Klassieke muziek is in Nederland bezig aan een opmerkelijke opmars. Een duidelijke reden hiervoor is niet de bedenken. Is het onvrede en teleurstelling over de belabberde staat waarin de hedendaagse muziek zich in bevindt? Een sterke melancholische drang naar “vroeger was alles beter”? Wellicht wil men de uitstervende melodie beschermen tegen de almaar oprukkende beat in de muziek? Tv-programma’s als ‘de 10e van Tijl’ en ‘Podium Witteman’ zijn in ieder geval het bewijs dat je tegenwoordig niet meer met pek en veren wordt besmeurd als je openlijk uit de muzikale kast komt. Inmiddels bestaat in Nederland een grotere kans in een sociaal isolement terecht te komen wanneer je president Trump een aardige vent vindt dan dat je met trots heb laten weten bij het elitaire Bayreuther Festspiele aanwezig te zijn geweest. Het kan verkeren.

Op de hierboven genoemde trend speelt het Amsterdam Sinfonietta in het kader van ‘Breder dan klassiek’ al jaren handig in. Met veel succes toert de groep met wisselende artiesten uit de popwereld door Nederland met het doel klassieke muziek salonfähig te maken voor het grote publiek. Zo was het dit jaar de beurt aan de Britse soulzanger Jonathan Jeremiah die met zijn diepe boterige baritonstem vooral bekendheid geniet in België en Nederland. Dat ‘Breder dan klassiek’ goed aanslaat werd zaterdagavond met een uitverkocht Parkstad Limburg Theater in Heerlen maar weer eens bewezen. Onder het publiek opvallend veel veertig- en vijftig-jarigen, alsmede fans van Jonathan Jeremiah.

Het avondvullend programma waarbij de muziek uit De Romantiek naar wens van de zanger als leidraad fungeerde, voltrok zich in 3 aktes. Iedere akt opende met een klassiek werk welk door de zanger werd opgevolgd met een eigen song waaronder ‘Gold Dust’ of een variatie op een hedendaagse nummer. Deze overgangen verliepen zo nu en dan hoorbaar ongemakkelijk voor het aanwezige publiek. Een goed voorbeeld was de rommelige transitie naar Depeche Modes’ ‘Enjoy the Silence’ waarvan het publiek pas na een tijdje de spreekwoordelijke kaas kon maken.

Het zingen van Schumanns ‘In den Fremde’ in de Duitse taal was pijnlijk om aan te horen. Een geluk dat Jonathan Jeremiah over voldoende zelfkritiek beschikte en prompt over ging naar het zingen in de voor hem vertrouwde Engelse taal toen hij in de gaten had dat het Heerlense publiek lachte vanwege plaatsvervangende schaamte. Hij verontschuldigde zich bij het publiek zo dicht aan de grens voor zijn belabberde Duits. Een pijnlijk momentje dat in stijl door de zanger werd rechtgezet. De aanwezigen konden zijn kwetsbaarheid wel waarderen en zo ook het verdere vervolg van het concert.

‘Mountains’ bleek het hoogtepunt van de avond en werd live pakkender uitgevoerd dan op de plaat. Het werd dan ook met luid applaus ontvangen. De kracht van Amsterdam Sinfonietta ter ondersteuning en begeleiding van de zanger is aanmerkelijk een meerwaarde gebleken bij dit nummer. De zanger en groep hadden duidelijk het publiek voor de rest van het concert in hun pocket en dit werd door het publiek beloond met een staande ovatie. Met een toegift werd de avond afgesloten met Jeremiah’s grootste hit ‘Happiness’.

Alomvattend viel er weinig aan te merken op de muzikaliteit van Amsterdam Sinfonietta en de zanger Jonathan Jeremiah. De zanger was goed bij stem en deze is live net zo indrukwekkend als op de plaat. De zere plek zat echter in de opzet van de avond. Waar had het publiek nu naar gekeken? Pop ontmoet klassiek of naar klassiek ontmoet pop? Naar een concert van Jonathan Jeremiah of van Amsterdam Sinfonietta? Het was nogal verwarrend en nogal inconsequent. De twee muzikale werelden waren het overgrote deel van de avond contrasterend aan elkaar. Het gevoel in het tv-programma ‘Podium Witteman’ verzeild te zijn geraakt nam gaandeweg toe als er tussen de bedrijven door uitleg gegeven werd over het gekozen uitgevoerde werk. Dit is vreemd, want in het programmaboekje voorafgaand aan het concert werd het publiek reeds uitvoerig geïnformeerd. Hopelijk weet het Amsterdam Sinfonietta volgend jaar deze plooien glad te strijken teneinde te slagen in hun opzet klassieke muziek blijvend aan de gewone man te brengen.

Foto’s (c) Perry Hermans / Maxazine

Deel: