WIES is fris, WIES is eigenzinnig, WIES is Nederlands. En eindelijk is er die debuutplaat. “We wilden een selftitled album, maar dan op onze eigen manier. Na een onverwacht lange zwangerschap werd het toch een prettige en feestelijke bevalling: WIES verrijkt Nederland met ‘Het is een WIES’.

Zangeres en gitarist Jeanne Rouwendaal voegt zich op mijn laptopscherm naast haar bandleden Dan Huijser (drums) en Tobias Kolk (bas). Het drietal zit verspreid over drie locaties, maar blijkt al snel nauw verbonden in hun eigen(zinnige) trio WIES. Jeanne is trots op hun eerste kind. “Het is echt een waardevolle mijlpaal; Een souvenirtje aan de begintijd en aan het harde werken van de afgelopen jaren.” Een begintijd die meteen onvergetelijk werd door de hitsingle ‘Soms is het te laat’, tevens de opener van de plaat. Tobias: “Dat is dat souvenirtje waar Jeanne het over heeft. Dit is waar het allemaal mee begon.”

Dan Huijser voegt zich in het geanimeerde gesprek, waarbij ieder zijn of haar zegje kan doen en ieder elkaar aanvult en aanvoelt. “Het album is opgenomen over een langere periode en dan hoor je ook de ontwikkeling. Zoals tussen ‘Soms is het te laat’ en ‘Wat als het water stijgt’, één van de latere tracks. Die twee songs zijn anders opgenomen, hebben een andere sound. Maar ze passen wel allemaal op dezelfde plaat… en dat is juist zo mooi.” Belangrijk voor de ontwikkeling was de komst van Dan, nadat Jasper Meurs de band had verlaten. Dan beschouwt zichzelf en de band: “In het begin was WIES meer een trio op zichzelf. Het was wat rauwer, had minder laagjes. Dat is nog steeds de basis, maar nu zijn er meer laagjes aan toegevoegd.” Jeanne stemt in: ”Ja, dat was voor ons ook de insteek: we waren niet op zoek naar een tweede Jasper, maar het mocht ook meteen een nieuwe tijd worden voor de band. Maar het is nog steeds WIES!”

Het woord WIES valt meermaals. Het is een band, het is een album, het schijnt zelfs een werkwoord te kunnen worden… Jeanne probeert het WIESbeeld te verhelderen. ”Het begint bij ons met een akoestisch liedje, meestal uit mijn pen. Maar hoe we het echt inkleuren in de studio, dat maakt het een WIES. Of zoals we zelf zeggen: we verWIESen het. ” Ook Tobias schijnt zijn licht over de eigenheid van het Amsterdamse trio: “Ieder heeft zijn eigen muzikale smaak, maar we zitten wel op één lijn. Ik vind harde muziek heel leuk, Jeanne is meer de singer songwriter en Dan is meer van de popmuziek. En als je dat in de blender gooit… dan krijg je WIES.”

Op de plaat en ook live lijkt WIES meer dan een trio. Er is iets extra’s, meer dan de som der (drie) delen. “Ook producer Huub Reijnders heeft zeker invloed gehad. Hij heeft onze ideeën heel mooi vertaald naar de plaat. Maar”, voegt Dan meteen toe, “WIES blijft WIES, dus een trio. We missen geen vierde persoon. Maar met ons drieën is er af en toe wel wat ruimte. Dan kijken we samen hoe we die kunnen invullen”, zowel live als in de studio. “Ja, live spelen we ook met veel elektronica, wat een soort vierde bandlid is. Maar dat hebben we ook wel in de studio, zoals bij het liedje ‘Barman’. We dachten dat het ‘te gek’ zou zijn om hierbij een accordeon op te nemen. We hebben er één aan Tobias gegeven, hem de gang op gestuurd en gezegd: “Ga jij maar even leren hoe dat ding werkt!” En een paar uur later staat de accordeon op onze plaat…” En de elektronica? Tobias: “Dat is Dan. Hij is onze octopus achter het drumstel!”

WIES lijkt één groot succesverhaal. Jeanne lacht en schetst hun prille carrière: “Vaak maak je een plan op papier. In ons geval: we willen meedoen aan de Amsterdamse Popprijs en het zou prachtig zijn als we die winnen…. En we wonnen ook nog!” En toen gingen ze dromen over Noorderslag “Echt alles was mooi op papier, maar je gaat er niet vanuit dat het allemaal gebeurt.” Toch gebeurde het… “Ja, dat is heel bijzonder…“ Jeanne kijkt voor zich uit, in gedachten, zo lijkt het. “En toch overvalt het je iedere keer als het daadwerkelijk zo mag zijn.”

Helemaal verbaasd is de nu 24-jarige zangeres echter niet: “Ik geloofde vanaf het begin dat wij iets bijzonders hadden, iets dat er nog niet was in de Nederlandse muziek. Dat was dan ook de grote drijfveer er hard voor te willen rennen.” Artiesten als Eefje de Visser en Spinvis hebben misschien wel de deur voor WIES iets geopend. “Voorheen had je in het Nederlands de smartlap of de kleinkunst. Daartussen was er niets. Nu zijn er gelukkig veel subgenres waarin je nog kunt ontdekken wat er nog niet is. Daar zit het hem in, voor ons.” Voor een band die begon op het conservatorium van Amsterdam, als een project rondom de Nederlandse muziek. “En nee, we hebben nooit overwogen om naar het Engels over te stappen. De Nederlandse taal is wat WIES heeft samen gebracht.”

Wat niet betekent dat de Engelse taal nooit een rol heeft gespeeld in de carrière van Jeanne: “Ik had inderdaad ooit een Engelstalig project. Op het conservatorium heb ik dat op pauze gezet. Ik heb songwriting lessen gevolgd en begon vooral heel veel te schrijven, puur voor het schrijven. Zo ben ik ook gaan experimenteren met de Nederlandse taal.” Met verstrekkende gevolgen. “Je kunt er je karakter beter in kwijt. Er zijn zoveel woorden waarmee je hetzelfde kunt zeggen. Dat kan ik niet in het Engels, op die manier.”

De prachtige Nederlandstalige teksten zijn een belangrijk uithangbord van WIES. “De kunst van het schrijven is om eerlijk en persoonlijk te zijn. Dat is wat de mensen voelen. Maar daarnaast moet het niet een dagboek worden. Dat het zo persoonlijk wordt dat niemand zich er meer in kan vinden. Ik zie het bijna als een wiskundige puzzel om daar iets mee te doen. Dat het open is voor interpretatie, maar dat het wel mijn verhaal is.” Inspiratie vindt ze gewoon in haar dagelijks leven: “Liefdesverdriet, of juist verliefd zijn, onzekerheid. Of zoiets als in het nummer “Leef”, waar ik iemand een muzikale knuffel wil geven.” Muziek is een uitlaatklep. “Ik kan zelf dingen verwerken en een ander kan dat misschien ook door ernaar te luisteren. En soms probeer ik ook een soort advies te geven, zoals in “Meisje”: We zijn zo bezig met onze eigen argumenten, dat we een ander niet meer horen. Het is een oproep om beter naar elkaar te gaan luisteren.”

Haar tekstuele inspiratie haalt ze niet van de minsten: “Phoebe Bridgers en Sufjan Stevens zijn grote voorbeelden. Die kunnen zo beeldend schrijven, en heel persoonlijk. En Nick Cave ook, trouwens.” Zo wordt langzaam duidelijk wat WIES eigenlijk is. Hoe iets daadwerkelijk wordt verWIESt. Dat moét toch automatisch leiden tot dé WIESsong… of toch niet? Jeanne zegt het heel treffend: “WIES heeft heel veel kanten. En die zitten allemaal op deze plaat. Het is misschien een compliment naar ons zelf: je kunt gewoon niet één song eruit kiezen, als dé WIESsong. En daar kunnen we allen heel blij mee zijn: WIES verblijdt Nederland met ‘Het is een WIES’.

Foto’s (c) Lin Woldendorp

Deel: