Die onbezonnen jeugd! Zij probeert, experimenteert, creëert; zij verleidt, misleidt, intrigeert. Is dit roekeloos en onverantwoord? Of is het juist verfrissend en opwindend? Vaak is deze scheidslijn heel dun, maar is de spanning hierdoor des te groter. Zeker als die jeugd bestaat uit een jongeman en een jonge dame uit Noord Londen, die elkaar al sinds de kindertijd kennen. In 2015 besluiten ze om samen muziek te maken en lak te hebben aan alles wat er was, of wat er zou moeten zijn. Onder de mysterieuze naam ‘Sorry’ levert dit het album ‘925’ op. Drie cijfers (oftewel nine to five) die we nu al noteren op onze eindejaarlijstjes en een band die, sorry om het te zeggen, hopelijk nooit volwassen wil worden.

Asha Lorenz en Louis O’Bryen brengen een verfrissende blend van indie, pop, electro, met vleugjes jazz en triphop. Dat zou een allegaartje van onbestemdheid kunnen opleveren, maar dat gebeurt hier allerminst. ‘925’ staat aan de goede kant van de scheidslijn tussen ongestructureerde chaos en experimentele vernieuwing. Zonder vooropgezet plan, maar juist heerlijk organisch: Asha en Louis voelen, en vullen elkaar zo goed aan, dat je nergens ervaart naar iets gekunstelds of vervreemdends te luisteren. En met hun mix aan stijlen en instrumentaties, de veelvuldige wendingen en verborgen vondsten, is dit heel knap te noemen. Of het nu het vrij elektronische ’Ode to Boys’ is, de rammelrock van ‘Perfect’ of het vrij donkere van ‘Wolf’: alles getuigt van gedurfde smaak en balans.

En dan is er nog de grote kracht die voortkomt uit hun zang: de lieflijke stem van Asha en het wat donkere geluid van Louis. Soms langs elkaar, soms tegen elkaar, soms met elkaar, maar het resultaat is altijd verreweg meer dan de som der beider stemmen, zoals ook mooi verwoord in ‘Heather’: ‘Oh what’s a guy, a girl to do, a boy to do?’ Je mag het een beetje vergelijken met de magie tussen Romy Madley Croft en Oliver Sim, van the XX. Maar waar het totaalgeluid van the XX vrij voorspelbaar is geworden, daar is Sorry (nog) heerlijk onbezonnen spannend, waarbij je iedere luisterbeurt weer nieuwe vondsten, patronen, lagen en accenten ontdekt.

Twee jaar geleden maakten we met de single ‘Strarstruck’ voor het eerst kennis met Sorry’s sound: te weird om poppy te zijn, maar wel zeer aanstekelijk. Waarbij Asha en Louis meteen al de scheidslijn op hun zelf gelegde trottoir krijtten: arrogant of cool? Ongevoelig of betrokken? Hautain of lieflijk? Op Eurosonic 2020 zette ze de pers op menig verkeerd been. Of zoals ze zelf zingen: ‘(Ugh) And you did it again’. Die onbezonnen jeugd toch! Foei!

In de opener van ‘925’, het toepasselijk ‘Right Round the Clock’, word je meteen de wereld van Sorry binnengeleid, als in een donkere bar, waar de flarden van diverse gesprekken in het geroezemoes samensmelten tot één verhaal, dat klingelend opstijgt tegen het vergeelde plafond. Verhalen die soms ernstig zijn, maar soms ook niet te ernstig moeten worden genomen:
I’m feeling kinda crazy, I’m feeling kinda mad
The dreams in which we’re famous are the best I’ve ever had

Naast de gebruikelijke rock setting van bas (Campbell Baum), drum (Lincoln Barrett) en gitaar (de eerdergenoemde Louis O’Bryen) maakt Sorry ook gebruik van de jazzy en fuzzy effecten van de saxofoon. Zo begint ‘Rock’ N ‘Roll’ Star’ met sax en bas alsof je een groezige jazzclub betreedt, donker, maar sensueel. Waarna je weer even makkelijk op een ander, meer poppy, been wordt gezet. Poppy, maar nergens glad of voorspelbaar. Naast Sorry’s eigen verdienste is dit ook de klasse van producer James Dring, die bij Gorillaz natuurlijk ook al met die uiteenlopende bijltjes heeft gehakt.
Aan alles op ‘925’ ervaar je dat Sorry aan zijn hand de geboden vrijheid heeft opgepakt en benut. En dat heeft geleid tot een prachtig, eigenzinnig en eigentijds album met precies genoeg jeugdige onbezonnenheid, zoals ze zelf natuurlijk ook al hadden opgemerkt in ‘More’:
I want drugs and drugs and drugs and drugs
I want love
Don’t give me too much, too much, too much
Just give me enough

(9/10) (Domino)

Deel: