Iedere week komen er tientallen nieuwe albums binnen op de redactie van Maxazine. Veel te veel om ze allemaal te beluisteren, laat staan te recenseren. Iedere dag één recensie zorgt ervoor dat er te veel albums blijven liggen. En dat is zonde. Daarom plaatsen we vandaag een overzicht van albums die op de redactie binnenkomen in korte recensies.
The Swell Season – Forward
The Swell Season is een folkduo dat bestaat uit de Ier Glen Hansard en de Tsjechische Markéta Irglová. Het idee achter de bandnaam komt letterlijk van het favoriete boek van Hansard, geschreven door Josef Skvorecký uit 1975. Hansard zullen de meeste echter kennen van zijn band The Frames. Ze kregen met The Swell Season bekendheid door de film Once, die eigenlijk hun verhaal vertelde en waarin zij zelf de hoofdrollen speelde. Het is al ruim 15 jaar geleden dat we een album hebben gezien van het duo, maar ze lijken elkaar weer gevonden te hebben. Dat hoor je ook terug op het album, al geven de songtitels ook al een hoop weg. Songs beginnen stripped down voordat er de orkestrale elementen en koren in komen, wat kenmerkend is voor hun sound en wat de songs ook kracht bij zetten. Het duurde even, maar de klasse is nog altijd hoorbaar. (Rik Moors) (7/10) (Masterkey)
Dave Stewart – Dave Does Dylan
Eurythmics-medeoprichter Dave Stewart presenteert met ‘Dave Does Dylan’ een intieme hommage aan zijn veertigjarige vriendschap met Bob Dylan. Deze veertien Dylan-covers ontstonden spontaan – opgenomen op iPhone tijdens studioshifts en hotelverblijven, wat de authenticiteit ten goede komt. Het minimalistische concept werkt wonderwel: alleen gitaar en zang, alles in één take opgenomen. Classics als ‘Lay, Lady, Lay’ en ‘Knockin’ On Heaven’s Door’ krijgen nieuwe intimiteit, terwijl diepere cuts zoals ‘To Ramona’ Stewarts liefde voor Dylan’s catalogus tonen. Het emotionele hoogtepunt is ‘Emotionally Yours’, waarvoor Stewart destijds de videoclip regisseerde. De rauwe productie onderstreept de persoonlijke band, maar Stewarts stem mist soms de nodige ruwheid voor Dylan’s complexe teksten. Het album voelt meer als een dagboek dan artistieke hervertaling. Voor Dylan-puristen een charmante curiositeit; voor Stewart-fans een zeldzame inkijk in zijn muzikale DNA. Net als ‘Sweet Dreams (Are Made of This)’ toont dit de kracht van sobere authenticiteit. Een eerbetppon aan Dylan, zeker. Ook mooi dat jec tegenwoordig blijkbaar dit soort opnames al op een Iphone kan maken. Vervelend ? Ook . Niet heel erg interessant. (Jan Vranken) (6/10) (Surfdog Records)
Raquel Marina – Kind Words
‘Kind Words’ is het eerste volledige album van deze Canadese zangeres die een prettig in het gehoor liggende mix van jazz en folk brengt. Ook het vermelden waard: Marina heeft geen enkele cover opgenomen, alle songs zijn origineel. Echte liedjes, stuk voor stuk met een verhaal op een fijne, aanstekelijke melodie en fraaie arrangementen waarvan de opening ‘All of It’ direct al een proeve is, als Marina in duet gaat met de trompet van Kae Murphy. Marina geeft sowieso veel ruimte aan de haar omringende muzikanten: luister bijvoorbeeld eens naar ‘May You Know’, met virtuoos gitaarspel van Julien Bradley-Combs. Het moet gezegd dat de solo’s deze plaat naar een hoger niveau tillen, want ondanks een eigen stemgeluid, lijkt het zo nu en dan alsof Marina niet helemaal op toon zingt. Soms schuurt ze er net tegenaan… klinkt het heel fragiel, onzeker en soms neigt het naar gewoon vals, zoals in ‘My Bohemian Hour’ waarin ze wordt bijgestaan door Alyssa Giammaria die het vocaal halverwege overneemt. Een verademing. De afsluitende track ‘The Way You Look At Me’ maakt gelukkig veel goed: in zo’n negen minuten laat Marina hier horen – inclusief scat – dat ze een aanwinst is voor easy listening-jazz. Vooruit, sluiten we toch af met een paar vriendelijke woorden. (Jeroen Mulder) (7/10) (Raquel Marina Music)
Li Rye – Murder & Mardi Gras
Li Rye’s ‘Murder & Mardi Gras’ toont de harde realiteit van een artiest wiens ambities zijn technische vaardigheden overstijgen. Het album opent teleurstellend met ‘School’, waar het obligate aflopende akkoordje meteen de muzikale beperkingen blootlegt,een gemiste kans voor een krachtige statement. De productionele pogingen om Li Rye’s tekortkomingen te maskeren worden pijnlijk duidelijk op tracks als ‘Tell Me The Truth’. Ondanks glimmende beats en extra lagen, kan de oppervlakkige productie zijn beperkte melodische gevoel en zwakke timing niet verhullen. Zijn doorleefde verhalen over Mobile, Alabama verdienen betere muzikale omkadering. Waar Li Rye wel scoort is in zijn authentieke storytelling, de emotionele lading van zijn teksten raakt werkelijk. Echter, goede intenties compenseren niet voor de fundamentele muzikale tekortkomingen die het album teisteren. De sequencing voelt willekeurig, akkoordenschema’s blijven voorspelbaar basic. Voor Gucci Mane’s The New 1017 label een risicovol project dat meer tijd en begeleiding had verdiend. Net als veel Young Dolph-imitators mist Li Rye de natuurlijke muzikaliteit die Southern rap echt laat swingen. (Elodie Renard) (5/10) (26K)
AAPI Jazz Collective – Identity
Een betere titel had dit gezelschap niet kunnen kiezen voor hun debuut. Wat betreft identiteit is het Asian American and Pacific Islander (AAPI) Jazz Collective niet in een hokje te stoppen. Spil van de groep is trombonist Peter Lin, een Amerikaan met Taiwanese roots. Het zal dus geen verrassing zijn dat de muziek van AAPI letterlijk continent-overstijgend is: we horen Amerikaanse jazz en fusion met Aziatische invloeden. Het resultaat is een aanstekelijke mix met elf originele en bovendien zeer gevarieerde composities; van het funky ‘Anh Dau Em Do’ (Vietnamees voor ‘Ik ben je man’) tot het gepolijste ‘A Town With An Ocean View’ dat vooral wordt gedragen door het delicate spel van trompettist Brandon Choi over het subtiele veegwerk van drummer Wen-Tin Wu. Hoogtepunt is echter de bop van ‘Magpie’s New Years Day’. En dan hebben we nog ‘Ringo Oiwake’: een titel die verwijst naar een Japanse, folkloristische muziekstijl, maar we horen een onvervalste, lome rumba die ons direct in Latijns-Amerikaanse sferen brengt. Toch blijft geen van de stukken echt ‘hangen’. Nergens worden we verrast, al is dit zeker geen slecht album. Maar we horen elf afzonderlijke stukken zonder een verbindende factor. Misschien is het juist wel het ontbreken van een duidelijke identiteit waardoor het geheel teveel klinkt als los zand. (Jeroen Mulder) (7/10) (OA2 Records)