De uit Bergen, Noorwegen afkomstige singer-songwriter Jarle Skavhellen bracht in de eerste week van het nieuwe jaar zijn album ‘Beech Street’ uit. Skavhellen is een rootsy performer die traditionele akoestische folkklanken combineert met zijn eigen melodieën die altijd zwanger zijn van een verlangen naar schoonheid en weidsheid zoals we wel meer bij artiesten uit het hoge noorden horen.

Zoals gezegd groeide Skavhellen op in Bergen, Noorwegen in een muzikaal gezin en hij begon voor het eerst gitaar te spelen als tiener. Hij leerde gitaar spelen bij de geprezen Noorse gitarist Mads Eriksen. Door de uitgebreide vinylplatencollectie van zijn vader te beluisteren, trok hij als vanzelf naar de daarin goed vertegenwoordigde klassieke folk en country van artiesten als Chet Atkins en Dave Van Ronk.

Skavhellen ontwikkelde zich tot een begenadigd en technisch hoogstaand gitarist. Tijdens zijn tienerjaren speelde hij in verschillende rock- en coverbands, voordat hij zich toelegde op zijn eigen originele folkcomposities. Hij trok de aandacht met de release van zijn single ‘The Ghost in Your Smile’ in 2016. Een jaar later keerde hij terug met een andere single, ‘Matylda.’

Nu is er dan het derde album ‘Beech Street’. Een album dat erg volwassen klinkt, uitstekend is geproduceerd en erg stijlvast is. Het album bevat 12 nummers en klokt in totaliteit net geen veertig minuten aan. Als ik het album drie keer beluisterd heb kan ik werkelijk geen zinnige kritiek bedenken. Productioneel is het helemaal af, de composities van Skavhellen zijn van een continu hoog niveau en op de uitvoeringen valt niets aan te merken. Is dit dan direct de eerste waardering met een 9 van dit jaar? Een negen zal Skavhellen met deze muziek niet halen, daarvoor mist de innovativiteit en rebelsheid die horen bij kunst met een grote ‘K’. Die intentie heeft de artiest ook niet gehad. Zijn intentie was om in zijn genre een topalbum af te leveren en dat is hem zonder meer gelukt.

Als mensen de muziek van Skavhellen proberen de plaatsen, komt vaak de naam Chet Atkins naar voren. Dat is echt onzin als je het mij vraagt, geen idee waar mensen die vergelijking vandaan halen. Ook de te vroeg overleden folkzanger Dave van Ronk wordt wel gebruikt om als ijkpunt langs te muziek van Skavhellen te leggen. Geloof me, dat is ook onzin. Bij Skavhellen zul je geen ragtime invloeden vinden. Mooi is dat als je niet vergeleken kunt worden met een ander, zeker als het op zo’n platgetreden pad is als dat van de country-folkmuziek. Het geeft aan dat er op ‘Beech Street’ zoveel eigenheid te vinden is, dat de artiest Skavhellen binnen dit gekende idioom toch op unieke wijze zijn eigen weg heeft weten te vinden. Om de consumptie te vergemakkelijken, na drie draaibeurten komt bij mij steeds vaker de geest voorbij van het timbre en de frasering die Jim Croce zo uniek maakte.

Het beste nummer van het album is voor mij zonder twijfel ‘Montana’. Gitaar, banjo en de stem van Jarle. Samen schilderen ze een fenomenaal mooi beeld van een verbroken liefde tegen de achtergrond van de bergen in Montana. De Duitsers hebben een frase uit een gedicht van Goethe voor dit soort simpele schoonheid: ‘In der Beschränkung zeigt sich erst der Meister’, en dat is precies de kracht van Jarle Skavhellen. Op ‘Just not Ready to let Go’ overschat Jarle zich dan voor een keer. Waarschijnlijk is hem aangepraat dat er op het album toch ook een groter arrangement zou moeten staan. Het levert het zwakste nummer van het album op, maar dat is dan nog steeds van een niveau waarvoor een Nederlandse wannabe zoals Waylon op zijn knieën naar Bergen in Noorwegen zou kruipen. ‘Home by Five’, ‘Drive’ en ‘Montana’ tillen dit album naar eenzame hoogten. Een heel erg mooi album om het jaar mee te beginnen. (8/10) (Nettwerk)

Deel: