De Transformertrein dendert door. De formule, frisse, aanstormende Indie-bands een podium bieden en in de spotlight plaatsen, slaat aan. Naast de regulier geplande optredens gedurende het jaar, was er afgelopen zaterdag de vierde editie van de festival variant, ruimte biedend aan vier bands die in de Maastrichtse, vernieuwde Muziekgieterij hun belofte mochten waarmaken. En dat deden ze…

Het affiche zag er veelbelovend en veelzijdig uit. Alle reden om enthousiast starten met een regionale trots, de uit Vaals afkomstige Geoff Wyld. Ze omschrijven hun licht psychedelische en pakkende muziek als een ‘Australische kangoeroebiefstuk met kruiden van psychedelische indie-rock’. De driekoppige band, met drie recente singles hard aan de weg timmerend, past qua vernieuwingsdrang inderdaad in de trend die de laatste jaren uit Down Under komt overwaaien. Je denkt dan natuurlijk al gauw aan Tame Impala. Maar de Limburgers maken daarbij ook nog een ommetje via meer Amerikaans getinte rock, alvorens in hun eigen Maastrichtse achtertuin te landen.

Een Transformer festival kan nooit zonder een Belgische inbreng. Dit keer was het de beurt aan het Antwerpse Newmoon om die eer hoog te houden. Ze brachten een stijl die niet direct herkenbaar is als ‘typisch Belgisch anno nu’. Een geluidsmuur, opgetrokken door drie gitaristen, bij elkaar gehouden door een sterke ritmesectie, deden je al snel denken aan de betere shoegaze, met duidelijke rock- en (post)punkinvloeden, waarbij ze heftiger voor de dag kwamen dan op hun beide, door pers goed ontvangen, albums. Daar waar menig shoegaze-adept vaak verzuipt in zijn eigen brij van geluid, zette Newmoon juist een set neer die enerzijds doordrenkt was van gitaargolven, beukend tegen een weerbarstige kustlijn, maar anderzijds ook met een melodieuze, bijna catchy, toplaag die het geheel deed versmelten tot een imponerende sound die je steeds dieper wegzoog uit de werkelijke wereld. Heel knap.

Terug in onze eigen wereld staken we muzikaal de zee over naar Dundalk, Ierland; de thuishaven van Just Mustard. Je moest goede zeebenen hebben om overeind te blijven tijdens deze heftige overtocht. De vier jongemannen en zangeres Katie Balls serveerden een stijl die laveerde tussen lief en angstig, tussen warm en ijzig, licht en donker, leven en dood… Deze maalstroom van gevoelens greep het publiek bij de strot en liet hen niet meer los. Beklemmend, meeslepend en wonderschoon. Katie betoverde met haar brede stemgeluid de strakke drum, de vaak repeterende, deinende bas en het naar shoegaze neigende gitaarspel. Ze zweefde hierbij niet boven de intelligente songstructuur maar smeedde organisch alle delen tot een uniek geheel van knap opgebouwde en afgeronde songs. Na bijna een uur in trance meegenomen te zijn werd er afgesloten met het geweldige ‘October’, dat na alles dat we al hadden gehoord aanvoelde als een spooktrein die in een donker, nachtelijk landschap voort denderde, hypnotiserend, zonder ooit een eindstation te bereiken… Meer dan terecht dat Just Mustard in het voorjaar optreedt op het roemruchte Amerikaanse SXSW-festival.

De hoofdact van Transformer heeft zelfs al een groots optreden op Glastonbury achter de rug. Daar waar alle voorafgaande acts, gelukkig, al moeilijk waren te vangen in een hokje, daar is dit bij het Engelse Squid hoegenaamd onmogelijk. Als een echte inktvis uit de muzikale badplaats Bristol spreiden ze hun tentakels uit naar alle richtingen en grijpen met hun zuignappen alle eetbare muziekstijlen die de weidse oceaan hen biedt, van funk en disco, tot vette rock. Deze worden niet in de mixer geblend tot één smakelijk geheel, maar opgediend als een dis vol met pittige, verrassend bereide hapjes waaraan je je als luisteraar te goed mag doen. Dus geen maaltijd met verschillende gangen, geen set of songs met kop en staart, maar een chaotisch diner van smaken zonder een echte structuur. Een totaalbeleving die wonderwel keihard aansloeg bij het talrijke publiek, dat om de oren werd geslagen met sounds uit trompet, synths, drum, gitaar, bas en diverse percussie. De zang van was soms verhalend, soms venijnig, soms weird, maar altijd intens; Net als de hele set. Die werd na een prettig turbulent uur afgesloten met ‘Stabby Joe’, naast het bekendere ‘The Cleaner’ één van hun meest gestructureerde songs. Maar ook die ontaardde, uiteraard, weer in een apocalyptische explosie van geluid. Als een echte squid die zijn belager verdwaasd en verblind achter laat in de muzikale inktwolk die hij heeft achtergelaten. En we vonden het heerlijk…

De muziekliefhebbers moesten na afloop echt even bijkomen in de industriële setting van de Muziekgieterij. Maar o, wat is Transformer toch een pareltje binnen het indielandschap van de Lage Landen. Op naar de vijfde editie!

Foto (c) Anita Martin, AnnaPileafoto

Deel: