‘Velvet Armour’ is alweer het vijfde soloalbum van Kayak toetsenist en componist Ton Scherpenzeel. Het werd hoog tijd, want zijn laatste solo project, ‘The Lion’s Dream’, dateert alweer uit 2013. Daarmee is zeker niet gezegd dat Scherpenzeel zijn ledigheid heeft gevonden het duivels oorkussen, want eerder dit jaar verscheen nog een nieuw album van Kayak, dat internationaal zeer hoge waardering kreeg. Een bezig baasje, die Ton Scherpenzeel.

Toch was het aanvankelijk nooit de bedoeling dat ‘Velvet Armour’ een officiële release en distributie zou krijgen. Scherpenzeel had aanvankelijk de bedoeling het album enkel zelfstandig via bandcamp te distribueren als digitale streaming en download. Dit veranderde toen Kathy Keller van Friendly Folk Records interesse toonde om Velvet Armour uit te brengen en distribueren. Het is maar goed dat Kathy het pad van Ton kruiste, want anders was ‘Velvet Armour’ een van de mooiste albums op Bandcamp gebleven.

‘Velvet Armour’ telt maar liefst 18 titels. Naast Scherpenzeel die het album voor het grootste deel zelf heeft ingespeeld doen er een aantal gastmuzikanten mee die niet onbenoemd mogen blijven. Annet Visser speelt fluit & recorders, Rens van der Zalm op fiddle, Maria-Paula Majoor en Daniel Torrico Menacho spelen viool, Karsten Marijn Kleijer horen we op de altviool, Arno v.d. Vuurst speelt cello en Scherpenzeel’s echtgenote Irene Linders horen we op de backing vocals.

Op ‘Velvet Armour’ vindt Ton Scherpenzeel een heel mooie balans tussen een soort van barokke, middeleeuwse folk en de progrock die hij met Kayak maakt. Wat ook hier eruit springt is het grote vakmanschap en het oor voor detail dat Scherpenzeel aan de dag legt bij het maken van zijn composities. Deze muziek is Ton Scherpenzeel. Daar waar gezongen moet worden doet Ton dat zelf op dit album. Niet omdat hij zo’n groot zanger is of zichzelf vindt, maar puur omdat hij in dit soloproject zo dicht mogelijk bij zichzelf wil blijven en de muziek zo authentiek mogelijk wil brengen zoals hij hem zelf bedoeld heeft. Luister naar ‘Mirrors of Versailles’ met het prachtige barokke strijkersarrangement. Op wonderlijke wijze overtuigt Scherpenzeel’s stem in dit stuk. Dichter op de muziek kan je niet zitten. Wonderlijk.

‘Lily’s Lament’ is zo’n stuk waarin je de progrock invloeden doorheen hoort. De viool speelt een melodie die zo geschikt zou zijn om door Bart Schwertmann van Kayak gezongen te kunnen worden. Vervang het prachtige arrangement hier door de klassieke rock bezetting en je hebt een prachtige ballad. Het stuk is zo mooi. Het duurt gewoon te kort. Sluit je ogen en geniet.

Het album is zo divers en gedetailleerd dat het een waar genot is om naar te luisteren. Van de vrolijke narrendans van ‘Marigold’ tot het introspectieve ‘La Joueuse de Luth’, de muziek van Scherpenzeel blijft boeien en vragen om nog een aandachtige luisterbeurt. Dit gezegd hebbende is ‘Velvet Armour’ zeker niet voor iedereen weggelegd, al zou wel iedereen de moeite moeten willen nemen er eens naar te luisteren. Het is geen popmuziek en zeker ook geen Kayak plaat. Daarvoor is nu wel genoeg gewaarschuwd.

Voor degenen voor wie het wel weggelegd is en degenen die hun kansen erop wagen zal het album een mooie verrassing zijn. Je komt niet meer zo vaak een album tegen dat met zoveel vakmanschap en compositorische kwaliteit, maar vooral liefde is gemaakt. ‘Velvet Armour’ is opnieuw een kroonjuweel aan de al bijna 50 jaar durende carrière van Ton Scherpenzeel. (9/10) (Friendly Folk Records)

Deel: