Iedere week komen er tientallen nieuwe albums binnen op de redactie van Maxazine. Veel te veel om ze allemaal te beluisteren, laat staan te recenseren. Iedere dag één recensie zorgt ervoor dat er te veel albums blijven liggen. En dat is zonde. Daarom plaatsen we vandaag een overzicht van albums die op de redactie binnenkomen in korte recensies.
Jacob Alon – In Limerence
Met het debuutalbum ‘In Limerence’ probeert de Schotse songschrijver Jacob Alon zijn stempel te drukken op de hedendaagse Britse folkscene. Ondanks de vakkundige productie van Dan Carey blijkt het twaalfdelige album echter een werk dat vooral liefhebbers van het genre zal bekoren, terwijl het anderen wellicht onverschillig laat. Het album opent veelbelovend met het korte ‘Glimmer’, gevolgd door het sfeervolle ‘Of Amber’. Alons engelachtige stem is onmiskenbaar het sterkste element, maar na ‘Don’t Fall Asleep’ en ‘I Couldn’t Feed Her’ begint de formule te voorspelbaar te worden. De tegenstelling tussen hun etherische vocalen en de donkere teksten is aanvankelijk intrigerend, maar verliest gaandeweg zijn impact. ‘Confession’ en ‘Elijah’ bieden weliswaar momenten van oprechte emotie, maar ‘Liquid Gold 25’ en ‘August Moon’ volgen een te gelijkaardig patroon, waardoor de aandacht begint te verslappen. In de tweede helft van het album lijkt Alon vast te houden aan een beproefd recept zonder echt te verrassen. ‘Home Tapes’ en ‘Zathura’ zijn vakkundig uitgevoerd maar missen de noodzakelijke vonk om boven het gemiddelde uit te stijgen. ‘Fairy In A Bottle’ is wellicht het meest ambitieuze nummer, maar tegen de tijd dat ‘Sertraline’ het album afsluit, is de luisteraar mogelijk al afgehaakt. Voor toegewijde folkliefhebbers bevat ‘In Limerence’ genoeg vakmanschap en subtiele nuances om te waarderen, maar voor een breder publiek biedt het te weinig verrassingen om echt te beklijven.(6/10) (Strip Joint Glasgow)
Steve Adorno & Lori Rose – Espirito: A Brazilian Music Fantasy
Kid Creole and the Coconuts. Zo. Nu weet u in welke hoek u Steve Adorno moet zoeken. De man is naast componist en producer ook vooral drummer, en wel een die als geen ander thuis is in Latin-ritmes getuige de discografie van de man waar we naast de reeds genoemde Kid Creole artiesten vinden als Kool and The Gang en Chic. Met ‘Disco Nights’ behaalde hij met G.Q. zelfs de platinumstatus, althans in de VS – in ons land zal het bij weinigen een belletje laten rinkelen. Enfin, het mag duidelijk zijn: zet een plaat op met Adarno achter de kit en je hebt instant feest. ‘Espirito’ bevat wat dat betreft geen verrassingen. Hang de slingers maar op en zet de Pitú Cachaça maar klaar. Adorno wordt op ‘Espirito’ bijgestaan door zangeres Lori Rose en eerlijk is eerlijk: het klinkt allemaal gewoon lekker. Van de opener ‘Sad Sad Sister Sister’ tot aan ‘Starlight Star-Bright’ worden we prettig ondergedompeld in salsa, rumba, samba en bossanova. Alle noodzakelijke ingrediënten zijn aanwezig, inclusief de funky gitaren, de onophoudelijke conga’s en goede blazerpartijen. Bovendien weet Adorno aan wie hij schatplichtig is: ‘Sergio’s Samba’ is een ode aan de overvader van het genre, al kan deze plaat zich in de verste verte niet meten met een legendarisch album als ‘Look Around’ dat Mendes in 1967 met Brazil ‘66 opnam (en daarna de voltallige band ontsloeg). Maar ‘Espirito’ is goed genoeg. Goed genoeg voor een mooie zomer. Onze bezwete lichamen deinen de nacht in, nippend aan een laatste cocktail terwijl Adorno nog een bossa inzet. There’s a gentleman that’s going round, turning the joint upside down… (Jeroen Mulder) (7/10) (Onroda MusicWorks)
André 3000 – 7 Piano Sketches
André 3000’s nieuwe album ‘7 Piano Sketches’ is precies wat de titel belooft: zeven onafgewerkte piano-ideeën die je of fantastisch vindt of totaal niet kunt waarderen. Hier zit geen tussenweg in.De opnames klinken alsof ze met een simpele recorder in zijn keuken zijn gemaakt. De stukken komen nooit verder dan een eerste schets – een begin van een idee dat niet wordt uitgewerkt. Bij het derde stuk hoor je heel even wat potentieel, maar dan verzandt het weer in aarzelend getokkel. Voor de man die met OutKast muzikale grenzen verlegde, is dit een vreemde wending. Natuurlijk gun je een artiest zijn creatieve vrijheid, maar soms bekruipt je het gevoel dat dit een grap moet zijn. Dat is het waarschijnlijk niet.Na zijn vorige solo-avontuur ‘New Blue Sun’ met fluitcomposities, voelen deze pianoschetsen nog onvoltooider. Ze missen richting en overtuiging. Laten we eerlijk zijn: er komen momenteel veel betere piano-albums uit. Wie André 3000 op zijn best wil horen, kan beter teruggrijpen naar de OutKast-klassiekers, waar zijn excentriciteit wél tot zijn recht kwam in afgeronde, boeiende composities. (Jan Vranken) (3/10) (Epic)
The Action 4s – The Action 4s
Op de hoes van dit debuutalbum worden Mathias Heise, Anton Eger, Rasmus Sørensen en Conor Chaplin afgebeeld als actiefiguren. Het album is een logisch vervolg op succesvolle optredens in voornamelijk Denemarken, het thuisland van The Action 4s. Die optredens ontlokten bij critici zelfs tot de kwalificatie ’supergroep’ en daarmee is de afbeelding op de cover direct verklaard. Dan is er slechts één vraag die gesteld moet worden: maakt The Action 4s het waar? Kort en bondig: ja. Het viertal mengt jazz met rock, funk en elektronische muziek waarbij de mondharmonica van Heise steevast een prominente plek inneemt. Het is vooral de energie die aanstekelijk werkt en waardoor je begrijpt dat dit live een sensatie moet zijn. Daarbij valt op hoe technisch virtuoos de mannen zijn. De zwierige mondharmonica van Heise, de weergaloze baspartijen van Chaplin, het dynamische pianospel van Sørensen, de onvermoeibare roffels van Eger. Stukken als ‘The Mikster’ en ‘Smoothie’ kun je niet stilzittend ondergaan. Technisch virtuoos, maar vooral ook zeer toegankelijk. De plaat kent wat dat betreft eigenlijk geen zwakke nummers. Hoogtepunten zijn ‘IOEDWLTO’ – waarop Heise ook de synthesizerpartij voor zijn rekening neemt – met een verrassende wending waardoor het stuk halverwege welhaast wonderlijk van sfeer verandert en ‘Searchlight Theory’ dat een heerlijk fusionthema heeft, maar bovenal schittert door een subliem samenspel tussen mondharmonica en bas. Hebben we het al over het drumwerk gehad? Meesterlijk op ‘Eclectic Horizons’. We komen echt oren te kort. (Jeroen Mulder) (9/10) (April Records)
Kali Uchis – Sincerely,
Twee jaar na haar prachtige ‘Red Moon in Venus’ keert Kali Uchis terug met ‘Sincerely,’ – haar eerste volledig Engelstalige album. Deze keer creëert ze een verzameling dromerige, downtempo nummers die perfect zijn voor de late uurtjes. Uchis’ engelachtige stem zweeft moeiteloos over rijk georkestreerde neo-soul composities. De invloeden zijn divers: van Kate Bush tot Clannad, allemaal perfect versmolten tot haar eigen herkenbare geluid. In tegenstelling tot haar vorige album ‘Orquídeas’ met zijn levendige Latin ritmes, kiest ze nu voor een meer ingetogen sfeer. Het moederschap heeft duidelijk haar stempel gedrukt op dit album. Op het prachtige slotlied ‘ILYSMIH’ zingt ze openhartig over hoe haar baby haar perspectief veranderde, afgesloten met het geluid van een lachend kind. Hoogtepunten zijn het jazzy ‘Silk Lingerie’ en het glinsterende ‘Territorial’, waarin haar honing-zoete stem perfect samensmelt met pizzicato strijkers. Alleen ‘Lose My Cool’ had wat korter gemogen dan zes minuten.’Sincerely,’ is een tijdloze muzikale balm voor een rusteloze wereld – een intiem album dat steeds meer prijsgeeft bij elke luisterbeurt. (Elodie Renard) (8/10) (UMG)