De IJslandse muziekscene wordt vaak geassocieerd met gedurfd, creatief, donker en melancholiek. Deze muziek is geliefd bij mensen die de pech hebben niet in dat majestueuze land te zijn geboren. In dit licht bezien past Rauður precies in het beschreven muzikale landschap en zullen we ook haar schoonheid gaan ontdekken. Een gesprek met het enige lid: Auður Viðarsdóttir.

Foto (C) Þórdís Reynisdóttir

Auður oogt rustig en kan haar gedachten goed vormgeven in een heel open gesprek, over gevoel, kunst, muziek en componeren. “Ik begin altijd met de muziek, meestal op de piano, thuis, met de kinderen nog om me heen.” Deze intieme huiselijke sfeer heeft de laatste tijd een digitale toevoeging gekregen. “Dat is echt anders. Een pianostuk maak ik van begin tot einde helemaal zelf. Op de computer kan ik geluiden opbouwen en delen met anderen. Maar sommige songs zijn zo dicht bij mij dat ik die niet deel… begrijp je?”

De nummers op het in 2019 verschenen albumdebuut ‘Semilunar’ zijn inderdaad zeer persoonlijke (kunst)werkjes geworden, waarin de sfeer van de sounds knap combineert met haar lyrics. Het geheel klinkt gewaagd en zit vol onverwachte contrasten, hard, zacht, licht, donker, lief, dramatisch. Zo ook in de taal, deels Engels, deels IJslands. “In mijn eerdere band Nóra schreef ik in het IJslands. Ik vond het toen vreemd om te schrijven in het Engels, een taal waarin ik zelf niet denk.” Haar tussentijdse verblijf in Malmö, Zweden, zorgde voor een lichte kentering. “Ik praatte Engels met mijn muzikale vrienden en zo werd het makkelijker om ook in Engels te schrijven.” De taal bleef echter een grote invloed houden: “In het Engels herhaalde ik zinnen die ik had gehoord. Ik ging minder diep in mijzelf en in mijn gevoel, zoals in het IJslands. Maar IJslands klinkt dan weer heel zacht, maar kan ook heel hard zijn. In mijn muziek moet de zang juist meer vloeiend zijn, zoals in de Engelse taal. Het is moeilijker om IJslandse teksten precies goed in te passen in mijn muziek.”

Foto (C) Þórdís Reynisdóttir

Het album is helemaal Auður, uitgebracht onder de naam Rauður, rood. Het lijkt of ‘Semilunar’ uitgebracht móest worden, en ze dat helemaal alleen móest doen. “Ja, Ik wilde al heel lang dat album maken. Het moest gewoon uit mijn systeem. En als een leerproces om mezelf te dwingen zo ver te gaan. En het is gelukt. Alleen de eindmix heeft mijn broer gedaan.” Ze noemt haar stijl dromerige elektronische popmuziek. “Ja, of elektronische singer-songwriter. Die vind ik ook wel goed.”

“Ik wil bij jou iets in beweging zetten, iets wat je niet kunt verklaren, maar wel gebeurt.” Met alle turbulentie en contrasten vandien, zoals ook op het album. “Ja, het is gemaakt in een turbulente tijd. Ik probeerde rust vinden bij dingen die gebeurd zijn in het verleden. Maar wilde ook nieuwe dingen ontdekken. Daarom zitten er zo veel tegenstellingen in.” Het proces van songwriting is deels ook helend voor haar. “Maar misschien is het dat ook voor de luisteraars. Weliswaar een hoog doel, maar toch. Het heeft mij in ieder geval rust gebracht, een blanco pagina, waarop ik iets nieuws mag maken.”

Auður leert zichzelf kennen als een gevoelige kunstenaar die werkt vanuit beelden. “Ik schilder wel eens en maak er dan de songteksten bij. Soms is het een verhaal, soms een beschrijving, een gevoel, met kleuren. Misschien nog het best te omschrijven als een droom over een gevoel, dat je niet meteen kunt omschrijven.” Hoewel ze visueel is ingesteld, heeft Auður een grote bewondering voor auteurs. “Ik zou zelf ook graag een boek willen schrijven, maar ik heb nog niets geschreven dat langer is dan een songtekst. Maar eigenlijk houd ik wel van alle kunstvormen. Maar”, lachend, “het meeste van een groot concert. Ik speel al mijn songs ook live, alleen. Daar voel ik me thuis. Het geeft me zoveel energie. Mensen die naar me luisteren.” Gelukkig mogen er in de eindeloze IJslandse zomeravonden weer kleine concerten worden gegeven. “Heerlijk, in de zomerse buitenlucht.”

Foto (C) Kristoffer Lislegaard

Auður maakt graag gebruik van metaforen en persoonlijke, diepere betekenissen. Het begint al bij de titel, ‘Semilunar’. “Als mijn dochter vroeger verdrietig was, dan zei ze wel eens dat de maan in haar hart was gebroken. Op latere leeftijd bleek ze echter ook echt een hartprobleem te hebben, gelukkig niet heel ernstig, maar iets met de Semilunar, de halvemaanvorige klep in het hart. Naast de poëtisch betekenis heeft de naam heeft deze nu ook een medische: de maan in haar hart was echt gebroken…” Ze ademt even diep en vervolgt: “En semilunar kun je ook opvatten als half lunatic. Iets wat ik wel bijna ben geworden tijdens het maken ervan, in stemmingen, in vermoeidheid. Je hoort het ook in de muziek. Maar ik ben nu okay, hoor!”

Voor haar volgende album wil Auður, of Rauður… ook andere muzikanten uitnodigen. Net als in het collectief genaamd Syntax babes, met de Australische Anya Trybala en de Zweedse Lotta Fahlén. “Zij zijn gestart in 2015 en ik werk met hen sinds 2018. Het is een netwerk dat tracht meer gelijkheid en diversiteit te krijgen binnen de elektronische muziek. We maken muziek, organiseren festivals en helpen elkaar met albums.” Ze benadrukt het belang om deze genderkwesties aan de orde te stellen. “Voor de muziekindustrie en de wereld op zich. Maar ook voor mijn eigen persoonlijke en muzikale ontwikkeling.” Haar invloeden komen uit de vrouwelijke hoek: Grimes, Kate Bush, Beth Gibbons (Portishead), FKA Twigs, Fever Ray. “Ze doen ieder hun ding, op hun eigen manier.”

Foto (C) Mariia Gubasheva

Naast samenwerken wil ze op het volgende album ook meer akoestisch gaan. “Ik houd van strijkers, vooral cello. En ik wil mijn stem meer op de voorgrond plaatsen, meer singer-songwriter. Het volgende album wordt dus wat meer uitgekleed: stem, piano, cello; met misschien nog een synth… op de achtergrond.” Maar hoe het album ook zal klinken, het zal zeker weer een ontdekkingstocht zijn, vooral naar haarzelf: puur en persoonlijk. De gevoelige contrasten van Rauður… of Auður …

Deel: