Een tegenstelling is spannend. Soms overkomt het je, soms zoek je het op en soms merk je het pas achteraf… Een interview met SONS, de Belgische zonen van Melsele, Antwerpen, is zo’n kruitvat vol tegenstellingen.

Zittend op een grote bank, relaxed, met één van de meest opwindende Belgische bands van dit moment, is zo een tegenstelling. Hoe kan zo’n gezellig viertal jonge honden zo laidback een interview doen, terwijl het wekelijks wel ergens een podium afbreekt? Is het niet in België dan wel in Nederland, Duitsland of, zoals een paar weken geleden, op het roemruchte showcase festival ‘Airwaves’ in IJsland. “In zo’n bruine kroeg met laag plafond, zo’n zweetkot; perfect voor ons”. Van het land, bungelend aan de poolcirkel, hebben ze niet veel gezien “Nee, we hadden ons er niet echt op gekleed.” Maar een jeugddroom kwam in de poolnacht wel uit: een sessie voor het roemruchte Amerikaanse station KEXP. “ Al onze lievelingsartiesten speelden voor die radio. Dat was een beetje als ‘a dream comes true’.“

Robin Borghgraef (gitaar, zang), Jens De Ruyte (bas, zang) en Arno De Ruyte (gitaar en neef van…) zitten relaxed op een loungebank in de bar van de Muziekodroom, na de soundcheck voor hun uitverkochte optreden, later op de avond: “Thomas (Pultyn, drums) komt zo”, verontschuldigt Robin zich, “maar we kunnen gewoon beginnen.” Geen spoortje stress… Na het voorstelrondje vervoegt Thomas zich bij zijn drie vrienden, en gaat languit op de rugleuning liggen. Is dat het beest dat straks met ontbloot bovenlijf, de strakke uptempo ritmes met beukende slagen gestalte gaat geven? Hoezo contrast?

De Hasseltse Muziekodroom, de ‘place to be’ vanavond, is een onderdeel van Hogeschool PXL Music, de Belgische versie van onze eigen Rockacademie. Menig hier opgeleide muzikant stond vorig jaar in de finale van Studio Brussels ‘De Nieuwe Lichting’, maar de muzikaal ongeschoolde zonen van SONS gingen er met de prestigieuze prijs vandoor.” We waren wel een beetje het buitenbeentje daar. We hadden de nummers eigenlijk gewoon voor ons zelf gemaakt. We hadden niet eens een foto voor onze bio. Die hebben we maar even met onze gsm genomen.” Hoezo spannende tegenstelling? Trouwens, nog warm van de pers: SONS is dit jaar ook genomineerd voor de in België wereldberoemde MIA’s, voor de beste ‘Doorbraak’. Volgens ons zijn ze een grote kanshebber…

Het gesprek vlot op een Belgisch amusante, amicale manier, nadat we hen voor het eerst hadden leren kennen vanuit de enorme moshpit tijdens hun nu al legendarische optreden op het Bruisfestival, afgelopen augustus: “Behalve in Nederland en IJsland hebben we ook op vele andere plaatsen buiten België gespeeld.” Of dat anders is? “Niemand kent u, ook uw muziek niet, dan was het aan ons om hen te overtuigen.” Terwijl ze in België al vrij bekend zijn en volle zalen trekken, “komen we ook heel graag in Nederland. Het publiek is daar zotter en meer enthousiast… Ze zijn in ieder geval meer uitgesproken dan wij, Belgen.”

Vragend naar de druk die er als winnaars van ‘De nieuwe Lichting’ zou kunnen zijn, wordt nuchter gereageerd: “We hebben nog altijd dezelfde mindset waarmee we gestart zijn.” En die is? “Muziek voor ons eigen maken.” Maar men beseft ook dat “het niet meer zo vrijblijvend is; men kent u van optredens en de radio en verwacht dan iets. Maar druk, nee.” SONS leeft echt nog in het moment: Een optreden is geslaagd, als het een feest is, als er plezier is, een moshpit. “Maar er hoeft niet altijd gemosht te worden, hoort”, relativeert Robin met een guitig gezicht. “Het doel is ook niet om een boodschap over te brengen.” Exemplarisch is Robins uitleg over het ontstaan van hun songs: “We maken eerst de muziek, dan begin ik een beetje fonetisch te brabbelen en daar komen dan teksten uit. Het gaat vooral om de sfeer.”

Toch hebben de teksten wel degelijk inhoud. Zo gaat ‘Familydinner’, titelsong van het album, over “iemand die zich niet op zijn plaats voelt in de eigen familie.” Dit wordt ook briljant weergegeven op de albumhoes: een suf, ouderwets tafereel met een jonge man en vrouw, verveeld kijkend aan een tafel in een grootmoeders setting. Overigens echt gefotografeerd bij de oma van Jens en Arno, waar eerst van het grootmoeders servies werd gegeten. “Een mooi contrast, want je zult onze muziek niet snel op een familiefeest opzetten, toch?” Ze zoeken de tegenstelling bewust op… Maar de meeste teksten gaan ook bij deze Vlaamse zonen gewoon over de liefde. “Maar niet autobiografisch, hoor.”

De SONS-roots blijken heel breed, van “de Californische garagerock” (o.a. The Oh Sees), tot “jaren ’70 hardrock toestanden zoals Led Zeppelin en Black Sabbath” en “eighties hardcore punk” (o.a. Black Flag). Ook worden de nu hippe King Gizzard & the Lizard Wizard, Idles en Shame niet verzwegen. Een potpourri vol tegenstellingen, met als verbinding één brok pure energie. “En Wendy van Wanten, natuurlijk”, brengt Thomas vanuit zijn relaxte bankpose een terechte ode aan de sexy cultdiva.

En de relaxte sfeer wordt er echt niet minder op als er wordt gevraagd naar het tweede album; die ‘altijd moeilijke tweede’. Nee hoor: “We zijn er niet heel bewust mee bezig, maar merken wel in ons repetitiekot dat er nog genoeg in het vat zit.” Hoe de plaat zal klinken? “Misschien wel wat complexere songs. Maar het zal zeker en vast hard knallen!”

En dat zouden ze die avond op het Belgisch-Limburgse podium wederom laten horen, zien en voelen: een vat vol tegenstellingen dat slechts een klein vonkje nodig heeft om een geweldige kettingreactie van plezier, energie en beweging los te laten branden. Go, SONS, go!

Foto’s (c) Anita Martin / Maxazine

Deel: