Dorona Alberti is dan misschien het meest bekend als de zangeres van Gare du Nord, haar persoonlijke projecten laten zien wie ze is en waar ze voor staat. Na ‘Käsebrot’ en ‘The Music from James Bond’ laat ze vanaf 6 maart bestaande songs op een eigenzinnige wijze schitteren in ‘Pearls’.

Haar naam klinkt misschien niet zo, maar Dorona Alberti is ‘gewoon’ geboren in Maastricht. Ze woont ondertussen wel elders, maar we zitten nu toch maar fijn samen aan de koffie (en gemberthee) in een Maastrichts koffietentje. Uit deze stad nam ze gevoelens en herinneringen mee die ze later zou verwerken in haar muzikale projecten. “Mijn moeder zei altijd dat ik al zong voordat ik praatte. Ik verzon altijd mijn dromen en probeerde de dag erna door te gaan waar ik was gebleven.” Ze speelde toneel, danste, zong en zat in schoolbandjes. “Eerst dacht ik dat ik naar de toneelschool wilde. Maar niet in Maastricht, want ik vond het ook belangrijk je stad eens te verlaten.” Het werd echter muziek. “En daarbinnen maak ik geen keuzes. Mijn motto: In de muziek zijn geen regels en geen grenzen.” Ze is zo heerlijk duidelijk en openhartig, ook in dit gesprek… “Het is absoluut waar dat mijn muzikale vocabulaire met jazz is doorspekt. Omdat het speels is. Omdat de improvisatie voor mij super belangrijk is. Maar of ik dat met een punknummer, een schlager of een popballad doe… Het gaat om de benadering.” Om het gelijk in een breder kader te plaatsen: “Kijk, je hebt twee soorten zangers: zij die willen dat iets op een bepaalde manier klinkt; En zij die iets willen vertellen. Ik ben de laatste. Op het podium ben ik een performer, veel meer dan een zangeres of actrice. Bij acteren duik je in een ander personage, bij performen vergroot je iets uit wat bij jezelf aanwezig is. Of beter gezegd, je geeft het de ruimte. En dat doe ik.”

Samen met haar publiek. “Het publiek is een echte medespeler. Die wisselwerking is bepalend, je maakt connecties. En daar gaat het om, ook in het leven. Dat je elkaar recht aankijkt en dat je iets voelt. Dat je dat durft aan te gaan, hoe spannend, kwetsbaar of eng dat ook is. Dat is het verschil tussen goed en magisch: dat je elkaar echt even voelt. Ik ga helemaal open, geef jou alles, in de hoop dat jij dat ook durft.”

Haar verhaal aan ons kleine tafeltje weerspiegelt de energie die ze ook op het podium gebruikt. “Heel veel dingen kan en mag je niet op straat en op het podium wel. Op het podium mag je zo groot, klein, dik, lelijk, mooi, onbeschaamd sensueel, seksueel, niet seksueel of star zijn. Alles mag op een podium. Daar ben ik ook minder oordelend naar mijzelf. Daar ben ik met al mijn energie, liefde, passie… Of ik dan liever op het podium zou leven?” herhaalt ze de vraag. Ze lacht. “Dat is natuurlijk een utopie, maar in hoe ik me voel, ja, dan zou ik absoluut daar willen leven.” En buiten het podium? “Daar probeer ik me steeds minder aan te trekken van wat mensen vinden en denken. ” En die twee werelden, maatschappij en podium, houdt ze liefst gescheiden. “Ik ga dan ook geen protestsongs maken.” Maar het publiek juist een mooie tijd geven? “Nee, geen mooie tijd, een bewógen tijd, want mooi vind ik oninteressant. Ik hou niet van mooi, maar van intens. Het moet schuren, het moet een rafelrandje hebben. Zonder wrijving geen glans. Het leven is ook niet alleen maar mooi. Maar je kunt je er wel op concentreren, op dat mooie bloemetje tussen de tegels, op de glimlach van iemand.”

Naast Gare du Nord heeft Dorona ook haar eigen projecten. Projecten die veel vertellen over haarzelf als muzikant en als persoon. Haar eerste productie was ‘Käsebrot’. Samen met Jonas Pap en Pieter de Graaf bracht ze Duitse nummers voor het voetlicht. Uiteraard in eigen uitvoering, en vanuit een eigen, persoonlijk getinte keuze. “Achteraf besefte ik dat het een liefdesverklaring was aan de man die ik mijn papa noem, maar niet mijn papa is. Een Duitse meneer die tot mijn zevende jaar dagelijks in mijn leven was. Ik noem het de magische jaren van het kind-zijn. Je leeft van verwondering, van ontdekking, van speelsheid. Alles is waar, alles kan.” De Duitse nummers grijpen voor Dorona terug naar die tijd. “Ik associeer ze met wat ik zo mooi vind aan het leven. Aan het grootste vertrouwen dat je kan hebben, de oneindige liefde voor elkaar en voor het leven.” ‘Käsebrot’ moest gewoon gemaakt worden, zo lijkt het. “Ja, misschien om voor mezelf dingen ‘hardop te zeggen’. Het was ook heel fijn om te doen, om terug te gaan naar mijn jonge jeugd. In de taal die mij heel lief is,” benadrukt ze zelf. “Het Duits is ook rijker en poëtischer dan het Nederlands. Een woord als ‘Sehnsucht’ kunnen wij niet vertalen: het is weemoed, nostalgie, vurig verlangen, alles.”

Na ‘Käsebrot’ bracht ze ‘The Music from James Bond’. Kleinschalig met een eigen ensemble, maar ook in een concertreeks met het grote Metropole Orkest. “Ja, ik heb het Metropole inderdaad zelf gebeld. Ik vond het een fantastisch idee.” Waarom?” Nou, omdat ik kan zingen als Shirley Bassey, de koningin van James Bond. En omdat het Metropole het meest fanatische orkest is dat we hebben. Het kan namelijk swingen, het kan alle emoties aangaan. En… James Bond is iets waar iedereen wel wat mee heeft. Het heeft een bepaalde sfeer, een bepaalde power. Het is een beetje stout, maar toch wel net leuk.” Is Dorona zelf dan ook James Bond? Dorona lacht, of is het een onderdrukte grijns? “Ik bén niet James Bond, ik ben de vrouw die hem een koekje van eigen deeg geeft! En dan die nummers! Dat zijn stuk voor stuk anthems. Ik vind ze zalig om te zingen: alles mag, alles kan, er zijn geen grenzen. En als je dan ook nog voor z’n orkest staat, dan hoef je je niet in te houden, dan kan je gewoon gaan.”

Dat deed ze vervolgens ook voor het Johan Straussorkest van stadgenoot André Rieu. Afgelopen zomer mocht ze vijftien maal shinen tijdens zijn jaarlijkse Vrijthof concerten. “Hij heeft me gevraagd, ja. Ik denk omdat ik, net als hij, heel erg hou van groots en meeslepend. En vol passie en overtuiging iets wil doen.” Rieu staat bekend om zijn goede zorgen, maar ook om zijn oneindige perfectie. “Hij bepaalde welke nummers ik zou zingen, en welke oorbellen ik moest dragen… Maar binnen die nummers heeft hij mij onwaarschijnlijk veel vrijheid gegeven. Daar ben ik hem ook super dankbaar voor. Het was echt geweldig om te doen.”

Tenslotte is het geografisch een kleine stap van het Vrijthof naar de stadsschouwburg van Maastricht. Daar start op 6 maart haar volgende, persoonlijke project: ‘Pearls’, waar ze met Cord Heineking op bas, en Mike Roelofs op piano zelf gekozen en bewerkte nummers zal brengen. “Het zijn pareltjes die ik mooi vind en na aan mijn hart liggen.” Dus zeker niet ‘zo maar’ covers. “O nee, Ik vertel een bepaald verhaal op míjn manier, wat ik aan míjn hart verbind. En dat geef ik aan het publiek. Ik bied ze een andere invalshoek, zodat het hun eigen ding kan worden. En dat het iets losmaakt. Misschien iets nostalgisch, dat ze lang niet meer gevoeld hebben.” De songs zijn met zorg gekozen. “Ze kijken op een bepaalde manier naar de liefde. Dat hoeft niet man-vrouw te zijn. Het kan ook moeder-kind zijn of de liefde voor het leven. Zoals ik zelf ook liefheb: vol overgave, alles of niks, onbevangen. Het zijn veelal nummers die ik hoorde in mijn jeugd.” De magische tijd van kind-zijn. “Zoals ‘Kooks’ van David Bowie. Dát is mijn jeugd.” Ze citeert, duidelijk en met veel gevoel:

“Will you stay in our lover’s story
If you stay you won’t be sorry
‘Cause we believe in you
you’re gonna be pretty kookie too”

Haast ongemerkt hebben we de gemberthee en koffie tot ons genomen. Dat komt vast door al die mooie verhalen, die over de kleine tafel zijn gegaan. Nu wordt het tijd voor het grote podium, te beginnen op 6 maart in ‘haar’ Maastricht. Dorona Alberti laat pareltjes op eigenzinnige wijze schitteren in ‘Pearls’.

Wijsfoto (c) Kitty Van De Waart
Staarfoto (c) Erik van Heeswijk
Pearl foto (c) Aldwin van Krimpen

Deel: