Slechts een jaar na haar vorige album ‘Heimwee’ komt Eefje de Visser al met de opvolger, getiteld ‘Vlijmscherp’. De nummers hiervan bleken uit dezelfde periode als zijn voorganger afkomstig te zijn, en vormen eigenlijk daarmee een tweeluik. Net als bij het vorige album tekende haar echtgenoot Pieterjan Coppejans voor de productie. Maar toch is het daarmee geen ‘Heimwee deel II’ geworden.
Want waar ‘Heimwee’ een vrij ingetogen album was waarop elektronica wat meer naar beneden was geschroefd, en de gitaar weer als leidraad werd gevormd, wordt er op ‘Vlijmscherp’ weer volop gebruik gemaakt van synthesizers. Zo wordt gelijk al duidelijk bij de openingstrack ‘Onomkeerbaar’ en het jaren ’80-achtige synth-riffje in ‘Ontsnapt’. Heel even lijkt ze soms terug te grijpen naar haar eigen verleden. Zo heeft ‘Normaal Toen’ zelfs iets weg van het melodieuze van haar debuutalbum ‘De Koek’ uit 2011, maar dan met een meer volle productie. Of in het geval van ‘God Los’ lijkt ze terug te grijpen naar haar album dat haar doorbraak betekende bij het grote publiek: ‘Bitterzoet’ uit 2020.
Toch is de ingetogenheid niet helemaal verdwenen. Zoals in het wonderschone ‘Net Na De Val’, dat indruk maakt door minimale instrumentatie, en vormt juist hierdoor het hoogtepunt van het album. Overbodig is enigszins de prelude ‘…’, maar het met jaren ’80 achtige gitaarriffje voorziende ‘ Wervels’ maakt dat weer goed. In het daaropvolgende ambient klinkende ‘Tikkend’ krijg je bijna het vermoeden dat ze knipoogt naar ‘All I Need’ van Air. Waarop het afsluitende ‘Verte’ uitstekend op voortborduurt, en waarmee het toch echt klinkt als een eenheid.
Soms voelt ‘Vlijmscherp’ wel een beetje aan als een restjes album dat het beste heeft verzameld dat nog uit sessies haar vorige twee albums bij elkaar schraapt. Maar dat klinkt misschien onterecht meer laatdunkend dan het is. Want mochten het al restjes zijn, dan zijn het wel restjes die veelal zeker de moeite waard bleken te zijn om als volwaardig album uitgebracht te worden. (8/10) (Sony Music)