In de jaren ’90 was The Pilgrims een succesvolle Nederlandse formatie, afkomstig uit Noord-Holland, die opviel door opzwepende rockmuziek en de donkere, intense en soulvolle stem van zanger en gitarist Reniet Vrieze. De band bestond verder uit drummer Leon Klaasse, gitarist Persijn Joling en Jasper Teule op bas. Ze maakten vier albums en brachten onder andere de single ‘White Men’ staat nog steeds in de hoofden van velen gegrift. The Pilgrims groeide uit tot een geliefde live act.

The Pilgrims zijn nu terug met het nieuwe album ‘6IX’. Het is opgenomen in de RAW Studio te Zaandijk en bevat 14 nieuwe songs, met twee Otis Redding-covers als bonus-tracks. Het nieuwe album, gemixed door Emile den Tex en gemastered door Peter Brussee, laat een sfeervolle en energieke mix horen van bluegrass, folk, soul en rock, overgoten met de kenmerkende strot van Reniet. De nummers zijn authentiek, puur en gaan over thema’s als internet-seks, dementie, haantjesgedrag en dankbaarheid. De titel verwijst uiteraard naar het zesde album en geeft een knipoog naar de sexy kant van het werk van The Pilgrims. Het album kwam op 6 maart uit.

Ondanks het coronavirus spraken we af met Reniet Vrieze, frontman en gepassioneerd in hart en nieren. En nu terug aan het front, nadat de bent in 1998 ineens ermee stopte. “Ik kreeg in een baby kreeg, toen dacht ik, daar heb ik geen zin in, om vier keer in de week te spelen en voor de rest dood op zijn. En toen ging ik opeens na 18 jaar weer spelen en toen bleken ineens de zelen gewoon weer vol te zitten. Er was gewoon heel veel belangstelling. Nu is het 2020 en hebben we opeens een nieuwe CD.” Van de oorspronkelijke groep doet alleen Reniet nog mee in de nieuwe bezetting. Er zijn naast hem een stel nieuwe muzikanten bij. “Het is gewoon een nieuwe start.”, aldus Vrieze.

In 2018 kwam ‘Punk Soul Rock n Roll’ uit, met twee nieuwe nummers. “Hij stond wel al eerder op internet en we zouden eigenlijk geen plaatje laten drukken, maar toen vond het management het toch wel leuk. En dat hebben we toen gedaan, net voordat we een theatertour gingen doen. Daar stonden toen best een paar leuke nummertjes op, maar voor de rest is het meer een compilatie van oude nummers en live.” Nu is er dan ‘6IX’, de zesde.

The Pilgrims bestaan zogezegd uit een vrijwel compleet nieuwe band. Bewust, want Reniet heeft er eigenlijk niet eens aan gedacht de oude groep weer bij elkaar te roepen, voor zover het mogelijk was. “Jasper heeft inmiddels z’n eigen ding, die had er sowieso geen zin in wist ik. En ik wou gewoon wat nieuwe mensen vragen”, geeft Vrieze aan, “Henri ken ik nu al 24, 25 jaar, daar speel ik al heel lang mee en die wilde ik nu in de band hebben. Henri is echt eenmaatje en dat geldt ook met Niels en Dave. Roy is er wat later bij gekomen, die ken ik dan weer via via. Ik wil gewoon met hele lieve mensen, met gouwe mensen samen spelen. Mensen die ik gewoon als familie beschouw. Dat vind ik gewoon heel prettig. Nu zijn we op tour met zeven man en dan nog zo’n 15 crewmembers. Da’s een hele klas.”

De oude Pilgrims scoorden goed in de jaren ’90. “Dat helpt wel nu tot het voordeel. We staan nu dus meteen op mooie festivalletjes en in mooie zalen. Dus van die jaren dat we niets deden, hebben we nu niet echt heel veel last van.”, bekent Reniet. “Het gaat makkelijk nu, iemand anders regelt het allemaal, ik stap ik de bus, ik stap het podium op en ik speel. Heerlijk.”

Veel bands hebben te maken met het ‘Eerste album syndroom’. Fans vergelijken alles met de eerste plaat van de band, het eerste geluid, de eerste bezetting. ‘Once To Everything’ zou voor The Pilgrims dat vergelijkende album moeten zijn. “Ik vind juist die eerste cd persoonlijk niets. Iedereen was jong, we moesten in Londen opnemen, we blendden nog helemaal echt…” Toch is het bekendste nummer van de band, ‘White Man’, afkomstig van dat album. “Als je dat nummer luistert en vergelijkt met nu, dat is een wereld van verschil. Er zit emotie in, maar lang niet de emotie die het hebben moet.” De albums die erna volgden zitten dan ook beter in elkaar volgens Reniet. “Ik kwam bij de band in 1989. Toen was er nog voor de rest niets. Persijn kwam van Funky Stuff (Candy Dulfer) vandaan, maar de rest van de jongens, waren virtuozen. Dat paste niet echt bij mij, zij hadden zo veel meer ervaring. Maar ik was de ziel van de band, en dat moest ik uitdragen, dus toen begon ik maar nummers schrijven.” De tweede plaat was daarom ook wat ruiger dan het debuut.

‘Coffin for my daughter’ op ‘6IX’ gaat niet over een dochter van Reniet, maar over de hond van de zanger. “Dat hondje was gewoon dag en nacht bij me. Dat hele verhaal dat er op staat, dat is ook werkelijk gebeurd. Ik heb haar in de tuin begraven, de maten van de kist zijn hoorbaar op het nummer. Als ik ergens voor ga, vrienden, familie of een dier dat je in huis neemt, ik ga er gewoon 100% voor. Het was gewoon de pijn wegschrijven. Het is gewoon echt uit het leven.” Op het album staan meer persoonlijke nummers voor Reniet, zoals ‘Everlasting’. “Dat is een ode aan m’n meissie”, geeft hij aan, “en ‘The man with the child in his head’ gaat over mezelf. Ik ben 50’er, maar ik blijf een kind in mezelf. Zo ben ik en het voelt goed. Er staan vrolijke dingen over, veel over liefde, zelfmoord, van alles wat…”

‘Looking at the Girlz’ is dan een heel ander nummer. “Dat gaat over die jonge meiden die op internet zitten, en dan een of andere mafkees aan de overkant hebben zitten, maar dan toch nieuwsgierig zijn.” Het lijkt opeens alsof er maatschappelijke onderwerpen in het hoofd van Vrieze zijn opgekomen tijdens het schrijfprocess. Alsof Reniet bezig was met wat meer serieuzere onderwerpen. “Nee, het kwam gewoon in me op, het was niet bewust. Als ik ga schrijven, ga ik meteen zingen, neem ik het op en dan luister ik teruig wat ik gedaan heb. Dan staan daar zinnen of woorden in, dat is dan mijn eerste emotie geweest en dan ga ik daar mee verder.”, verklapt hij.

Toch is het niet altijd heel erg moeilijk hoe Reniet schrijft. De single ‘Happy’ is bijvoorbeeld een klassiek liefdesliedje van het genre ‘Ik hou van jou en ik blijf je trouw’. “Dat gaat echt over een jongen en een meisje, een liefdesverhaal. Het gaat over een jongen en een meisje die bij elkaar in de burut wonen, Zij is heel knap, hij is heel lelijk. Hij zit onder de pukkels terwijl zij al echt een dame is en hem uitlacht. Maar aan het einde van het verhaal zijn ze toch met elkaar getrouwd en zie je ze zitten in het maanlicht, twee kinderen erbij, een meisje en een jongetje. Hij lijkt dan op hem, en zij op haar.” Een liefdesverhaal, niet eens autobiografisch. Reniet heeft wellicht wat inspiratie opgedaanin zijn eigen RAW Studio, waar bandjes uit de buurt oefenen. “Die jongens daar worden dan soms uitgelachen door de meisjes, maar die ontpoppen zich uiteindelijk toch als volwassen kerels.” Het is een beetje over wat hij om zich heen ziet, wat hij meeneemt in zijn liedjes. “En het maakt me vrolijk”, roept Reniet er snel achteraan, “aangezien ik 99% van m’n leven volijk ben! Nou ja, laat ik het eerlijk en scherper stellen: 92%”, grapt hij vrolijk, “Ja, ik ben een vrolijk mens!” Zo maakten we hem ook mee in het gesprek.

 

Deel: