De Britse havenstad Liverpool wordt altijd met twee dingen meteen geassocieerd: voetbal en The Beatles. In het geval van ondertekende begrijp hij geen bal van dat ene spelletje, dus blijven The Beatles over. Gelukkig zijn er nog heel veel sporen van John, Paul, George en Ringo terug te vinden. Het mag van 55 jaar geleden zijn dat ze uit elkaar gingen, maar Liverpool loopt nog altijd met ze te koop. Ze weten historische plekken dan ook heel goed te waarborgen. Meer dan Londen waar je dat beroemde Abbey Road zebrapad kunt bewandelen, maar daar loop je meer langs de geschiedenis van de Fab Four. In Liverpool is het nog heel erg tastbaar.
De woningen van John & Paul
Er zijn verschillende bustours in Liverpool te volgen die je langs plekken uit de Beatlesgeschiedenis brengen. Als je er één zou moeten aanraden, dan is het de bustour van National Trust die je naar de woningen brengt waar John Lennon en Paul McCartney in hun jeugd hebben gewoond. Bij andere tours, zoals de Magical Mystery Tour, wordt je er ook langs gebracht, maar bij de bustour van National Trust mag je beide woningen ook bezoeken. Omdat beiden woningen ook eigendom zijn van National Trust.
In 2002 kwam de voormalige woning waar John Lennon was opgegroeid bij zijn tante Mimi en oom George Smith op de woningmarkt. Zijn weduwe Yoko Ono heeft het toen opgekocht, omdat ze niet wilde dat het commercieel uitgebuit zou worden. Ze heeft het gedoneerd aan de National Trust die de woning weer heeft terug gebracht in de staat van de jaren ’50, waarin John opgroeide. Anders dan bij de woning van Paul McCartney, was deze woning aan Menlove Avenue (ook wel Memdips geheten), nog aardig in dezelfde staat gebleven. Ook toen een Amerikaanse filmploeg er begin deze eeuw een tv film opnam en eigenlijk een muurtje eruit wilde slopen. Maar daar werd gelukkig niet aan toegegeven. Het is anno 2025 alsof je nog steeds de jaren ’50 instapt. Veel spullen in de woning zijn ook authentiek. Ze zijn gedoneerd door Yoko Ono, of via andere omwegen weer terug gekomen in de woning. Zoals een bordje met daarop de naam van de woning, dat in de jaren ’60 door een Beatlesfan was gestolen. Veertig jaar later besloot dezelfde fan om het toch maar weer terug te doneren aan National Trust voor de woning.
De woning van Lennon gaat wel gepaard met verdriet, zo vertelde de gids in de woning. John groeide erop met zijn oom en tante, maar zijn oom George, die zijn muzikale talent aanmoedigde, overleed vrij plotseling op 52 jarige leeftijd. Drie jaar later overleed John’s moeder Julia verderop in de straat toen ze werd aangereden door een politieagent. Voor John hing Memdips daarmee samen met deze traumatische ervaringen.
Toch zijn hier een aantal van de vroegste Beatlesliedjes geschreven. Omdat tante Mimi niks van John’s gitaarspel moest hebben, moesten John en Paul verplicht in het halletje voorin de woning oefenen. Toch bleek dit een uitkomst. Want door de echo in het halletje klonken zijn harmonieën uitstekend. Hier hebben ze onder andere ‘Please Please Me’ geschreven en geoefend. Je kunt het als bezoeker anno 2025 nabootsen in het halletje. Ondergetekende kon het niet laten om dit daadwerkelijk te doen.
Er is wel een verschil tussen de woning van John en de woning van Paul aan Forthline Road. John’s familie kwam uit een hogere arbeidersklasse dan Paul’s familie. Diens woning was dan ook kleiner. Het was de woning waar Paul woonde van zijn 14de tot zijn 20ste. Ook hier ging het helaas gepaard met verdriet, want ze woonden er amper een jaar toen zijn moeder aan de gevolgen van borstkanker kwam te overlijden. Zijn moeder vormde jaren later de inspiratie voor de klassieker ‘Let It Be’.
Toch is in een gesproken woord van Sir Paul zelf te horen dat hij ook gelukkige herinneringen aan de woning heeft. In tegenstelling tot John’s tante Mimi steunde Paul’s vader Jim juist wel het muzikale talent van zijn zoon. Zelfs zo dat hij, ondanks een laag inkomen, geld investeerde in instrumenten voor zijn zoon. Hier schreef Paul onder andere ‘I’ll Follow The Sun’, en met John schreef hij hier onder andere ‘I Saw Her Standing There’ en ‘She Loves You’. Over het laatstgenoemde nummer merkte zijn vader op dat ‘Yeah, yeah, yeah’ in zijn oren te Amerikaans klonk, en dat ze dat maar beter konden veranderen in ‘Yes, yes, yes’. Gelukkig bleven ze eigenwijs hun eigen plan trekken.
Forthline Road 20 is sinds 1995 in handen van National Trust. Anders van de woning van John hebben ze er hier meer aan moeten doen om het weer in dezelfde staat terug te brengen als in de jeugd van Paul. Hierbij hebben ze wel hulp gekregen van Paul’s broer Mike. In de woningen hangen foto’s van hem uit deze periode. Onder andere een foto waarin we John en Paul gespiegeld van elkaar met hun gitaren aan ‘I Saw Her Standing There’ zien werken. Ook de foto van Paul met een gitaar in de achtertuin onder een waslijn die in 2005 werd gebruikt als albumcover voor McCartney’s album ‘Chaos & Creation In The Backyard’.
Cashbah Coffee Club
Kun je na het bezoeken van de voormalige woningen van John en Paul nog dieper in de Beatlesgeschiedenis duiken? Jazeker. Dat kan bij de Casbah Coffee Club. De club waar John Lennon, Paul McCartney en George Harrison al optraden voordat ze zichzelf überhaupt The Beatles noemden, maar toen nog als The Quarrymen optraden. De Casbah was opgericht door Mona Best, de moeder van de eerste Beatlesdrummer Pete Best. Het was de eerste rock ’n roll club in Liverpool. Ze kwam op het idee nadat ze had gezien dat in Londen meerdere van dit soort clubs waren. Liverpool had al wel The Cavern Club, die natuurlijk in de halve eeuw daarna voortdurend met The Beatles wordt geassocieerd. Maar in eerste instantie was The Cavern een jazzclub en wilden ze bands als The Beatles absoluut niet over de vloer hebben. Mona Best zag een gouden kans. Het werd ook een succes, maar de club was al snel te klein. Toen The Beatles begin jaren ’60 waren teruggekeerd uit Hamburg (The Quarrymen was inmiddels verleden tijd, en John, Paul, George en Pete waren inmiddels The Beatles geworden), was de club al snel te klein voor ze geworden. Toen pas mochten ze in The Cavern Club optreden. Maar in werkelijkheid was de Casbah de eerste club waar ze hebben opgetreden.
Nadat Pete Best was ontslagen uit The Beatles, omdat producer George Martin hem geen goede drummer vond, en was vervangen door Ringo Starr, heeft de Casbah veertig jaar onaangeroerd leeggestaan. Sinds de jaren ’00 hebben ze hem opengesteld voor het publiek, omdat het een belangrijke bladzijde in de Beatleshistorie inneemt. Anno 2025 kun je er een rondleiding krijgen van Pete’s halfbroer Roag of diens zoon Roag Best Jr. Het bijzondere is dat alles dus in de oude staat is gebleven. De beschilderde plafonds van The Beatles zijn er nog steeds te zien en zelfs aan te raken. Een muurbeschildering die Lennon’s ex Cynthia Powell maakte van hem is ook nog steeds te zien. Sterker nog, twee gegraveerde krabbels van John in het plafond en in de muur zijn ook nog altijd zichtbaar.
Wel is de familie Best na ruim 60 jaar nog wel gepikeerd over hoe Pete Best vlak voor de doorbraak aan de kant is geschoven, en dat merk je. Zo vertelde de gids dat Pete nog te horen zou zijn op de b-kant van de eerste single ‘Love Me Do’, ‘P.S. I Love You’. Zo’n feitje is echter makkelijk te weerleggen. Toch is de Casbah een belangrijke plek om te bezoeken door de historie, maar ook doordat het nog precies hetzelfde eruit als begin jaren ’60. Een plek die meer dan de moeite waard is om te bezoeken dan de huidige Cavern Club, die niet meer origineel is. De originele Cavern Club werd in 1973 afgebroken, omdat het plaats moest maken voor een parkeergarage die er inmiddels ook al lang niet meer staat. Blijkbaar had de gemeente Liverpool er spijt van gekregen, want begin jaren ’80 werd de Cavern herbouwd met originele stenen van de oude versie. Het staat nu alleen aan de overkant van Matthew Street, dan waar het oorspronkelijk stond. Hoewel er door de decennia heen grote namen hebben opgetreden (bijvoorbeeld Adele en Arctic Monkeys), is Paul McCartney de enige Beatle geweest die ook in de huidige Cavern ooit heeft opgetreden (in 1999 en in 2018).
St. Peter’s Church
Kan je na de eerste club waar The Beatles ooit hebben opgetreden nog verder in de geschiedenis duiken? Jazeker! John Lennon en Paul McCartney hebben elkaar op 6 juli 1957 voor het eerst ontmoet bij St. Peter’s Church, waar John net had opgetreden met The Quarrymen. Paul heeft vervolgens indruk op hem gemaakt door bij die ontmoeting foutloos Eddie Cochran’s ‘Twenty Flight Rock’ speelde. John zou later zeggen: “The day it started moving.” Die uitspraak is gegraveerd op de gevel buiten het gebouw. De ruimte is nog steeds in de originele staat. Aan de muur hangen foto’s van het bewuste optreden van die dag met The Quarrymen, een schilderij van de ontmoeting, en brieven van onder anderen Yoko Ono en Paul McCartney. Het is geen officiële attractie, maar als je de kerk een mailtje stuurt voor een afspraak, dan vinden ze het geen probleem om je er rond te leiden. Maar let op, die mail van te voren wordt wel erg op prijs gesteld.
Bij de kerk ligt ook het graf van de echte Eleanor Rigby. Het ligt tussen andere graven in, dus het is wel goed zoeken als je het zou willen zien. Paul McCartney heeft altijd gezegd dat dit graf niet de inspiratie was voor de Beatlesklassieker uit 1966. Maar dat hij de naam had afgeleid van actrice Eleanor Bron (die in 1965 in de Beatlesfilm ‘Help!’ meespeelde), en de naam Rigby had van een winkel in Bristol. Het is gissen wat de waarheid is, maar opvallend is wel dat er veel mensen op de begraafplaats liggen begraven met de achternaam Rigby.
Strawberry Fields
The Beatles hebben natuurlijk twee klassiekers, in 1967 uitgebracht als dubbele a-kant, waarin ze naar Liverpool refereren: ‘Penny Lane’ en ‘Strawberry Fields Forever’. ‘Penny Lane’ refereert naar de gelijknamige straat waar John en Paul zo vaak in hun jeugd de bus namen. Er staat op de hoek van de straat, tegenover de ‘middle of the roundabound’, een standbeeld van Lennon.
Bij Strawberry Fields is echter meer te zien. Het was oorspronkelijk een opvangtehuis van het Leger des Heils waar John veel naartoe ging in zijn jeugd. Dat gebouw, dat veel overeenkomsten heeft met Lennon’s latere woning in het Dakota Building in New York, staat er allang niet meer. Toch wordt er nog wel een invulling gegeven aan Strawberry Fields. Het is nog steeds in handen van het Leger des Heils. Het herbergt anno 2025 een opleidingstraject voor jongeren met een beperking. Maar als toerist kun je er een expositie bezoeken met een audiotour over de geschiedenis van het complex, maar ook over het nummer en over John Lennon. Zo zijn er video’s te zien van zijn halfzus Julia, en een oud klasgenoot van hem die vertelt dat hij Lennon in aanraking bracht met de muziek van Little Richards. Een leuk detail voor de Nederlandse bezoeker; hij vertelt in één van de video’s dat hij de single van ‘Long Tall Sally’ in Amsterdam had gekocht voordat het überhaupt in Groot-Brittannië was verschenen. Liep Nederland dan voor op Engeland in de ontwikkeling van rock & roll in de jaren ’50? Het maakte in ieder geval een verpletterende indruk op John. Het zou ook het laatste nummer zijn dat The Beatles zouden spelen tijdens hun laatste stadionconcert in 1966 in San Francisco.
Ook bijzonder aan deze expositie is de originele piano van John Lennon waarop hij ‘Imagine’ componeerde en opnam. Deze was in 2000 gekocht door George Michael die de piano naast eigen gebruik ook door de Verenigde Staten liet touren op plekken waar geweld had plaats gevonden.
Strawberry Fields weet anno 2025 naast het creeëren van kansen voor mensen met een beperking, ook een gestroomlijnde expostie te presenteren waarin de geschiedenis van het Salvation Army en John Lennon hand in hand gaan.
Er zijn ook nog twee verschillende Beatlesmuseums. In Matthew Street, waar de huidige Cavern staat, heb je bijvoorbeeld het Liverpool Beatles Museum, dat in 2018 is opgestart door Pete en Roag Best. En in de Albert Dock is sinds 1990 al The Beatles Story gevestigd. Liverpool weet natuurlijk ook wel dat The Beatles (naast voetbal) de grote trekpleister van de stad zijn. Zelfs 55 jaar na de breuk. Maar ze weten het dan na ruim een halve eeuw ook nog altijd heel tastbaar te houden, waardoor Liverpool ook nu voor iedere Beatlesfan nog altijd de moeite waard is om te bezoeken.