Voor het derde jaar op rij vormde CC Hasselt het decor voor de kerstconcerten van LeNoise. Opnieuw zat de zaal afgeladen vol voor een uitgebreid dubbelconcert, opgeluisterd door verschillende gastmuzikanten. Wat volgde was geen routineuze tribute-avond, maar een liefdevolle en doordachte ode aan het werk van Neil Young.
Stijn Meuris, bekend van Noordkaap en met frontman Piet De Pessemier ooit actief bij Monza, praatte de avond vlot aan elkaar. LeNoise opende ingetogen, met De Pessemier die Youngs karakteristieke stemgeluid opvallend dicht benaderde. De rustige countryfolk zette meteen de toon.
Als eerste gast verscheen Lars Van Bambost, eveneens Noordkaap en Novastar, die als vierde gitarist extra kleur gaf aan het geluid. Sarah Pepels uit Hoeselt maakte haar opwachting in engelenkostuum en zorgde voor breekbare momenten in onder meer ‘Star of Bethlehem’ en ‘Wrecking Ball’.
Na het zachte begin schakelde de band probleemloos over naar steviger werk. ‘Cinnamon Girl’ gaf de drie gitaristen alle ruimte, waarna LeNoise zich waagde aan minder voor de hand liggende nummers uit Youngs donkere periode na ‘Harvest’, zoals ‘Revolution Blues’, ‘On the Beach’ en ‘Tonight’s the Night’. Het overwegend oudere publiek zong woordvast mee.
De koperblazers met saxofoon en trombone gaven extra glans aan ‘After the Gold Rush’. De Pessemier begon het nummer solo op piano, waarna de band subtiel inviel. In ‘Crime in the City’ wisselden de pedal steel van Davy Jansen en een saxsolo elkaar strak af. ‘This Note’s for You’ groeide uit tot een speels duel tussen gitaristen en blazers. Een opvallende keuze was ‘Lotta Love’, een zeldzame disco-uitstap in Youngs oeuvre, met Pepels op zang.
De setlist telde maar liefst vijfentwintig nummers, waaronder meerdere songs van ‘Harvest’. In ‘Heart of Gold’ en ‘Old Man’ deelden Sarah Pepels en Piet De Pessemier de zang. Dat laatste nummer droeg De Pessemier op aan zijn ouders, die hun vijfenvijftigjarig huwelijk vierden en in de zaal aanwezig waren. Ook Crosby, Stills, Nash & Young kregen hun moment met ‘Almost Cut My Hair’.
Tijdens ‘Cortez the Killer’ gingen de vier gitaristen en drummer Jo Smeets volledig los, met een zichtbaar opgaande Van Bambost. Daarna kondigde Meuris Joost Zweegers aan, die was afgezakt voor een sobere, sterke bijdrage op akoestische gitaar en mondharmonica.
LeNoise bouwde dat moment feilloos uit tot ‘Like a Hurricane’, waarin leadgitarist Luc Schreurs indruk maakte met een lange, meeslepende solo. ‘Rockin’ in the Free World’ sloot het officiële deel af, maar het publiek nam daar geen genoegen mee.
De toegift begon met ‘Ohio’, gebracht door alle muzikanten samen in een kring, grotendeels a-capella met banjo-accenten. Terwijl kunstmatige sneeuwvlokken neerdaalden, volgde als ingetogen slot ‘Four Strong Winds’.
LeNoise bewees opnieuw dat het veel meer is dan een doorsnee tributeband: dit was een doorleefde, muzikale reis door het rijke universum van Neil Young, gebracht met respect, vakmanschap en zichtbaar plezier.
Foto (c) Vic Geurts

