblaast zonder haar essentie te verraden.
Met ‘a Fairer House than Prose’ bevestigt Harke Jan van der Meulen zijn positie als een van Nederlands meest originele componisten. Hij heeft Emily Dickinson niet alleen verklankt – hij heeft haar poëtische universum een nieuwe dimensie gegeven. (8/10) (Eigen productie)