Iedere week komen er tientallen nieuwe albums binnen op de redactie van Maxazine. Veel te veel om ze allemaal te beluisteren, laat staan te recenseren. Iedere dag één recensie zorgt ervoor dat er te veel albums blijven liggen. En dat is zonde. Daarom plaatsen we vandaag een overzicht van albums die op de redactie binnenkomen in korte recensies.
Danny Widdicombe & Trichotomy – Iridescence
Om de een of andere reden dwalen de gedachten bij de eerste noten van de openingstrack ‘Ebb and Flow’ af naar Steely Dan, helemaal als de vocalen van Danny Widdicombe erbij komen. Op zich is die vergelijking niet heel gek, al verwijst de Australiër zelf naar invloeden van Leon Bridges en The Teskey Brothers: soul met vleugjes post-rock en jazz. Maar waarom zouden we ons in bochten wringen om hier een label op te plakken? Samen met het trio Trichotomy sloot Widdicombe zich vier dagen op in het MONA Art Museum op Tasmanië om vervolgens een heerlijke plaat af te leveren onder de titel ‘Iridescence’, verwijzend naar het effect waarbij kleuren lijken te veranderen als je de kijkhoek wijzigt. En dat is weer een fraaie metafoor voor de tien songs op dit album: je kunt op diverse manieren naar deze songs luisteren, want bij elke luisterbeurt ontdek je een volgend laagje. Zo hoor je in de titeltrack aanvankelijk vooral het aanstekelijke basloopje, maar het stuk ontwikkelt zich via een filmische soundscape naar een funky trip met een hoofdrol voor de Rhodes-klanken die Sean Foran uit zijn piano tovert. De bijdrage van Trichotomy mag niet worden onderschat: juist dit driemanschap is verantwoordelijk voor de vele kleuren binnen de schets die Widdicombe als componist maakt. Favorieten: het up-tempo ‘It’ll be OK!’ en ‘Black Magic’. Dat laatste nummer heeft alles: sterke vocalen inclusief samenzang, een smakelijk piano-intermezzo en als kers op de taart een fraaie gitaarsolo van Widdicombe. Absoluut een van de betere albums die dit jaar zijn uitgebracht. (Jeroen Mulder) (9/10) (Earshift Music)
Roni Kaspi -Tell Me
De 23-jarige Israëlische drumsensatie Roni Kaspi bewijst met haar nieuwste release ‘Tell Me’ waarom ze bekroond werd als Drumeo’s Best Jazz Drummer of the Year. Deze veelbelovende tweede EP toont een artiest die moeiteloos genres mengt in een moderne synthese van jazz, pop en electronica. ‘Tell Me’ vertelt het verhaal van een toxische romantische situatie, ondersteund door Kaspi’s kenmerkende strakke drumwerk en zwoele vocalen. Haar elektronische art-pop sound bevindt zich ergens tussen The Japanese House, Men I Trust en Poliça, waarbij warme bas en zwevende synthesizers een perfecte achtergrond vormen voor haar smoky stemtimbre. Haar muziek doet denken aan de experimentele pop van FKA twigs, maar dan met meer jazzy ondertoon. Kaspi beschrijft het zelf desgevraagd als ‘een perfecte representatie van haar muzikale identiteit – een mix van pop, jazz en alternatief’. De productie is strak en modern, met bijdragen van Noé Berne op bas en Amit Cachman op cello. ‘Tell Me’ belooft veel goeds en bevestigt Kaspi’s status als een van de meest innovatieve musici in de hedendaagse jazz-pop fusie. (Jan Vranken) (8/10) (RoniPoni)
Uncle Frank – The Soundtrack to a Musical
Na 25 jaar in digitale vergetelheid keert Uncle Frank’s ‘verloren album’ eindelijk terug. Deze lovingly crafted collectie van 13 tracks is een hommage aan Disney’s gouden tijdperk van 1940 tot 1970 en werd oorspronkelijk opgenomen in een stoffige zolderstudio in Leicester. Frank Benbini en Naim Cortazzi van de Fun Lovin’ Criminals hebben iets bijzonders gecreëerd: quirky, cinematische ballads vol hart, ziel en speelsheid. Benbini’s eigen omschrijving ‘Disneyland meets Al Green in Last of the Summer Wine’ vat de unieke charme perfect samen. Het album profiteert van gastbijdragen van mondharmonica-virtuoos Jim Hughes en percussionist Dougie Wright. De songs variëren van dromerige ballads tot funky, theatrale verhalen die doen denken aan ‘Bare Necessities’ uit The Jungle Book, maar dan door een soul-funk filter. Het album mengt vintage charme met soul, funk en theatraal verhalen vertellen. Hoewel sommige tracks hun leeftijd tonen en de productie gedateerd aanvoelt, straalt het album een nostalgische warmte uit die vooral Disney-liefhebbers zal aanspreken. Een curiositeit die zijn weg terug naar het licht waard is. Een muzikale Zweedse loppis waar je blij bent binnen te zijn gelopen (Anton Dupont) (8/10) (Make it Nice Records)
Matthew Alec and The Soul Electric – A Bad Rep In The Rubber City
De eerste kennismaking met dit nieuwe album van saxofonist Matthew Alec and the Soul Electric is ‘Gravity’, een meesterwerkje dat John Mayer schreef voor ‘Continuum’, met afstand het beste album uit zijn oeuvre. En waar Mayer met een paar aanslagen op een gitaar precies die melancholieke sfeer weet neer te zetten die dit nummer nodig heeft, brengt Alec het met veel te veel toeters en bellen volledig om zeep. Niveau kofferband voor al uw feesten en partijen: na de Wok of Lijf een rustig nummertje voor het schuren op de dansvloer. Met andere woorden: we hielden ons hart vast voor de rest van het album met aankondigingen van ondermeer Coltrane’s ‘Blue Train’ en ‘Just The Two Of Us’, de klassieker met vocalen van Bill Whithers en die weergaloze saxsolo van Grover Washington jr. In de notes lezen we bij ‘Blue Train’ dat er credits gaan naar ene DJ Dramatize voor het hanteren van een draaitafel. Alec is beslist niet de eerste en de enige die dit soort elementen toevoegt aan jazzstandards en het moet gezegd: de toevoeging van hiphop-elementen – inclusief rap en scratchen – doet het beslist niet slecht. Gelukkig. Dan ‘Just The Two of Us’, met vocalen van ene Jeremy Voltz, een uitgebluste wiskundige die is gaan zingen. Met de saxsolo’s is hier niks mis, maar Voltz zingt het nummer echt vreselijk lomp en dat doorbreekt de magie van deze song. Zo wordt ‘A Bad Rep In The Rubber City’ een zeer wisselvallig album met interpretaties van klassiekers. Sommige daarvan zijn te pruimen en op sommige uitvoeringen moest er een grondwettelijk verbod zijn om een song zo vreselijk toe te takelen. Pak ze, John. (Jeroen Mulder) (5/10) (Cleveland Time Records)
Madonna – Veronica Electronica
Na zevenentwintig jaar wachten heeft Madonna eindelijk haar lang geroemde ‘Ray of Light’-remixalbum uitgebracht. ‘Veronica Electronica’, oorspronkelijk gepland als companion-album bij haar meesterwerk uit 1998, werd destijds uitgesteld vanwege het overweldigende succes van ‘Ray of Light’. Het album bevat voornamelijk zes reeds uitgebrachte remixes die zijn ingekort tot de helft van hun oorspronkelijke lengte, aangevuld met één unreleased demo ‘Gone Gone Gone’ en een nieuwe remix van ‘Frozen’. Producers als Sasha, BT en Victor Calderone transformeren klassiekers zoals ‘Nothing Really Matters’ tot hypnotische dancefloorvullers die aan de euforie van het originele ‘Ray of Light’ herinneren. Het probleem is dat ‘Veronica Electronica’ essentieel een ‘highlights reel van lang beschikbare remixes’ is, misleidend verpakt onder een titel rijk aan Madonna-mythologie. Voor fans die hoopten op ongehoord materiaal voelt dit als een gemiste kans. Waar het album wel slaagt, is in de vreugde die het uitstraalt. Het is nostalgie in zijn puurste vorm, maar wel hergebruikte nostalgie. Een aangenaam maar overbodig uitstapje voor completisten. (Elodie Renard) (6/10) (Warner Records)