‘Sounds that can’t be made’ is volgens kenners Marillion’s meest boeiende album tot nu toe met als hoogtepunt het nummer ‘Gaza’. ‘Gaza’ gaat in op de moeilijkheden van de Palestijnen in de Gazastrook. Van Anil Prasad mochten we weer zijn interview bewerken voor Maxazine.

De band – zanger Steve Hogarth, toetsenist Mark Kelly, drummer Ian Mosley, gitarist Steve Rothery, en bassist Pete Trewavas – heeft onlangs hun zeventiende album uitgegeven. Het is een van Marillion’s mooiste tot nu toe, met acht dynamische liedjes vol dramatische muziek, intrigerende teksten en fantasierijke songstructuren. Gitarist Steve Rothery vertelt over het album.

‘Sounds that can’t be made’ is een complex creatief proces. Vertel: hoe is dit album tot stand gekomen?

Het was een vrij moeilijk album om te maken. Nadat de tournee voor het vorige album ‘Happiness is the road’ afgelopen was, dacht ik dat het te vroeg voor ons was om te beginnen met het schrijven van het volgende studioalbum. Daarom brachten we ‘Less is More’ uit; een akoestische bewerking van een aantal tracks, en gingen daarmee op tournee, onder meer in klassieke concertzalen in Europa. We hebben er echt van genoten. Het gaf ons een beetje ademruimte, alvorens terug te moeten naar het creatieve proces dat nodig is om een album te kunnen maken. Dus toen we de eerste keer aan ‘Sounds’ gingen werken, zijn we naar Portugal gegaan met het idee om weg te zijn van alle afleiding. Maar dat bleek veel te vroeg, om allerlei redenen. Onder andere omdat Steve’s partner en jonge zonen erg ziek waren. Al met al ging het zo slecht dat we bijna op het punt kwamen om uit elkaar te gaan. Toen hebben we besloten om het allemaal wat langzamer aan te doen. We hebben vier of vijf maanden niet aan het album gewerkt en zijn andere dingen gaan doen, zoals gastoptredens met Deep Purple in Duitsland.

Uiteindelijk zijn we weer begonnen met schrijven en toen was het wel het juiste moment. We forceerden het niet. De ideeën begonnen te komen. We hadden een paar vijfdaagse sessies in de studio’s van Peter Gabriel, die echt goed waren. Het hielp ons focus aan te brengen. Het is een geweldige plek – helemaal knettergek, een geweldige plek om te werken. Veel delen van het album konden vrij ver worden uitgewerkt in die periode. We werkten ook veel in onze studio, The Racket Club, soms met de hele band, en soms met slechts twee of drie van ons.

Aan het begin van ‘Gaza’ werkten alleen Pete, Steve en ikzelf eraan. Ik was wat aan het rommelen met mijn MacBook en kwam met een soort Indiaas klinkende keyboard riff en vanaf dat moment gebeurde het. Er was niet één manier van werken voor dit album. Toen we eenmaal aan de slag waren gebeurden gewoon de goeie dingen. Ik realiseerde me bijvoorbeeld dat ik het gevoel had dat de vorige twee albums niet genoeg gitaargeluid hadden, en dat ik niet genoeg input had. Met dit album wilde ik daarom de ideeën laten rijpen op een bepaalde manier, en dat is wat er gebeurd is.

Onze co-producer Mike Hunter, zelf ook een goede muzikant, heeft geweldig werk verricht Op een gegeven moment dachten we dat het album klaar was. We hadden het nummer ‘Gaza’ geparkeerd, omdat we ons zorgen maakten: zouden mensen wel snappen wat we ermee wilden zeggen en zou het lied geen controverse veroorzaken. Maar Mike zei: ‘Je moet hier naar luisteren,’ en hij liet enkele versies van het nummer van verschillende sessies horen. Hij zei toen: ‘Dit moet gewoon op het album. Het zou best wel eens de beste song kunnen zijn, en het zorgt voor balans op het album’.

Op dat moment dachten we nog dat – alhoewel het krap zou worden qua tijd – we het album konden uitbrengen vóór onze Amerikaanse tour (juni 2012). Maar toen ‘Gaza’ weer onderdeel werd van het album, bleek het onmogelijk om het af te maken voor de tour. Uiteindelijk hebben we knetterhard gewerkt aan ‘Gaza’. Tijdens die tournee nam ik de gitaren op via mijn laptop, zette het over naar Dropbox waaruit Mike het haalde om ze te verwerken. Het was nogal een vreemd proces. En dat was nog een uniek aspect aan het maken van dit album: vanwege de manier waarop het hele proces werkte hebben we het pas in z’n totaliteit gehoord toen het zowat af was. Een groot deel van de tijd werkten we allemaal individueel aan het album – gitaar, keyboard en zang – vanwege de factor tijd. Elk van ons voegde wat toe aan hetgeen oorspronkelijk was opgenomen voor ‘Gaza’ in de hoop dat het goed zou uitpakken. Pas vlak voordat het gemixt zou worden hoorden we wat we met z’n allen hadden gedaan. De eerste keer dat ik het hoorde was ik sprakeloos. Ik ben nog nooit eerder zo opgetogen geweest over een van onze nummers.

Je vertelde dat de band bijna uit elkaar ging tijdens het maken van dit album. Hoe ernstig waren de spanningen?

Het scheelde niet veel. Het is best lastig achteraf te verwoorden, maar we waren behoorlijk pissig. Alhoewel ons leven en financiën zo verweven zijn met de band dat het een zeer moeilijke beslissing zou zijn om daadwerkelijk te stoppen, waren we er heel dichtbij. Daarna was alles weer prima. Wat afstand nemen en met Deep Purple op tournee gaan hebben daar een bijzonder positieve bijdrage aan geleverd. Nu is de sfeer in de band beter dan ooit.

Wat is de bedoeling van ‘Gaza’?

In sommige opzichten is het het belangrijkste nummer dat we ooit hebben geschreven, in termen van een liedjestekst met betekenis en inhoud. Als je muzikant bent heb je een platform waar je je mening kunt ventileren en dat wilden we in dit geval gebruiken. We zijn nooit een politieke band geweest. Veel van wat Steve Hogarth schrijft heeft humanitaire of persoonlijke aspecten. Het is een lied dat geschreven moest worden. Het is geen politieke lied; het kiest geen partij. Vrienden van vrienden van Steve werken voor verschillende hulporganisaties. Hij wilde een songtekst te schrijven vanuit het gezichtspunt van een kind dat gebukt gaat onder de problemen van de regio. Het lied spreekt de overtuiging uit dat kinderen die daar opgroeien geen hoop hebben en dat dat een vreselijke onrecht is.

‘Gaza’ is erg complex en dynamisch. Vertel eens hoe de band het componeerde.

We schreven kleine muzikale secties of intermezzo’s rondom de structuur van de teksten. We probeerden verschillende combinaties uit totdat muziek en tekst samen klopten. Er zijn secties in het lied die heel filmisch zijn. Als je ze hoort, kan je je voorstellen dat je ’s nachts in een kamp zit, met zoeklichten. Je voelt de onderdrukking en isolatie. Het is ook meer een soundtrack van een film dan een compositie van een popsong.

Meer over de totstandkoming van het album en over gitarist Steve Rothery is te lezen in het complete interview, dat terug te vinden is op Innerviews. Het hele Engelstalige artikel is hier terug te vinden. Alle vertaalfouten zijn de mijne. Met dank aan Anil Prasad, de auteur van het artikel. Interviewer en schrijver Anil Prasad schrijft juweeltjes van interviews. Lekkere lange stukken die een inkijkje in de drijfveren van een artiest geven.

http://youtu.be/Z5VKmyDEF6U

Deel: